JavaScript is required for this website to work.

Mussert was helemaal niet die kleine burgerman

Pieter Jan Verstraete27/5/2021Leestijd 4 minuten

Dit tweede deel van de NSB-trilogie is een evenwichtige en uitstekend gedocumenteerde geschiedenis. De inhoud is enorm rijk en fascinerend.

Al bijna twintig jaar werken de Nederlandse historici Edwin Klijn en Robin te Slaa samen aan een gigantisch boekproject: de integrale partijgeschiedenis van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) in Nederland. In 2009 verscheen het eerste deel waarin het ontstaan en de succesrijke eerste jaren, tot en met 1935, van de NSB werden beschreven. Onlangs verscheen het tweede boekdeel met als ondertitel Twee werelden botsen, 1936-1940. Hierin behandelt het schrijversduo hoe NSB-leider ir. Anton Mussert zijn dalende populariteit compenseerde door toenadering tot Hitler-Duitsland te zoeken.

Rijnland

Het eerste deel eindigde met de Abessijnse oorlog die in oktober 1935 begon. Hierbij steunde de Algemeen Leider (Musserts aanspreektitel binnen de NSB) Mussolini in zijn agressie tegen Ethiopië, dat de steun genoot van de Volkenbond. In maart 1936 trokken Duitse troepen het gedemilitariseerde Rijnland binnen en schond Hitler hiermee het Verdrag van Locarno uit 1925. Ook ditmaal betoogde Mussert zijn steun aan een rechts-radicale dictator. Met zijn steunbetuigingen betrad Mussert het internationale podium.

Als NSB-leider kon Mussert zich verheugen in persoonlijke ontmoetingen met Mussolini, Hitler, Göring, Goebbels en von Ribbentrop. Ontmoetingen die angstvallig voor de buitenwereld werden geheimgehouden. De alsmaar agressievere houding van fascistisch Italië en nazi-Duitsland had meteen grote gevolgen voor de positie van de nationaalsocialisten in Nederland. Voor de NSB leidde dat tot het steeds minder populair worden van de partij in eigen land.

In navolging van zijn twee voorbeelden Mussolini en Hitler hoopte Mussert de macht te kunnen veroveren dankzij goede resultaten bij de stembus, en dat gecombineerd met de nodige gewelddadige intimidatie van de politieke tegenstanders. Bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten in 1935 haalde de NSB bijna acht procent van de stemmen wat een mooi resultaat was. Mussert hoopte lange tijd om via legale weg de macht te kunnen veroveren.

Antisemitisme en racisme

In mei 1937 werden er nationale verkiezingen in Nederland gehouden en die draaiden uit op een ware ramp voor Musserts beweging. De partij werd in een diepe crisis gestort en verloor tot begin 1938 zowat een vierde van haar ledenaantal. Daarna herstartte de NSB met een fris en hernieuwd elan en organiseerde opnieuw massabijeenkomsten. Daar waar de beweging zich tot 1936 vooral op Mussolini’s fascisme oriënteerde, veranderde dat vanaf de zomer van 1937. In toenemende mate zocht Mussert onderdak bij Hitlers nationaalsocialisme, inclusief antisemitisme en racisme, en vervreemdde zich zo van het grootste deel van de Nederlandse bevolking.

In het boek worden hiervan talloze voorbeelden gegeven. Zo kreeg de NSB altijd weer de positie van eeuwige buitenstaander toebedeeld, en dat versterkte dan weer de radicalisering. Een machtsovername langs democratische weg leek niet meer mogelijk. Alsmaar sterker en luider was het doel thans het vervangen van de parlementaire democratie door een volksgemeenschap, geleid door één leider.

Radicaliseringsproces

Stap voor stap laten Klijn en Te Slaa zien hoe het radicaliseringsproces van de NSB zich voltrok. Het boek is uitmuntend geschreven en uiterst gedetailleerd. Gezien de omvang van het boek (net geen duizend pagina’s) is een samenvatting ervan geven onbegonnen werk. Ik kan enkel maar schrijven dat de geschiedenis van het VNV van Bruno de Wever hierbij in het niet verdwijnt; ik zwijg dan nog van het flinterdunne boekje van Frank Seberechts over de DeVlag.

