Van Uilenspiegel tot Roeland: een degelijke geschiedenis van het Vlaams Huis in Gent
Van 1920 tot 2020: de geschiedenis van het Vlaams Huis in Gent, de conflicten, een bomaanslag en zoveel meer, nu in één rijk geïllustreerde uitgave.
Vele jaren lang bewaarde Oswald van Ooteghem het archief van het Vlaams Huis in Gent. Enkele jaren geleden vroeg hij de Leuvense historicus Peter van Windekens om er de geschiedenis van te schrijven.
Wie Van Windekens enigszins kent, weet dat hij een ervaren ‘archiefrat’ is die de onderste steen omdraait om toch maar niets aan het toeval over te laten. Gedurende een geruime periode diende hij evenwel zijn opzoekingswerk stil te leggen wegens de lockdowns tijdens de coronapandemie. Met een jaar vertraging verscheen nu zijn degelijke historische studie in boekvorm. Een paar weken voor de voorstelling van het boek overleed Oswald van Ooteghem op 98-jarige leeftijd. Voor het boek schreef hij onder de titel ‘De roman van een Vlaams Huis’ nog een Uitleiding bij het boek.
Fronters
Voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog bestond er een ‘Vlaamsch Huis’ in Gent maar hierover zijn geen of nauwelijks historische bronnen bekend. Elders, zoals in de streek van Aalst, lagen de daensisten aan de basis van menig Vlaams Huis. Na de oorlog schoten de Vlaamse huizen als paddenstoelen uit de grond. Tussen 1920 en 1940 waren er in de 1144 toenmalige Vlaamse gemeenten 537 Vlaamse huizen. In het arrondissement Gent-Eeklo met 82 gemeenten tellen we vijftien Vlaamse huizen. Centraal in dit boek staat dus het Vlaams Huis in Gent.
Het waren vooral de Vlaamse Oud-Strijders (VOS) die zich verenigden en aan de basis lagen van een aantal Vlaamse huizen. Her en der gebeurde dat in samenwerking met gewezen activisten, zoals in Gent. Ook de eerste Vlaams-nationale partij, de Frontpartij of de Fronters, waren op zoek naar vergaderlokalen en een veilige plek om hun secretariaat in onder te brengen. Op 17 augustus 1919 werd de samenwerkende vennootschap (SV) Uilenspiegel in Gent opgericht. In juni 1920 had de SV al 241 aandeelhouders. Drijvende kracht van de vereniging was de geboren organisator Jef Goossenaerts. Andere bestuursleden en mannen van het eerste uur waren: Boudewijn Maes, Oscar Dambre, Joris van Severen, Clovis Baert…
Den Uil
In de Korte Kruisstraat 3, in het historische centrum van de Arteveldestad, werd een ideaal tehuis gevonden voor het Vlaams Huis Uilenspiegel, in de volksmond Den Uil, genoemd. Alle Vlamingen waren er welkom. Het had voldoende ruimte om een gelagzaal, spijshuis met keuken, feestzaal, een theater, administratieve lokalen, studentenhuis, koffiehuis en woonruimte voor de uitbaters in onder te brengen.
Het ‘Vlaamsch Volkstooneel’ (1920-1930) van Jan Oscar de Gruyter, Staf Bruggen en Wies Moens maakte jarenlang dankbaar gebruik van de toneelzaal, dat na de nodige verbouwingen en aanpassingen plaats bood aan 620 personen. De Gentse en Oost-Vlaamse Vossen vonden er hun thuisbasis. In 1927 hielden ze er bijvoorbeeld een fel opgemerkte Vredestentoonstelling met internationale deelname. De Fronters hielden er tientallen meetings met sprekers als Boudewijn Maes, Rik Borginon, Staf de Clercq, Herman Vos, Joris van Severen, August de Wilde, Jeroom Leuridan… Ook werden er Sinterklaasmiddagen en filmvertoningen gehouden. Een pedagogische vereniging als Gezinsopvoeding in Vlaanderen hield er haar bijeenkomsten.
Roza de Guchtenaere pleitte in Den Uil voor amnestie en solidariteit met de activisten. De pas vrijgelaten August Borms kwam er spreken, alsook in 1928 de op vrije voeten gestelde Vlaamsgezinde communist Jef van Extergem. Een tijdlang was de redactie van het weekblad De Voorpost er gevestigd, waarvan Emiel Aers het secretariaat verzorgde. Ook het Algemeen Vlaamsch Hoogstudenten Verbond had er haar thuisbasis.
