JavaScript is required for this website to work.

Shell blijft olieboer

Frans Crols27/6/2023Leestijd 3 minuten
TitelHoog spel
SubtitelDe politiek biografie van Shell
AuteurMarcel Metze
UitgeverBalans
ISBN9789463822695
Onze beoordeling
Aantal bladzijden623
Prijs€ 34.95
Koop dit boek

‘Fossiele brandstoffen, weg, weg, weg om het leven van de aarde.’ In dat refrein neuriet Shell niet meer mee.

‘Fossiele brandstoffen, weg, weg, weg om het leven van de aarde.’ In dat refrein neuriet Shell niet meer mee. Olie en gas blijven de grote winstmakers. Daarom. Shell is eigenzinnig, altijd geweest. Dat bewijst de politieke biografie van de multinational nog maar eens.

Shell zal grootschalig olie en gas winnen, want daar ontspringt winst. Wael Sawan, de nieuwe, Libanees-Canadese CEO, biechtte dat in juni zonder verpinken op bij grote investeerders in New York. Zijn voorganger, Ben van Beurden, beoogde de winning van fossiele brandstoffen jaarlijks te verlagen met 1 tot 2 procent, om in 2030 te pochen met 20 procent vermindering en Shell te tonen als groene voorvechter. Sawan duldt geen mode en wil winst met het klassieke duo. Shell is het nummer negen op de lijst van de tien grootste ondernemingen die broeikasgas uitspuwen.

Dictatuur

Olie, gas en dictaturen zijn synoniemen. Driekwart van de reserves rust in twaalf landen die autocratieën zijn. Vier voorbeelden zijn: China, Koeweit, Iran, Venezuela en de Verenigde Arabische Republieken. In 1960 ontstond de OPEC, de Organisatie van Olie-Exporterende Landen, en naast de zogenaamde Seven Sisters van toen, de privé-oliereuzen — vandaag zijn het er vier (ExxonMobil, Shell, ChevronTexaco, BP) met het Franse Total als junior — groeiden staatsgiganten die weerwerk bieden aan de ‘majors’ van vroeger.

Hun namen zijn bekend in de branche en daarbuiten vreemd, buiten het Russische Gazprom. In de rij passen Petroleos de Venezuela, Petrobras (Brazilië), PetroChina, Aramco (Saoedi-Arabië), NIOC (National Iranian Oil Company) en anderen. Die dirigeren eerder dan Shell en co de prijzen en de strategie. Willen of niet, geen ‘major’ kan vandaag zonder samenwerking met de concurrerende staatsoliebedrijven. Dat vraagt hoge diplomatie, wat Shell beoefent van bij zijn geboorte.

Een vermoeiende en onwelkome ontwikkeling voor Shell en consoorten is dat vandaag iedereen langs internet, met camera’s en mobieltjes, hun doen en laten kan volgen. Wat leidt tot dubbelzinnigheid en leugens. De ruige landen van winning botsen met de thuislanden met critici en aandeelhouders en een groeiende ethische streving. In de koloniale tijd ontbraken de pottenkijkers, vandaag zijn zij met miljarden.

Sterren

Shell en Unilever zijn de trots van Nederland en Groot-Brittanië. Deze sterren blijven schitteren terwijl ‘onze’ Generale Maatschappij van België smadelijk zonk door eigenwaan en domheid. Shell en Unilever verwaterden wel hun binationale identiteit en zijn fiscaal ingezetenen van het Verenigd Koninkrijk. Dat belet niet dat Shell en Unilever bij de noorderbuur grote activiteiten, veel aandeelhouders, belangrijke kantoren en laboratoria hebben. Helemaal anders dan GMB dat stervende werd in 1988.

Marcel Metze illustreert in zijn nieuwe boek de interactie tussen Shell en de Europese en de internationale samenleving. Hij exploreerde een kwarteeuw de archieven en de geheugens van actoren. Metze is met Shell niet aan zijn proefstuk en ontleedde in boeken Philips, de derde Nederlandse (verzwakkende) grootheid (met ooit belangrijke vestigingen in Vlaanderen). Metze: ‘Shell speelt op hoog niveau, met enorme inzetten, onder grote risico’s. Haar stijl is geraffineerd. Ze heeft hem ontwikkeld in permanente interactie met haar politieke en maatschappelijke omgeving(en), in dertien decennia vol conflict en spanning.’

Symbool

Daar horen onder meer de Brent Spar bij, een symbool van de losse omgang van de oliemulti’s met het milieu. De Brent Spar van Shell, in 1991 uit dienst genomen, was een opslagboot voor 300.000 vaten van 28 meter boven de zeespiegel en 109 meter eronder met een doorsnee van 29 meter. De Britse Shell-dochter wilde het gevaarte aan de rand van de noordelijke Atlantische Oceaan afzinken ondanks de 100 ton olie-overschotten en de 30 ton laag radioactief afval.

Het protest was hevig en internationaal. Onder de forse druk vroeg en kreeg de groepsdirectie de toestemming van de Noorse regering om de kanjer naar Stavanger te slepen voor de ontmanteling. Shell had er dieprode konen door, was intern verdeeld, en Greenpeace triomfeerde. De Brent Spar was een spelwisselaar voor het misbruiken van de oceanen als kerkhof voor afval.

Schijnheilig

Schijnheiligheid en public relations verstrengelden in 2000 bij de stichting van Shell International Renewables dat 500 miljoen dollar zou investeren in hernieuwbare energie. Deels trouwens oude wijn en een hergroepering van de minidivisie Non-Traditional Business met bosbouw als belangrijkste onderdeel.

In de jaren tachtig en negentig kocht Shell bosplantages of verrichte nieuwe aanplant in het zuidelijk halfrond en dat hout kon op den duur dienen als CO2-neutrale brandstof voor biogascentrales. In mei 2008 trok Shell zich terug uit de coalitie van de London Array, een gedurfd project voor 341 windmolens in de monding van de Theems. De Renewables-arm werd mee afgehakt en een nieuwe dada (met toekomst) dook op: CCS, Carbon Capture and Sequestration).

541 bladzijden lang, met de noten en het register erbij 623, verkent Marcel Metze 130 jaar oliegeschiedenis. Wierook verdient hij.

Frans Crols was hoofdredacteur en directeur van het economisch magazine Trends en na zijn 65 werd hij vrije pen van ’t Pallieterke, Tertio en Doorbraak.

Commentaren en reacties