Wees niet dom, Afrika is een macht
Een amusante, scherpe kritiek op blanke vooroordelen over Afrika, die met ijzige zinnen komaf maakt met de westerse feelgood-liefdadigheid.
Afrika is geen land is een olifant van een boek: groot, machtig, statig, amusant, aanlokkelijk. Dipo Faloyin is journalist, geboren in Chicago, opgegroeid in Lagos en woont in Londen. Hij kust zijn continent, colporteert zelfspot en ziet westerlingen als rovers. Wat hij bewijst.
Eén land zonder nuances
Woke’ers kunnen zaniken als dronkaards en je ontwijkt hen best. Dipo Faloyin heeft een sprenkeling woke over zich, echter blijft amusant, scherp en humaan. Zijn boek is een prachtig portret van de zwarte wereld in onze jaren twintig. Afrika telt 54 landen, ruim 2000 talen en 1,4 miljard bewoners.
90% van zijn gestolen kunstzinnige en religieuze artefacten worden gekluisterd buiten Afrika. Bezoek het AfricaMuseum in Tervuren, met een van de grootste verzameling maskers ter wereld. Dat erfgoed is bijeengegraaid door blanke legers, expedities, avonturiers en kolonisatoren. Afrika wordt bekeken als één land zonder nuances, eeuwig verdoemd tot behoeftigheid. Schaarste en safari vormen één pakket, niks ertussen.
Stereotypen
Auteur Faloyin is half Yoruba en half Igbo; Yoruba’s zouden enkel lol zoeken, Igbo’s willen goed leven. De netelige identiteit is de bron van misverstanden, spot en bewondering. Jezelf open en volledig kunnen definiëren is een voorrecht, is een genade die velen té normaal vinden, schrijft Faloyin. ‘De kans om een vergadering of een interview binnen te stappen of een politieman te confronteren, en respect krijgen en de kans om jezelf voor te stellen zonder vooringenomenheid, kan een leven bepalen, bevestigen en redden.’
Dipo Faloyin ramt de stereotypen uit Afrika. Hij somt lollig vijf filmscripts op met de ingrediënten die er traditioneel bij horen of gesleurd worden. Zoals de Blanke in kaki, de verlopen Zwarte met een rode baret en een kalasjnikov, de maagdelijke Witte en de zwoele Afrikaanse. Sedert 1912 zijn er vijftig remakes van Tarzan gefilmd: een blanke opgevoed door apen die zwiert van tak naar tak en slimmer is dan de wilden.
In werkelijkheid
Wat is de werkelijkheid? Lagos is vol. De bevolking is groter dan die van Londen, New York en Uruguay gecombineerd. Het is driemaal Johannesburg en Naïrobi, het dubbele van Caïro, en kan twintigmaal de burgers van Namibië huizen. De auteur zag nooit een olifant of een luipaard in Lagos. Noch een van de andere Big Five die geserveerd worden in een Afrikaans natuurpark. Een safari in Lagos levert de schranderste automecaniciens van de planeet op, torenhoge flatgebouwen, hightech en markten waar je ofwel vindt wat je zoekt, ofwel steeds geleverd krijgt wat je moet hebben als je het maar kan beschrijven.
Afrika is geen land is plichtlectuur voor de bestuurders, medewerkers, sympathisanten en donateurs van 11.11.11, Broederlijk Delen, Plan International en de dito goedmensen. Faloyin mitrailleert hun goede bedoelingen met ijzige zinnen. De jaren tachtig waren de verloving van popsterren met ‘charity‘: een nevenbusiness, soms ten voordele van graatmagere sloebers in de rimboe, maar eerder steeds ten voordele van het eigen feelgood.
Berlijn
Hoe het begon? In 1884 aan een hoefijzervormige tafel met vertegenwoordigers van veertien landen in de Berlijnse Wilhelmstrasse 77, de officiële residentie van kanselier Otto von Bismarck. De blikvanger was een kaart, indrukwekkend en fout: zestien voet hoog en voor 90% topografische flauwekul. De kusten van Afrika waren bekend, het binnenland was lichtjes bevingerd door priesters en slavenjagers. De verkavelaars van zwartland trokken voor 30% grenzen die rechte lijnen waren en talen, stammen, culturen separeerden. 200 etnische groepen werden opgesplitst en belandden in verschillende kolonies.
Voor de veertien delegaties bezat Europa het recht om het werelddeel te exploreren en te grijpen wat hun beviel. Wie eerst een gebied bezette, verwierf de eigendom. Tachtig procent van Afrika was vrij toen Bismarck de conferentie opende. Dertig jaar later was 90% in handen van Europa. Het eerste Afrikaanse land na de Berlijnse Conferentie groeide uit de passie van Leopold II. Congo Vrijstaat werd met geweren, bijbels, priesters en springerige grenzen een pseudo-natie.
Dipo Faloyin vergaloppeert zich in het gruwelverhaal over de afgehakte handen en de massamoord door de trawanten van Leopold II. Faloyin noemt tien miljoen doden door de koninklijke kolonisering, wat ondertussen is rechtgetrokken door waardevolle studies die het inwonersaantal van Congo Vrijstaat langs en rond de Congostroom en diens zijrivieren reduceren van 25 naar 10 miljoen. Waardoor de moorden, die er waren, veel en veel beperkter zijn. De 25 miljoen leidt al 120 jaar een eigen leven. Dit komt door een foute vertaling van een Engelse tekst van koningsvriend en explorateur Henry Morton Stanley.
