Stefan Hertmans en de SS
Een historische roman als ‘De opgang’ verdient ook een recensie van het historische aspect, en niet enkel van het literaire.
Er is op deze webpagina’s al heel wat te doen geweest omtrent het nieuwe boek De opgang van de meermaals gelauwerde Vlaamse auteur Stefan Hertmans. Om niet in herhaling te vallen en zo de lezer te vervelen, zal ik me beperken tot enkele opmerkingen omtrent de ‘historische’ figuur van Willem Verhulst (1898-1975) en zijn betrokkenheid in de collaboratie.
August Borms
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Verhulst, toen nog een jongeling, actief in de activistische Groeningerwacht, en ontpopte hij zich tot een groot bewonderaar van dr. August Borms. Ten onrechte vreesde de jonge Verhulst dat hij na de wapenstilstand aangehouden zou worden. Hij vluchtte met zijn tien jaar oudere vriendin naar Nederland. Aan haar sterfbed leerde hij zijn toekomstige vrouw Mientje kennen. Later keerde hij samen met haar terug naar Vlaanderen, en vestigde zich voor zijn werk in Gent.
Hij engageerde zich onmiddellijk als Vlaams-nationalist en Groot-Nederlander in het Gentse flamingantische milieu. Hij werd lid van het Vlaamsch-Nationaal Verbond (VNV) maar nam er al in 1937 ontslag uit omdat het te weinig radicaal was. Vervolgens engageerde hij zich in de hyper-radicale Groot-Nederlandse kring rondom Roza de Guchtenaere, Firmin Parasie, Polidoor Karel Goossens en De Dietsche Voorpost.
Dietsche Actie
Nauwelijks hadden de Duitsers in mei 1940 Gent bezet of Verhulst bood al zijn diensten aan. De bezetters begroetten hem met open armen en legden hem in de watten. In de Ecole des Hautes Etudes —door franskiljons opgericht als gevolg van de vernederlandsing van de Gentse universiteit— in de Koornlei kon Verhulst zich vestigen.
Het door hem opgerichte Comité voor Dietsche Actie (CDA) verleende allerlei hand- en spandiensten aan de Duitse Sicherheitspolizei (Sipo) en Sicherheitsdienst (SD) van de SS. In feite zorgde Verhulst via zijn CDA voor de nodige vertrouwenspersonen (V-Leute), die in allerlei patriottische en weerstandskringen infiltreerden, en zo aan vertrouwelijke info kwamen. Deze V-mannen stuurden dan hun berichten door naar Verhulst, die ze vervolgens doorgaf aan de SS. Wat er vervolgens gebeurde, laat zich makkelijk raden. Deze informanten of verklikkers kenden enkel Verhulst; dat voor hun eigen veiligheid.
Oostfront
Willem Verhulst was in de eerste plaats een bureaumisdadiger of Schreibtischtäter. Af en toe deed hij echter in zijn SS-uniform mee aan een razzia en was hij verantwoordelijk dat aangehouden verzetslieden naar het folter- en ondervragingscentrum van Breendonk werden gebracht.
Tijdens de bezetting was hij ook actief lid van de SS-gezinde organisatie DeVlag van Jef Van de Wiele. Verhulst vond het VNV immers veel te slap. Zelf had hij er even aan gedacht om zich als vrijwilliger voor het Oostfront te melden. Dat idee bleef echter niet lang hangen vermits hij aan één oog volledig blind was.
Kort voor de bevrijding vluchtte hij samen met zijn vriendin Griet Latomme, die later zijn derde vrouw werd, naar Duitsland. In Bremen werd hij na de Duitse capitulatie aangehouden en naar België teruggebracht.
SS-Hauptsturmführer
In zijn faction-boek (een mengeling van fictie met non-fictie) komt Willem Verhulst tevoorschijn als een mens van vlees en bloed. Auteur Stefan Hertmans kon in zijn boek zijn tweede hoofdpersoon — dé hoofdpersoon in zijn boek is Verhulsts tweede echtgenote en moeder van zijn kinderen Mientje — niet ten voeten uit beschrijven. Dat was gewoon niet mogelijk. Daarvoor was een groot deel van het persoonlijke archief van Verhulst verloren gegaan. Het ontbrak de auteur aan de nodige egodocumenten. Juist voor de bevrijding had Verhulst ervoor gezorgd dat zijn privépapieren werden vernietigd.
Voor zijn boek deed Hertmans heel wat opzoekingswerk. Als documentaire, en in de geschiedenis gedrenkte roman mag zijn boek best geslaagd genoemd worden. Hier en daar begaat auteur weleens een vergissing. We beperken ons tot twee. Ik weet het, het is een beetje muggenzifterij maar de historische waarheid heeft nu eenmaal haar rechten. Daarom.
Op p. 133 gewaagt schrijver van ‘Herr Sturmscharführer’. Nu bij de SS werd het ‘Herr’ steeds weggelaten. Enkel bij het reguliere leger bestond het nog zoals ‘Jawohl, Herr Hauptmann’ (kapitein); bij de Waffen-SS luidde het: ‘Jawohl, Hauptsturmführer’.
Raf van Hulse
Op p. 193 lezen we — het betreft het bombardement op Ledeberg bij Gent op 5 september 1943: ‘Dan gaat de bel, lang, nadrukkelijk, iemand bonst op de deur, ze horen een mannenstem hysterisch om hulp roepen. Mientje rent naar boven en de gang op, ze opent het kleine raampje in de voordeur, en ziet Raf van Hulse huilend van angst staan; ze laat hem binnen, ze rennen samen naar de kelder. (…) [Dochter] Letta herinnert het zich alsof het gisteren was: daar zat ik naast die Raf van Hulse in onze kelder, zegt ze, die zat te rillen en te beven in zijn nazi-uniform, wij kinderen vonden het alleen maar spannend’.
Nu op dat tijdstip vertoefde Raf van Hulse als Kriegsberichter aan het Oostfront. Op 4 september 1943 schreef hij vandaar uit een brief naar zijn vrouw (zie mijn boek Raf van Hulse: een Vlaamse Kriegsberichter aan het Oostfront. Kortrijk, 2011, p. 144-145). Dat hij de dag erop zat ‘te rillen en te beven’ in de Gentse kelder van het gezin Verhulst zullen we maar toeschrijven — als romanschrijver mag hij dat uiteraard doen — aan de fantasie van de auteur. De bewaard gebleven briefwisseling van Raf van Hulse toont een ander beeld. Daarbij, als ervaren frontrat had hij wel erger meegemaakt.
Stefan Hertmans schreef alvast een bijzonder fascinerend boek over de flamingant, collaborateur, SS-man, charmeur en familieman die Willem Verhulst was.
Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.
Een groep vrienden woont op een ruw eiland voor de kust van IJsland de begrafenis van een medestudente bij, maar al snel volgen er vreemde gebeurtenissen.