JavaScript is required for this website to work.

De ideale zondebok: de schuldige witte man

Jean-Pierre Rondas14/12/2021Leestijd 4 minuten
TitelSchuldig over de hele lijn
SubtitelHoe de witte man de ideale zondebok werd
AuteurPascal Bruckner
UitgeverDavidsfonds, Antwerpen
ISBN9879022338445
Onze beoordeling
Aantal bladzijden272
Prijs€ 24.99
Koop dit boek

We moeten leren om vreemdeling in eigen huis te worden, althans volgens de kaste van woke hysterische activisten.

MeToo is een syndicale beweging voor de promotie van actrices met professionele ambities. LGBT enzovoort is een zelfparodiërende alfabetsoep van uitgevonden identiteiten, opgesloten in de kooi van de vermenigvuldiging van classificaties. Wie de potentiële transgenders ook echt opereert doet aan medisch-prometheïsch voluntarisme, overgoten met een cosmetische woordensaus.

Witte man

Vrees niet, ik heb hier slechts enkele citaten uit Pascal Bruckners boek over de witte man samengebracht. De lezer kan er onmiddellijk aan merken dat als deze Franse essayist en publicist iets wil zeggen, hij het duidelijk zegt. Zijn pas in het Nederlands verschenen boek over de schuldige witte man bevat tal van dergelijke uitdagende omschrijvingen en dodelijke definities zoals ik hierboven heb geciteerd, en dan heb ik er niet eens de ergste uitgehaald. Sommige zinnen zou ik zelfs alleen in het Frans willen citeren, dat is veiliger.

De ondertitel van het boek luidt: ‘Hoe de witte man de ideale zondebok werd’. De Franse titel spreekt van ‘Un coupable presque parfait’ – een allusie op die spreekwoordelijke ‘almost perfect crime’. Alleen is noch de misdaad noch de schuldige helemaal perfect, en zitten er grote gaten in de redenering die de schuld opbouwt. Over die gaten gaat dit boek. Het gaat over de modieuze constructie van de aloude zondebok, waarvan we weten dat die slechts dient om andermans schuld uit te wissen.

Hysterisch activisten

De witte man is de carno-fallo-logocentrist. Hij eet ecologisch onverantwoord veel vlees, hij is een fallocraat wiens pik het middelpunt van de wereld vormt, en hij spreekt en schrijft veel te veel. Bruckner beperkt zich in het eerste deel van zijn boek tot de witte man als verkrachter, en in het tweede deel tot de witte man als racist. De auteur citeert uit talrijke bronnen, zodanig dat zijn omschrijvingen representatief lijken voor de gedachtengang van een hele kaste van woke hysterische activisten.

Witte superverkrachters

In zo’n vertoog is de man gewoon, altijd en uit zichzelf een verkrachter, klaar. Zijn penis is een massavernietigingswapen en hijzelf een predator, een roofdier. Toch is er nog iets anders aan de hand: niet alle verkrachters zijn namelijk gelijk. Sommigen onder hen zijn het minder dan anderen.

De ‘witte’ is de superverkrachter, terwijl de niet-witte meestal geëxcuseerd wordt. Verkrachting stopt bij huidskleur, en focussen op verkrachting door mensen van kleur is stigmatiserend en dus racistisch. Als blijkt dat aanranders niet wit zijn, komt er een petitie tegen het strafbaar stellen van seksuele intimidatie op straat…

Tegen heteroseks

Volgens Bruckner is het ware doel van al dit genderactivisme de afschaffing van de heteroseksualiteit. Het binair lichaamsstelsel, dat maakt dat we in de waan verkeren mannen en vrouwen te ontmoeten, is een gevolg van eeuwenlange manipulatie. Volgens Simone de Beauvoir word je immers niet als vrouw geboren. Vrouw word je. Seksuele binariteit berust dus op sociale constructies. Als historische ‘uitvinding’ heeft heteroseksualiteit overigens de koloniale en racistische overheersing gestructureerd. Biologie (menstrueren, een vagina hebben) is politieke camouflage.