Blank paternalisme, misgrepen en domheid
Dipo Faloyin is op zijn scherpst als hij na de opmars en de ondergang van de koloniale machten in de jaren zestig en zeventig opnieuw paternalisme, misgrepen en domheid ziet. Ditmaal niet ondersteund door wapens en nepverdragen, maar door cameraploegen. Denk aan acties voor Biafra en de staatsbezoeken van zangers aan de stokoude Nelson Mandela, wazig knikkend en wuivend, zonder te beseffen wie voor hem stond.
Spot dropt Faloyin met honderden kilo’s op de documentaire Kony 2012 over Joseph Kony, de krijger-slager aan het hoofd van het LRA (Verzetsleger van de Heer). Het leger dat dertig jaar Noord-Oeganda terroriseerde en tienduizenden kinderen en tieners kidnapte, seksueel misbruikte en tot kindsoldaat maakte. De bedoeling van de filmmakers Jason Russell, Laren Poole en Bobby Bailey in 2003 was goed. En dat geldt ook voor de liefdadigheidsstichting die volgde: Invisible Children. Het opzet van het trio was dat zij negen jaar aan hun prent zwoegden om een oorlogsmisdadiger te vatten en te straffen. Faloyin: ‘Afrikanen zouden dankbaar hebben moeten zijn voor de hulp. Wij waren dat niet. En wij lieten dat meteen weten.’ Tien dagen na de lancering van de documentaire werd Jason Russell gearresteerd aan zijn woning in San Diego, VS.
Verlosserscomplex
De snelstgroeiende industrietak van de VS is het zogeheten ‘White Savior Industrial Complex‘, schreef de Amerikaans-Nigeriaanse auteur Teju Cole en Kony 2012 was zijn bewijsstuk nummer één. In Afrika heerst er een langdurige frustratie om het Westen omdat het Afrika steeds beschrijft als functioneel hulpeloos, niet in staat om de eigen problemen op te lossen. Daarbij horen de brutale beelden van dood, vernietiging, uitgemergelde kinderen en corruptie om dat idee te vereeuwigen. Het continent wordt bewoond door dutsen die niet weten wat goed is voor hen. Afrikanen kunnen nooit de oplossing zijn om hun werelddeel te verbeteren en het westen moet er steeds zijn om de boel op te kuisen.
Kony 2012 ging heel ver en was onder meer een oproep om soldaten naar Oeganda te sturen om zich te mengen in de dynamiek van een diep geworteld en langdurig lokaal conflict. Iedereen kent de beelden van een totaal verwarde Gaddafi die uit een rioolbuis de dood wordt ingesleurd na veertig jaar Libië te hebben geterroriseerd. Is Afrika uitsluitend het territorium van politieke beesten en despoten als Gaddafi, Idi Amin en de beulenfamilie Nguemas van Equatoriaal Guinea? Neen. Minder dan tien procent van dat continent leeft onder autoritaire geweldenaars.
Faloyin: ‘In donker Afrika, waar diep donkere dingen gebeuren, is een diepe duisternis neergedaald over jonge donkere kinderen en de enige manier om die donkerte te keren is om er een glanzend wit licht over uit te stralen.’ Resultaat: Afrika is de negatieve beeldvorming kotsbeu en dat resulteert onder meer in No White Saviors (NWS) in Oeganda, een liefdadigheidsorganisatie sinds 2018, met alleen al op Instagram een miljoen volgers.
Erfgoed
‘Het moeilijkst te verteren is hoe weinig men van Afrika verwacht’, verzucht Fayolin, voordat hij uitvoerig de beroving van het Afrikaanse culturele erfgoed schetst. 90% van dat erfgoed blijft buiten het werelddeel opgeslagen. Het merendeel van deze honderdduizenden goederen is het resultaat van koloniale plunderingen. Een deeltje wordt geshowd in musea, die zelfs vaak niet weten wat zij op voorraad hebben, en het grootste part vult de ingewanden van de toonplekken.
Het zeer is oud. De Britse premier Gladstone (1809-1898) veroordeelde in het parlement de plundering van het paleis en fort van Maqdala, de troonplaats van de Negus van Ethiopië (toen Abessinië genaamd), en het overbrengen van die politieke en religieuze (christelijke) schatten naar Groot-Brittannië. In het parlement antwoordde Robert Napier, die de invasie van Abessinië leidde, dat de meest heilige voorwerpen — de kroon en een kelk — zo vlug mogelijk zouden worden teruggezonden. Dit was in 1871. De kroon en de kelk zijn onverkort trofeeën van het British Museum.
En zo drijven de westerse museums, ondanks de recente beloften van teruggave en een plechtige verklaring van 2002 van het Louvre, Guggenheim, Metropolitan Museum en vijftien soortgenoten over de rol van universele museums, onbeschaamd op grootschalige diefstal. Ze gebruiken het n-woord niet meer, maar dat is schijnheiligheid. Afrika is voor hen te kinderachtig om zijn eigen scheppingen te beheren en te behoeden.
Afrika is geen land is verkrijgbaar in onze webwinkel.
Frans Crols was hoofdredacteur en directeur van het economisch magazine Trends en na zijn 65 werd hij vrije pen van ’t Pallieterke, Tertio en Doorbraak.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.