JavaScript is required for this website to work.

Roger Raveel: een retrospectieve

Patrick Auwelaert5/4/2021Leestijd 4 minuten
TitelRoger Raveel: een retrospectieve
SubtitelGemiste kans van Bozar
OrganisatorBOZAR / Paleis voor Schone Kunsten
DataTot 21 juli 2021
Onze beoordeling

De expo Roger Raveel: Een retrospectieve in BOZAR telt 117 werken. Dat is weinig voor een kunstenaar die zeventig jaar actief was en tot de belangrijkste Vlaamse kunstenaars sinds de Tweede Wereldoorlog behoort. Ter vergelijking: in 1991-1992 vond in het toenmalige Provinciaal Museum voor Moderne Kunst (vandaag Mu.ZEE) in Oostende een tentoonstelling plaats met werk dat Raveel maakte tussen 1980 en 1990. Die expo telde maar liefst 291 werken. Dat is tweeënhalf keer zoveel als nu in Brussel.

Toegegeven, kwaliteit is een belangrijker maatstaf dan kwantiteit, maar toch. Afgaand op de media-aandacht waarop de expo de laatste weken mocht rekenen én op Raveels indrukwekkende staat van dienst, had ik meer verwacht. Vooral omdat de aanleiding voor de tentoonstelling Raveels honderdste geboortedag is.

Frisse beeldtaal

Roger Raveel (1921-2013) zal wel altijd verbonden blijven met zijn geboorteplaats Machelen-aan-de-Leie, waar hij tot vlak voor zijn overlijden in Deinze bleef wonen en werken. Tijdens zijn studiejaren aan de academies van Deinze en Gent kreeg hij les van onder meer Hubert Malfait en Jos Verdegem. Malfait moedigde hem aan om zich niet langer te laten beïnvloeden door het Vlaams expressionisme en zijn onmiddellijke omgeving te observeren. Een raad die Raveel vanaf 1948 ter harte zou nemen.

In tegenstelling tot zijn boezemvriend Hugo Claus, die al op jonge leeftijd de wereld introk, bleef Raveel altijd onder de kerktoren van ‘zijn’ Machelen wonen. Hij ontwikkelde er in relatieve afzondering een herkenbare, frisse beeldtaal waarin figuratie en abstractie een geslaagd huwelijk aangingen. Zijn werk verraadde niet alleen invloeden van belangrijke voorgangers als Giotto, Vincent van Gogh, Fernand Léger en Piet Mondriaan, maar ook van tijdgenoten als Robert Rauschenberg. Het werk van die laatste – een Amerikaanse pionier van de popart – fascineerde Raveel vooral omdat het een combinatie was van schilderkunst en sculptuur. De kunstenaar zou die techniek later ook toepassen in zijn werk, zij het steeds vanuit een figuratieve reflex. Zo kwamen schilderijen tot stand waaraan onder meer vogelkooien, fietswielen, gordijnen, bedstijlen, ramen en spiegels werden bevestigd.

Nieuwe Visie

Het schilderkunstige resultaat van de manier waarop Raveel naar de dingen in zijn omgeving keek en er de essentie van verkende, was voor dichter en kunstcriticus Roland Jooris de aanleiding om van een ‘Nieuwe Visie’ te spreken. De belangrijkste kenmerken van Raveels stijl omschreef hij in een tekst als volgt: ‘Een blijde sfeer, een verhelderende beeldvorming, het spelelement, de humor en de kleur als voornaamste uitdrukkingswapen. Voorts is er de wil om het schilderij te laten uitvloeien in de werkelijkheid, zowel kunsthistorisch als plastisch de zin voor relativiteit, een verbondenheid met de directe omgeving, het doorbreken van bestaande esthetische categorieën, een beklemtonen van het zichtbare en een neiging tot objectiveren.’

In de expo in BOZAR zijn enkele grote werken te zien die hoogtepunten vormen van Raveels nieuwe visie op de schilderkunst: het drieluik Het verschrikkelijke mooie leven (1965), waaraan een kooi met twee levende kanaries is bevestigd, en het ontroerende Herinnering aan het sterfbed van mijn moeder uit hetzelfde jaar. Raveel stond met ‘zijn’ nieuwe visie trouwens niet alleen. Met gelijkgestemden als Raoul De Keyser, Etienne Elias en Reinier Lucassen beschilderde hij in 1966-1967 de keldergangen van het kasteel van Beervelde – een gesamtkunstwerk dat vandaag beschermd erfgoed is.