Minister op bezoek
Toen hij minister was, bezocht de Antwerpse socialist Camille Huysmans in 1926 het Vlaams Huis. Hij werd er met heel wat sympathie ontvangen. Tevens was Huysmans de eerste en enige minister die Den Uil bezocht.
Vanaf de stichting van het Verdinaso in het najaar van 1931 hield de beweging er talloze vergaderingen en meetings. Na korte tijd beschouwden de dinaso’s het huis als hun eigen partijlokaal. Dat viel niet bepaald in goede aarde bij de meeste leden van de raad van beheer. Heel wat linkse en extreem-linkse groeperingen kwamen op het pleintje voor de Uilenspiegel betogen. De dinaso’s zelf hielden zich niet bepaald op de achtergrond. Om hieraan paal en perk te stellen, kreeg het Verdinaso te horen dat ze vanaf 1933 niet meer welkom waren.
Daarna kwam het Gentse Vlaams Huis in een chaos terecht. Ook waren er dringende renovatiewerken nodig. Steeds was er geld te kort. Over deze moeilijke periode had ik toch graag als lezer wat meer gelezen. Deze moeilijke overgangsperiode eindigde met een naamsverandering. Vanaf 23 december 1934 kreeg het Vlaams Huis een nieuwe naam. Uilenspiegel veranderde in Elckerlyc.
Ganda
Vooral na de succesrijke mei-verkiezingen van 1936 werd Elckerlyc meer en meer een Huis waar het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) zich thuis voelde. De nieuwe sprekers waren thans Hendrik Jozef Elias, Reimond Tollenaere, Gerard Romsée, Jozef de Lille, Antoon Bockaert, August de Wilde… De Vossen bleven en tijdens de bezetting was het ook de thuisbasis van onder meer Winterhulp.
Na de bevrijding werd Elckerlyc als bij wonder gevrijwaard van plunderingen en vernielingen. Wel namen weerstanders voor korte tijd enkele lokalen in bezit om hun secretariaat in onder te brengen. Tussen 31 december 1946 en 30 juni 1947 vond er opnieuw een naamsverandering plaats. Tijdens die korte periode kreeg het huis de naam Ganda, waarna ze nogmaals herdoopt werd en de naam Roeland kreeg. Die naam bleef ze tot op heden aanhouden.
De eerste Vlaams-nationale vereniging die na de oorlog in het Gentse Huis introk, was de jeugdbeweging onder leiding van Staf Vermeire. In de nacht van 16 maart 1948 werd de omgeving opgeschrikt door een bom die in het Vlaams Huis ontplofte en veel schade veroorzaakte. De daders werden nooit opgepakt. Vermoedens gaan uit naar franskiljonse kringen.
Vriendenkring Sneyssens
De schade was aanzienlijk en de Roeland diende voor geruime tijd gesloten te worden. Na de heropening werd het gebouw onder meer het stamlokaal van de Gentse Volksunie die in 1954 het levenslicht zag. Ook de oud-Oostfronters van de Vriendenkring Sneyssens onder leiding van Oswald van Ooteghem vonden er hun thuisbasis. Andere verenigingen (zoals de Vlaamse Volksbeweging) volgden.
Roeland kende in de jaren 1960 en 1970 een grootse bloei. Maar op 27 augustus 1987 volgde de sluiting: partijpolitieke tegenstellingen tussen Volksunie en Vlaams Blok maakten het leven er onmogelijk, en de brandweer verklaarde de site onveilig voor verder gebruik. Daarna volgde de sloop. Historicus Van Windekens beschrijft het allemaal met veel kunde en kennis van zaken. In 1998 volgde de heropening onder de oude naam Uilenspiegel. In 2020 werd de honderdste verjaardag gevierd. Het boek is tevens een herinnering aan honderd jaar Vlaams-nationaal verenigingsleven in Gent.
Met meer dan zeshonderd eindnoten, uitgebreide bibliografie, tientallen illustraties in z/w en in kleur en met personenregister. Heel verzorgd uitgegeven. Enkel een ‘Franse’ titelpagina ontbreekt.
Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.
Een groep vrienden woont op een ruw eiland voor de kust van IJsland de begrafenis van een medestudente bij, maar al snel volgen er vreemde gebeurtenissen.