Wel dien ik eraan toe te voegen dat het bronnenarsenaal waarover het Nederlandse duo kon beschikken zoveel rijker is dan het materiaal, waarover De Wever de beschikking had. In Nederland werd veel meer archiefmateriaal bewaard dan bij ons. Overigens in deel een werd de NSB her en der vergeleken met het Verdinaso. In deel twee verschuift die aandacht naar het meer ‘volkse’ VNV.

In een interview verklaarde het schrijversduo: ‘Zelfs als Mussert afstand had willen nemen van nazi-Duitsland, was het hem waarschijnlijk toch niet gelukt. Want veel NSB-leden waren een stap verder dan hun leider en liepen al achter Hitler aan. Af en toe probeerde Mussert wel op de rem te trappen, maar de radicale onderstroom kwam steeds meer naar boven en was niet te stoppen. Misschien had hij met een meer gematigde koers de slag naar een groter publiek wel kunnen maken, maar dan had hij een groot deel van zijn achterban verloren. Die dynamiek had ook te maken met een bepaalde geestesgesteldheid. De NSB was dan ook een revolutionaire beweging’ (Historisch Nieuwsblad, 2021/nr.4, p. 66).

Guyana-plan

Toen op 9 november 1938 in Duitsland de Reichskristallnacht plaatsvond, was leider Mussert ten zeerste verrast hoe enthousiast zijn partijleden hierop reageerden. ‘Ik wist niet dat de beweging zo antisemiet was’, liet hij aan enkele vertrouwelingen weten. Feit was dat Duitsland een grote aantrekkingskracht uitoefende op de achterban van de NSB. Veel leden klampten zich vast aan het gevoel onderdeel te zijn van een internationale revolutie en strijd (de Germaanse tegen de Joodse wereld), en staken dat niet onder stoelen of banken.

Maar al vlug kwam de Algemeen Leider met een eigen oplossing voor de oorlog die naar zijn mening tussen Joden en Duitsers gaande was: het Guyana-plan of het deporteren van alle Joden uit Europa naar een eigen tehuis in Frans- en Brits-Guyana en het Nederlandse Suriname. Een complete etnische zuivering dus.

Naarmate de jaren 1930 vorderden, hoopte Mussert meer en meer op steun van Hitler om zijn levensdroom te verwezenlijken; namelijk het scheppen van een jodenvrij Groot-Nederlands imperium (Nederland, Vlaanderen, Frans-Vlaanderen, Nederlands-Indië, Belgisch-Congo en Zuid-Afrika) onder zijn leiding. Toen minister van Propaganda, Goebbels hiervan hoorde, luidde zijn sarcastische commentaar: ‘Laf en aanmatigend. Wij moeten voor hem de kastanjes uit het vuur halen en weer opdonderen. (…) Daar komt helemaal niets van terecht. Een wel heel naïeve opvatting’.

Voor de twee historici was Anton Mussert al een landverrader nog vooraleer de oorlog uitbrak. Hij was heel wat radicaler, ook als antisemiet, dan tot nu toe vooropgesteld. Mussert was helemaal niet die kleine burgerman zoals menigeen hem nogal eens beschouwd.

Deel twee, ingedeeld in zestig hoofdstukken, eindigt op de dag van de grootscheepse Duitse invasie van het Westen: 10 mei 1940. Voor Mussert was de oorlog geen bron van leed en verschrikking, maar het beloftevolle begin van een nieuw tijdperk.

Deel drie, voorzien voor 2025, zal handelen over de bezettingsjaren. Maar zal hiervoor een enkel deel wel volstaan?

Evenwichtig

Het magistrale tweede boekdeel van de NSB-trilogie van Edwin Klijn en Robin te Slaa is een evenwichtige en uitstekend gedocumenteerde geschiedenis, die chronologisch opgesteld is. De inhoud is enorm rijk en fascinerend. Het boek verdient het om aandachtig en in stilte gelezen te worden. Voor Vlaamse lezers is een minimale voorkennis wel aangewezen. Een topwerk.

Met illustraties, eindnoten, bibliografie en zaken- en personenregister.

Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.

Commentaren en reacties