‘Walden’ nog steeds actueel
Henry David Thoreau (1917-1862) was een Amerikaanse natuurfilosoof, dichter en wandelaar. Zijn bekendste werk is Walden, een filosofisch verslag van zijn tweejarig verblijf in een boshut. Een boek dat tot de tijdloze klassieken behoort. Hij was een van de eersten die het wandelen voor het genoegen en verblijf in de ongerepte natuur als heilzaam voor lichaam en geest propageerde. Met …
Henry David Thoreau (1917-1862) was een Amerikaanse natuurfilosoof, dichter en wandelaar. Zijn bekendste werk is Walden, een filosofisch verslag van zijn tweejarig verblijf in een boshut. Een boek dat tot de tijdloze klassieken behoort. Hij was een van de eersten die het wandelen voor het genoegen en verblijf in de ongerepte natuur als heilzaam voor lichaam en geest propageerde. Met zijn vrees voor de oprukkende ontginning van de aarde en het materialisme van de mens was hij zijn tijd vooruit. Thoreau wordt dan ook beschouwd als een voorloper en een inspirator van de milieubeweging en van de ecologie als wetenschap.
Potloodfabriek
Nadat Thoreau aan Harvard College de klassieken, wiskunde, geschiedenis en moderne literatuur had gestudeerd, werkte hij enige tijd in de potloodfabriek van zijn vader en werd hij onderwijzer aan de dorpsschool. Al na korte tijd kwam hij in conflict met het bestuur omdat hij weigerde lijfelijke tuchtstraffen uit te voeren. Het bestuur eiste meer discipline van hem dan hij noodzakelijk achtte. Hij werd ontslagen en leidde dan drie jaar samen met zijn broer een progressief privéschooltje. Na het overlijden van zijn broer begon Henry op aanraden van zijn vriend Ralph Waldo Emerson te schrijven. Deze Emerson, van Duitse komaf, gaf leiding aan een groepje idealistische intellectuelen en lichtjes mystieke denkers, de transcendentalisten genaamd. Hij groeide uit tot een van de meest invloedrijke Amerikaanse denkers van de 19de eeuw.
Het was Emerson die Thoreau tot schrijven aanzette en aanraadde een dagboek bij te houden om al zijn waarnemingen te noteren. In een stuk oerbos dat Emerson in Concord (Massachusetts), de geboortestreek van Thoreau aankocht, liet hij toe dat zijn beschermeling een blokhut bouwde om er rustig te kunnen leven, te mediteren en zijn waarnemingen te noteren. Hieruit ontstond zijn boek Walden or Life in the Woods (1854).
Spartaans leven
Een van de meest aangehaalde passages uit het boek luidt: ‘Ik ging de bossen in omdat ik bewust wilde leven, om me alleen met het wezenlijke bezig te houden en te onderzoeken of ik niet kon leren wat het leven me moest leren, zodat ik niet op mijn sterfbed zou moeten ontdekken dat ik niet geleefd had. Ik wilde het leven diep doorleven en alle merg eruit zuigen, om zo dapper en spartaans te leven dat ik alles wat niet het leven was kon verdrijven.’
Op 4 juli 1845, Independence Day, bracht Thoreau zijn eerste nacht in zijn blokhut door. Om in zijn onderhoud te voorzien bebouwde hij een hectare grond met aardappelen, bonen, tarwe en maïs. Overschotten verkocht of ruilde hij op de markt. Hij leefde er zonder enig comfort. Dagelijks maakte hij zijn leven lang een wandeling van ongeveer vier uur.
Maar al te graag liet Thoreau doorschemeren dat hij de twee jaar en twee maanden in zijn blokhut in eenzaamheid sleet. Dat strookte echter niet met de waarheid. Bezoekers kwamen geregeld langs en hij woonde op amper drie kilometer van zijn ouderlijke woonst, waar hij veelvuldig langskwam.
Walden kan niet ingedeeld worden tot een bepaald genre. Het bezit een duidelijk autobiografische invalshoek maar bevat vooral ongeëvenaarde natuurbeschrijvingen waarbij de seizoenen elkaar opvolgen. Zijn beschrijvingen van eekhoorns, ijsduikers, kikkers, mieren en muizen van Walden komen niet alleen tot leven; ze worden bijna menselijk, bijvoorbeeld in zijn verslag over een veldslag tussen rode en zwarte mieren. Wat hij opmerkt over de natuur heeft een duidelijk morele strekking.
Boodschap
Daarnaast bevat het boek ook een reeks filosofische, visionaire, spirituele en maatschappij-kritische boodschappen, waarin hij kritiek levert op een aantal waarden van de Amerikaanse maatschappij, aan de vooravond van een enorme industrialisering; met name de zucht naar persoonlijk bezit en hard werken. Zijn kritiek op de steeds stompzinniger arbeid die zijn tijdgenoten moesten verrichten, was niet van de poes. Thoreaux stelde daar zijn eigen manier van leven als alternatief tegenover.
In de eerste plaats was het hem om zelfkennis te doen of zijn lezers te wijzen op de noodzaak van een onderzoek naar zichzelf.
Burgerlijke ongehoorzaamheid
Henry Thoreau was in alle opzichten een non-conformist. Zo weigerde hij belastingen te betalen aan een staat die de slavernij verdedigde en een bloedige oorlog tegen Mexico voerde. Hiervoor diende hij een nacht in de stedelijke gevangenis door te brengen. Achter zijn rug betaalde een tante van hem zijn achterstallige belastingen. Als gevolg hiervan doopte hij zijn pen in vitriool en schreef het essay De plicht tot burgerlijke ongehoorzaamheid (met als motto ‘de beste regering is die welke het minst regeert’) dat ook bij het boek werd gevoegd.
Felix Timmermans
In 1849 had Thoreau, die steeds een vrijgezel bleef, zijn Walden klaar. Toch duurde het nog tot in 1854 eer de eerste druk verscheen. Ondanks goede kritieken vond het boek maar weinig lezers. Toen was hij evenwel al door zijn artikels en levenswijze tot een goeroe uitgegroeid en had hij naam gemaakt. De tweede druk verscheen pas in 1862, het jaar waarin hij aan tuberculose stierf. Daarna is het altijd leverbaar gebleven, in honderden edities, en werd het vrijwel in elke moderne taal vertaald. Het boek is nog steeds verplichte lectuur in zowat alle Amerikaanse scholen.
Ook in het Nederlands verschenen er herhaaldelijk drukken. Hoezeer vertaler Anton Haakman zijn best ook deed, vormt het boek echter geen makkelijke lectuur. Het richt zich zowel tot natuurliefhebbers, filosofen, maatschappijcritici, vrijdenkers, vegetariërs en liefhebbers van escapisme en eenzaamheid. Het is thans eerder een cultboek dan een leesboek.
Bij ons lieten schrijvers als Frederik van Eeden (zijn eigen kolonie Walden) en Felix Timmermans (in zijn Pallieter) zich door Thoreau inspireren.
Het boek is verzorgd uitgebracht met een stevige harde kaft. De illustratie op het voorplat stelt de boshut van Thoreau voor.
Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.
Een groep vrienden woont op een ruw eiland voor de kust van IJsland de begrafenis van een medestudente bij, maar al snel volgen er vreemde gebeurtenissen.