Universeel realisme

Thematisch kunnen Raveels doeken onderverdeeld worden in interieurs en exterieurs. De interieurs laten veelal een woonkamer zien met alledaagse dingen en gebruiksvoorwerpen zoals een tafel, een stoel, een koffiemolen, een schaar, een glas, een boek, een fruitschaal, een pan, een plant. Daarnaast is er vaak een zittende of staande vrouwenfiguur in aanwezig die huishoudelijke taken verricht. Die anonieme figuur staat voor Zulma De Nijs, Raveels vrouw. De exterieurs tonen Raveels tuin, betonpalen, een kat, tuinmuren, een karretje, een emmer, gras, een voetbalveld, dorpsscènes.

In Raveels tuinscènes is dikwijls een man met pet aan het werk: Raveels vader, bij wie de schilder en zijn vrouw na hun huwelijk jarenlang inwoonden. Hij is meestal anoniem weergegeven: zijn gezicht bestaat dan uit gekleurde vlakjes en vierkanten of het gaat schuil onder zijn pet als hij gebukt de grond bewerkt. Raveel schilderde hem soms zo dat hij eruitzag als een Michelinmannetje of als iemand in gevangeniskleren: een lichaamsvorm gemodelleerd door dikke parallelle strepen. Door bijzondere kenmerken zoals gelaatstrekken weg te laten, trachtte Raveel een universeel realisme na te streven. Later doken ook zwart omrande witte vierkanten op in zijn exterieurs. Dat abstracte element stond volgens Raveel voor de aanwezigheid van de mens in de natuur.

Thematische opbouw

Het tentoonstellingstraject in BOZAR neemt dertien zalen in beslag. Curator Franz W. Kaiser koos ervoor om de expo niet chronologisch maar thematisch op te bouwen. De volgende thema’s komen aan bod: Proloog, Zelfportretten, Geen karakterstudie, Binnen & buiten (tafeltje & tuin), Gestreept, Moderniteit op het platteland, Dichter bij de natuur, Het vierkant, Combines, De spiegel, Het karretje, Monumentale statements. Binnen elk thema zijn alle werken chronologisch weergegeven. Het oudste werk in de expo dateert van 1941, het recentste van 1995. Samen bieden ze een overzicht van Raveels evolutie, zijn visie en zijn consequente kijk op de relatie tussen kunst en werkelijkheid.

Raveel drukte zich uit in tal van expressievormen: tekeningen, gouaches, schilderijen, muurschilderingen, objecten, environments, drukgrafiek, multipels en keramiek. In Een retrospectieve ligt de nadruk op zijn schilderijen, objecten en tekeningen. Drukgrafiek (etsen, litho’s, zeefdrukken), multipels en keramiek zijn in geen velden of wegen te bekennen. Dat is jammer, want grafiek alleen al was sinds het einde van de jaren zestig een belangrijke uitlaatklep voor Raveel.

Gemiste kans

Voor liefhebbers en kenners van ’s mans werk moet deze expo dan ook één grote teleurstelling zijn. Zelf verliet ik ze met een gevoel van ongenoegen en onvoldaanheid. Ik had meer onbekend werk willen zien en niet alleen de iconische werken uit de vaste collectie van het Roger Raveel Museum, die ik inmiddels in mijn slaap kan dromen.

Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat deze retrospectieve vooral samengesteld is om het ‘grote publiek’ te bedienen dat Raveels werk niet of nauwelijks kent. Op zich is daar niets mis mee, maar wat leest het lekkerst: een lange, meeslepende roman of een voorgekauwde novelle die naar een lange, meeslepende roman doet verlangen? In de vraag ligt het antwoord besloten. Een gemiste kans.

Praktisch

De expo Roger Raveel: een retrospectieve loopt nog tot 21 juli 2021 in BOZAR / Paleis voor Schone Kunsten, Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel.
Voor alle info en tarieven: https://www.bozar.be/nl/activities/168443-roger-raveel

De fraaie, drietalige (EN, NL, FR) catalogus is een uitgave van Mercatorfonds / BOZAR Books, telt 224 blz. en kost 34,95 euro. Hij bevat uitstekende, verhelderende teksten van Franz W. Kaiser, Kurt De Boodt en Paul Demets.

Patrick Auwelaert (1965) schrijft recensies, artikels en essays over literatuur, muziek en beeldende kunsten.

Commentaren en reacties