JavaScript is required for this website to work.

Volledige militaire geschiedenis van Vlaams Legioen te boek gesteld

Pieter Jan Verstraete14/4/2023Leestijd 3 minuten

Over het wel en wee van het Vlaams Legioen werden er al een aantal boeken geschreven. De meeste handelen evenwel over deelaspecten uit de geschiedenis van het Legioen (1941-1943), of beschreven het leven van een legionair. Auteurs als Frank Seberechts, Jan Vincx en Alfred Toelen auteur van het tweedelige Vlamingen aan het Oostfront bezorgden ons aanzetten tot de geschiedenis van het Vlaams Legioen. Een volledige militaire geschiedenis van deze Vlaamse eenheid ontbrak echter nog. In deze leemte werd thans voorzien door Philip Vanquaethem met zijn boek Vlaamse leeuwen, Duitse bevelen. Het Vlaams Legioen aan het Oostfront.

Kopcy

Tot nu toe golden de boeken van Toelen, zelf een gewezen Oostfronter, zowat als het standaardwerk over de geschiedenis van de Vlaamse militaire collaboratie aan het Oostfront. Maar zijn werk verscheen al in de jaren zeventig van vorige eeuw. Toen stond het beschikbare bronnenmateriaal slechts in beperkte mate ter beschikking. Bovendien was het oorlogsdagboek van het Legioen slechts tot einde juli 1942 bewaard gebleven. Daarna hield het op, en werd de geschiedschrijving erg anekdotisch en fragmentair. Slechts geleidelijk aan kwam er meer materiaal ter beschikking.

Aan de hand van heel wat nieuw bronnenmateriaal (ook Amerikaanse en Spaanse) en de vondst van een reeks Duitse stafkaarten slaagde Vanquaethem erin om een gedetailleerde militaire geschiedenis van het Vlaams Legioen uit de doeken te doen. Het was het resultaat van jarenlang intensief en diepgaand onderzoek. Een reeks ongebruikte stukken en dossiers kwamen naar boven. Hierbij sneuvelden heel wat mythes.

Steevast wordt tot op heden beweerd dat de Vlaamse legionairs de Russische dorpen Kopcy en later Semtitzy veroverden. Klopt niet, aldus schrijver. Ook werden de Vlamingen niet als kanonnenvlees door de Duitsers opgeofferd.

Bretoenen

Ook nieuw is het samen vechten van het Vlaams Legioen, dat tot de Waffen-SS behoorde, met grotere eenheden van het reguliere leger of Das Heer. Ook de zo geroemde Spaanse frontkameraden worden naar de prullenmand verwezen. Deze bleken helemaal niet zo kameraadschappelijk te zijn, en dachten vooral aan zichzelf toen de kogels rond hun oren begonnen te fluiten. Nieuw is tevens het feit dat in de herfst van 1941 even gedacht werd om Vlaamse en Bretoense vrijwilligers samen onder te brengen in een gevechtseenheid. Dat op vraag van de Bretoenen. Voor de oorlog bestonden er blijkbaar goede contacten tussen Bretoense en Vlaamse nationalisten. Iets dat toch nog nader dient onderzocht te worden.

We stipten het hierboven al even aan maar Vanquaethems onderzoek leverde hem een reeks schitterende gevechtskaarten van de Wolchow, de stellingen voor Leningrad en de slag bij Krasny Bor op. In het boek is bijna elk dorpje of stadje dat in de tekst voorkomt op kaart terug te vinden. Jammer echter dat deze kleurenkaarten veelal nogal kleintjes staan afgedrukt, zodat ze moeilijk ‘bekijkbaar’ zijn.

SS-Polizei Ost

Vaak van dag tot dag wordt de geschiedenis van het Legioen uit de doeken gedaan. Speciaal moet hier de Leningradperiode en de slag bij Krasny Bor vermeld worden. Deze staan immers grotendeels onvermeld in het oorlogsdagboek daar het voortijdig eindigde, en het vervolg blijkbaar verdwenen is. Met veel zin voor detail en aan de hand van de wel bewaard gebleven dagboeken van andere eenheden, die in de buurt van het Vlaams Legioen lagen, wist Philip Vanquaethem deze vervolggeschiedenis te recapituleren en te schrijven.

In de loop van haar geschiedenis vochten de Vlamingen samen met onder meer de 2de SS-Infanterie Brigade, de Kampfgruppe Burk, het SS-Begleit-Bataillon Reichsführer-SS en de 254ste Infanteriedivisie. Maar ook met niet eerder vermelde legerafdelingen zoals de SS-Polizei Ost en Polizei Regiment 16.

Pantsertrein

Naast grote en kleine frustraties—alle vragen konden immers niet beantwoord worden—deed schrijver ook enkele mooie vondsten. Zo kwam hij er achter dat het Vlaams Legioen in 1941 een tijdlang de beschikking kreeg over een heuse pantsertrein. In het ADVN vond Vanquaethem zelfs een foto van deze trein die in het achterland dienst deed in de strijd tegen partizanen. Immers in het begin van haar militair bestaan fungeerde een groot deel van het Legioen als antipartizaneneenheid. Pas later kwam ze aan het front terecht.

Daarnaast komen de verhalen van de Vlaamse strijders (onder meer van de onlangs overleden Oswald van Ooteghem) ruimschoots aan bod door middel van brieven, dagboeken en getuigenissen. Het boek krijgt hierdoor ook een menselijk gezicht. De verhalen worden ingelast in het grotere verhaal van de talloze frontgevechten. Van december 1941 tot in het voorjaar van 1943 bleef het Legioen schier onafgebroken aan het front. We vonden slechts enkele foutjes. Zo was Joris van Severen geen advocaat. Hij voltooide zijn studie in de rechten immers niet.

Het met veel verve geschreven en ruim geïllustreerde (onder meer uit de rijke verzameling van Luc de Bast) boek eindigt in de lente van 1943 wanneer het Vlaams Legioen ontbonden werd. In de plaats kwam de 6. SS-Sturmbrigade ‘Langemarck’, die in de herfst van 1944 kunstmatig opgewaardeerd werd tot een divisie. We kunnen enkel maar hopen dat Philip Vanquaethem ook dit werk op zich zal nemen. En misschien kan er dan een register aan toegevoegd worden? Zonder meer vervangt dit nieuwe boek de werken van Seberechts, Vincx en Toelen. Na meer dan twintig, dertig en meer jaren mocht dat wel eens gebeuren.

Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.

Commentaren en reacties