JavaScript is required for this website to work.

Nieuw boek over de hel van Breendonk

Pieter Jan Verstraete31/12/2015Leestijd 3 minuten
TitelNieuw boek over de hel van Breendonk
AuteurJames Deem
UitgeverAmsterdam, Horizon
ISBN9789492159250
Onze beoordeling
Aantal bladzijden304
Prijs€ 22

In 2004 verscheen het stevig gedocumenteerde Breendonkboek van Patrick Nefors. Thans ligt er een nieuw boek op onze leestafel over het ‘Auffangsslager’ of tussenkamp (en dus geen concentratiekamp) dat Breendonk was. Ditmaal geschreven door de Amerikaanse holocaustspecialist James Deem. Eerlijk gezegd hielden we ons hart vast wat hij zou schrijven. Maar na lezing van zijn uit het Engels vertaalde boek valt alles goed mee. Deem toont zich niet bevooroordeeld, ook niet in zijn taalgebruik, en laat de feiten voor zich spreken. Die zijn op zich al gruwelijk genoeg. Niet voor niets wordt er over de hel van Breendonk geschreven en gesproken.

Het viel de Amerikaanse onderzoeker op dat er over Breendonk nog geen boek in de Angelsaksische wereld bestond. In september 2010 bezocht hij een eerste maal het huidige museumkamp. Tot dan had Deem nog nooit van Breendonk gehoord. Wat hij zag, greep hem danig aan dat hij besloot er een boek over te schrijven.

Psychopaten

Na een beschrijving van de bouwgeschiedenis en de rol van het fort —Breendonk maakte deel uit van de buitenste vestinggordel rond Antwerpen— in 1914, komen we in 1940 terecht. Al tijdens de vroege zomer kwamen de eerste gevangenen er terecht. In totaal verbleven er 3590 gevangenen in Breendonk waarvan er 303 de mishandelingen en ontberingen niet overleefden. Nooit verbleven er meer dan enkele honderden gevangenen tegelijk; dat vergemakkelijkte de controle en zorgde voor een meer ‘persoonlijke’ behandeling.

Het kamp was erop gericht om de morele ruggengraat van de gevangenen te breken. Alle middelen waren hiervoor goed. De permanente honger en ondervoeding behoorden tot de grootste wreedheden. Als regel om de gevangenen klein te krijgen gold: verhonger ze, laat ze te hard werken en sla hen vaak en dat zonder geldige reden. De gevangenen werden eerst bewaakt door soldaten van de Wehrmacht en daarna door SS-mannen, waaronder ook een twintigtal Vlaamse SS’ers. Onder hen bevonden zich een stel psychopaten en sadisten die ongestraft hun lusten botvierden op de gevangenen. Een gevangene schreef achteraf over het terreurkamp: ‘Ik verkoos negentien maanden Buchenwald boven negentien dagen Breendonk’.

Het ergste waren de ingezette Zugführer, gevangenen die fungeerden als tussenpersonen tussen de gedetineerden en de kampadministratie. Hun belangrijkste taak was het handhaven van de discipline en ervoor zorgen dat de dagelijkse portie arbeid ook verricht werd. Daarvoor gingen ze even driest, soms nog erger, te werk als de eigenlijke bewakers. Onder hen bevonden zich ook joden. De ergste van hen was Walter Obler, een extreemlinkse jood. Hij was dermate wreed dat zelfs kampcommandant Schmitt vond dat hij te ver ging. In 1943 werd Obler naar Auschwitz en Sachenhausen gedeporteerd. In Leuven ter dood veroordeeld, werd hij in april 1947 gefusilleerd. De Belgische communist Valère de Vos werd als Zugführer zo gehaat dat hij later door zijn medegevangenen in Buchenwald gelyncht werd. Na een grondige inspectie van het kamp kwam er een verbod dat joden over niet-joden het bevel mochten voeren.

Triest

De kern van het boek bestaat uit tientallen getuigenissen van overlevenden die Deem uit dagboeken, archieven, interviews en autobiografieën haalde. Het boek bevat tal van illustraties onder andere een resem reproducties van de tekeningen van de Franstalige tekenaar (‘Pourquoi Pas?’) Jacques Ochs, die door de leiding als kamptekenaar aangesteld was. Ze geven de wreedheid en ontberingen op treffende wijze weer. De tekeningen worden hier voor het eerst gepubliceerd.

Er is ook aandacht voor Breendonk II in september-oktober 1944, toen er zo’n 750 al of niet vermeende collaborateurs opgesloten werden. Ze waren weerloos uitgeleverd aan de razernijen van hun bewakers. Lezers zullen wellicht al gehoord hebben van de beruchte Tante Jeanne, die in Breendonk II actief was. Een voormalige gedetineerde 1941/1942 getuigde: ‘Collaborateurs zaten opgesloten en werden behandeld zoals wij door de nazi’s waren behandeld. Die onmenselijkheid maakte me heel triest’.

Op 10 oktober kwam het kamp onder Brits toezicht te staan en werden de bewakers bedankt voor hun diensten. Sommigen onder hen werden achteraf gestraft voor hun wreedaardig optreden. Twee maanden later werd Breendonk als officieel interneringskamp heropend. ‘Deze keer was er geen misbruik meer’, schrijft auteur.

Een beklemmend boek en een aanrader voor lezers die het boek van Patrick Nefors niet lazen.

Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.

Commentaren en reacties