Moffenmeiden
In ‘Moffenmeiden’ komt de straatrepressie aan bod tegen vrouwen en meisjes die te dicht bij de Duitse bezetter aanschikten tijdens WO II.
De beelden zijn bekend omdat ze tot de meest schokkende uit de bevrijdingsdagen van mei 1945 behoren. Vrouwen, vaak nog jonge meisjes, die als een soort kermisattractie werden kaalgeknipt en geschoren, vaak beklad met teer en achteraf soms geslagen, getrapt en verkracht. Deze vrouwen stonden weerloos tegenover het schuim van de straat en genoten, met hier en daar een uitzondering, geen bescherming. Meestal waren het mannen die deze misselijk makende handelingen uitvoerden. Later werd er vooral door de autoriteiten en de spraakmakende elite met enige schaamte op teruggezien. Decennialang heerste er een overdonderende stilte over deze praktijken. Pas de laatste jaren werd er onderzoek naar gedaan. Op dat vlak verrichtte de Nederlandse historica Monika Diederichs met haar onthullende boek Wie geschoren wordt moet stil zitten (2001) pionierswerk.
Verliefd
Auteur en historica Rianne Oosterom schreef onder de titel Moffenmeiden een tweede aanvullende boek over Nederlandse meisjes en vrouwen die tijdens de bezettingsjaren in Nederland, 1940-1945, omgang hadden met Duitse militairen. Deze contacten waren soms alleen vriendschappelijk, soms korte, oppervlakkige relaties maar er waren ook meisjes en vrouwen die een lange relatie met een Duitser hadden en ermee trouwden. Na de bevrijding richtte de opgeklopte volkswoede zich op deze moffenmeiden, die via pamfletten en verzetsblaadjes ook ‘moffendellen’, ‘moffendweilen’, ‘moffenhoeren’, ‘soldatensnollen’… genoemd werden.
De meeste meisjes werden niet verliefd op een Duitser omdat ze pro-nazi waren of omdat ze de bedoeling hadden te collaboreren. Op veel begrip van hun omgeving moesten ze alvast niet rekenen. De meest gelukkigen waren zij die naar Duitsland konden vertrekken en daar een nieuw thuis vonden bij hun schoonfamilie. Naar schatting gingen in Nederland zo’n 120.000 à 145.000 meisjes en vrouwen een relatie aan met een Duitse militair en werden vrouwen op ten minste 118 plaatsen kaalgeschoren.
Wansmakelijk
De afgelopen vijf jaar verzamelde Oosterom zo’n zestig verhalen van ooggetuigen. Ze wilde vooral de haat begrijpen van de knippers, scheerders en de juichende omstanders, maar ook het leed dat het scheren veroorzaakte. Aan de hand van deze verhalen ondernam de 27-jarige historica een tocht doorheen Nederland en beschrijft ze de gebeurtenissen die her en der plaatsvonden. Opvallend is dat deze wansmakelijke wraak meer in het zuiden dan in het noorden van het land uitgevoerd werd. Als lezer word je er af en toe stil van. Daarnaast beschrijft ze in een apart hoofdstuk de geschiedenis van het kaalscheren doorheen de eeuwen en in diverse culturen.
In Vlaanderen is er het in 2009 verschenen boek van Gerlinda Swillen, Koekoekskind door de vijand verwerkt maar blijft het onderwerp nog steeds sterk onderbelicht.
Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.
Een groep vrienden woont op een ruw eiland voor de kust van IJsland de begrafenis van een medestudente bij, maar al snel volgen er vreemde gebeurtenissen.