Onze wereld is niet de beste van alle werelden
De verlichte filosofen legden de basis voor de moderniteit, maar nooit konden ze zich de wereld waarin we vandaag leven voorstellen.
De verlichting. Zowel links als rechts schermt ermee. Ontegensprekelijk legden de verlichte filosofen de basis voor de moderniteit, maar nooit konden zij zich de wereld waarin we vandaag leven voorstellen. In het recent verschenen essay Op wereldreis met Voltaire, Filosofen en Frankrijk in de achttiende eeuw tracht emeritus hoogleraar Franse en Algemene Literatuur (UAntwerpen) Paul Pelckmans de blinde vlekken en nieuwe inzichten van het verlichte denken in kaart te brengen. De auteur grijpt hiervoor naar dé emanatie van de ‘liberté d’écrire et de parler’: Voltaire en zijn Candide.
Aanval op het ongebreideld optimisme
Candide – één van de meest herdrukte Franse kortverhalen – zag in 1759 het levenslicht en was in essentie een aanval op het ongebreidelde optimisme dat de Duitse filosoof Leibniz verpersoonlijkte met zijn stelling dat de bestaande wereld de best mogelijk wereld is. Voor Leibniz werd de wereld geregeerd door de Voorzienigheid en was elke poging tot grip krijgen op deze wereld niet meer dan een chronische opstoot van ijdelheid. Geheel in lijn met zijn imago als hemelbestormer begint Voltaires kortverhaal met een allegorie op, hoe kan het ook anders, het eerste boek van de Bijbel.
In de openingspagina’s van Candide verblijft het hoofdpersonage in een paradijs. Wanneer hij als puber bij het kussen van vrouwe Cunegonda betrapt wordt door haar vader, de baron, wordt hij uit het paradijs verbannen. De zondeval is ingezet. Niet door een appel, maar door een kus. Niet van Eva, maar van Cunegonda. De protagonist moet, net zoals het hoofdpersonage in de Tsjechisch-Slowaaks-Oekraïense film The Painted Bird, rondzwerven door de spreekwoordelijke woestijn.
Deze tocht brengt hem langs Nederland, Portugal, Suriname, Eldorado, Frankrijk en Turkije. Telkens is doffe ellende zijn deel. Een peripeteia lijkt nergens te bespeuren. ‘De deugd wordt niet beloond, ondank niet bestraft: de dingen gebeuren gewoon zoals ze toevallig lopen.’ Candide wordt bijgestaan door zijn leraar Pangloss die – tot in het absurde – blijft beklemtonen dat dit toch de beste van alle mogelijke werelden is.
Sapere aude
Dat Candide een reactie was op de naïeve-positiviteit van Leibniz neemt echter niet weg dat de verlichting in hetzelfde bedje ziek was. Het was een dogma van de radicale denkers om te denken dat alleen de rede kon zorgen voor verheffing. Dat lezen we ook bij de Duits-Franse verlichtingsfilosoof D’holbach, die schreef dat ‘wetenschap, waarheid en rede ooit in staat zullen zijn om de boeien – gesmeed door dwaling en onwetendheid – waarmee mensen in hun verdrukking vastzitten, te verbreken’. Niettemin bleef Voltaire ervan overtuigd dat het gewone volk een ‘rem’ nodig had op zijn verlangens.
Het voetvolk werd beter niet ‘verlicht’. Voltaire was dan ook verre van een democraat. Voltaire was voorstander van ‘verlichte’ despoten zoals Federik de Grote en de Russische Catharina II. Homoseksualiteit keurde hij af, slavernij dan weer niet. In De revolutie van het denken schrijft de Britse historicus Jonathan Israel dat de ideeënhervorming van de verlichtingsfilosofen niet meer te bieden had dan de theoretische mogelijkheid van vooruitgang, niet de verwerkelijking.
Geestelijk bijziend
De Spaanse herberg die de verlichting heet kende talrijke methoden waarbij voornamelijk de Schotse Verlichting een contrapunt vormde tegenover de Franse. Grosso modo spreekt men over de continentale, rationalistische –radicale – stroming en het Engels – gematigde – empirisme. Maar ook daarnaast tekende zich een ‘splitsing’ af tussen de humeaanse moraalfilosofie en de common sense denkers, en tussen de empirische kennisleer van Locke en de scepsis van Hume. In ieder geval was er een duidelijke scheidingslijn tussen Spinoza en Helvétius, die het bestaande bouwwerk van instellingen wilden slopen om op basis van zuivere rationele principes te herbeginnen en de gematigde Ferguson en Burke die de grondstructuren intact wilden houden.
De gematigde verlichting was niet tegen hervorming, maar wel tegen rücksichtslos ingrijpen. Kant probeerde in zijn Kritik der reinen Vernunft deze tegenstellingen te overstijgen en de synthese te maken. Ook Voltaire bevond zich middenin de dialectiek van deze verschillende methoden. Zo was Voltaire levenslang verwikkeld in een gevecht met Spinoza, die voor hem de foute Verlichting was. Ook Montesquieu en Rousseau moesten het ontgelden.
Schrikbewind
Voltaire verloor uiteindelijk het pleidooi. De moderne politiek vertrekt, volgens Pelckmans ‘bij een tabula rasa om naar eigen en dikwijls eigenzinnig inzicht een wereld uit de grond te stampen die anders en beter moest zijn dan eender welk oubollig ancien régime.’ De duistere kant nam echter de bovenhand. De mens moest, volgens Rousseau, onder de ‘volonté générale’ geplaatst worden en wanneer het individu dat weigerde moesten zijn rechten maar worden uitgeschakeld.
De Terreur van Robespierre ontnam de Revolutie elke geloofwaardigheid. Maar Voltaire won wél de ‘popular vote’ en werd het boegbeeld van de Europese verlichting. Voltaires grootste talent is wellicht zijn vaardigheid om de controversiële ideeën die hij opdeed in de Parijse salons, erudiet beschreven in Het verdorven genootschap van de Duitse historicus Phillip Blom, virulent te verdedigen en bij het grote publiek bekend te maken.
Leeswijzer
Paul Pelckmans wil met dit boek aantonen dat de verlichting de toon zette voor de moderniteit, maar tot het verleden behoort. ‘Candide is het verslag van een wereldreis; om er in onze vroege 21ste eeuw van na te genieten, moet je op de koop toe een tijdreis maken.’ Op wereldreis met Voltaire, is dan ook de perfecte reisgids voor deze tijdreis. Een laagdrempelige en toegankelijke leeswijzer voor een standaardwerk in het Europees denken.
Op wereldreis met Voltaireis het Boek van de Week, in promotie in de Doorbraak Boekhandel.
Mathieu Cockhuyt is verkozen als raadslid in Gent (N-VA). Hij werkt als parlementair medewerker voor N-VA en is voorzitter van Jong N-VA Gent. Mathieu studeerde sociale wetenschappen (HoGent), criminologie (UGent) en bestuurskunde (UGent).
Mathieu Cockhuyt (N-VA): ‘Ongelijkheid op zich is geen probleem. Het is inherent aan het menselijk bestaan.’