Om de voorlopig nog onvermijdelijke contacten tussen zogenaamde mannen en zogenaamde vrouwen te reguleren worden aan Amerikaanse universiteiten ‘intimiteitscoördinatoren’ aangesteld, die er met ‘preventieprogramma’s’ voor moeten zorgen dat seksuele contracten worden nageleefd. Moeilijker is het verhinderen van ‘lookism’, waardoor mannen via hun male gaze aan eye raping, oogverkrachting gaan doen. Maar via Implicit Association Tests kan men in elk geval de verborgen vooroordelen over vrouwen aan het licht brengen. Het staat allemaal in het eerste deel van Bruckners boek.

De biologieparadox

Een fameuze tegenspraak in het woke denken verbindt het eerste met het tweede deel. Voor de Beauvoir-getrouwe genderfanaten is namelijk biologie zoals hierboven gedefinieerd slechts een constructie. Je kan die biologie altijd wegconstrueren. Maar voor de pigmentair waanzinnigen is biologie juist wèl de nieuwe lotsbestemming, waar blank roomwit is en zwart pikzwart and never the twain shall meet. Deze paradox staat niet bij Bruckner, maar hij levert er wel het materiaal voor aan.

De witte man is racist zoals dollekervel giftig is. Wit is een overheersingsstructuur die verantwoordelijk is voor zowel de shoah als het kolonialisme; die twee zijn namelijk ‘hetzelfde’. Daarmee hebben de witten voor altijd een onuitwisbare historische schuld op zich geladen. En vermits elke witte gelijkstaat aan alle witten die ooit hebben bestaan, moet elke witte ook voortdurend verantwoording afleggen. Een zwarte daarentegen is nooit aansprakelijk.

Ook cultuur lijdt aan dit ‘atmosferisch racisme’. Klassieke muziek is bijvoorbeeld ‘te wit’ en niet aangepast aan de superdiversiteit waarin we vandaag leven. De taal zelf is racistisch: de moeilijkheden om bijvoorbeeld Frans te leren vormen een belediging van de gelijkheid van alle mensen. Cultuur en kunst zijn opslagplaatsen van de vreselijkste racistische en machistische gruwelen. Zo bevatten de werken van de schilders Balthus, Gauguin, Fragonard en Schiele aansporingen tot verkrachting. Zo wordt de recente geschiedenis van de Westerse cultuur een eindeloze ‘bevrijding’ met steeds weer nieuwe verboden.

Cultuurrelativisme, wat anders

Dit alles komt voort uit een misbegrepen cultuurrelativisme dat zegt dat er een aparte zwarte en een aparte witte ‘rede’ bestaat, waarbij négritude en afrocentrisme anders denken dan het Eurocentrisme. In het moderne antiracistische racisme en rootisme blijven culturen ‘aan hun wortel gekluisterd zoals een oester aan haar rots’ – nog zo’n zin van Pascal Bruckner die de moeite van het citeren waard is.

In een laatste deel waarschuwt de auteur voor onze huidige immigrationistische paus Franciscus voor wie gastvrijheid voorgaat op soevereiniteit. Daar wordt het ook duidelijk dat N-VA er goed aan gedaan heeft zich te distantiëren van het Marrakeshpact. Voor alle wereldorganisaties, de Kerk incluis, zijn we kolonisten in eigen land en voor kolonisten geldt dat ze weg moeten. We moeten leren, zo zegt een van Bruckners vele bronnen, om vreemdeling in eigen huis te worden. Wie aanvoelt dat hij dat niet wil, kan in dit boek inspiratie opdoen om te argumenteren waarom hij dat niet wil.

 

Verkrijgbaar in onze online boekhandel: boeken.doorbraak.be  (gratis verzending)

Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'.

Commentaren en reacties