JavaScript is required for this website to work.

Woke op de werkvloer

Externe Auteur23/3/2023Leestijd 7 minuten

‘Het spook van woke’ en ‘Wokabulary’: twee boeken waarmee filosoof Floris van den Berg de woke-problematiek op een persoonlijke manier benadert.

Over woke zijn de laatste tijd vele boeken verschenen, ook in het Nederlands. Twee boeken erover zijn van de Nederlandse filosoof Floris van den Berg. Een van de vele deugden van die twee boeken zijn wat mij betreft dat Van den Berg het onderwerp ook via een persoonlijke invalshoek benadert. Wat betekent woke voor een alledaagse docent aan een universitaire instelling? Is hij zijn leven nog zeker? Kan hij zijn Lehrfreiheit nog realiseren? Of staat hij min of meer bibberend voor de groep, niet wetend welke uitspraak hem nog duur kan komen te staan?

‘Duur’ wil in dit verband zeggen: hij kan een vernederende berisping van de kant van de universitaire bestuurders krijgen, waarmee hij elk respect van zijn studenten verliest. Hij kan in aanmerking komen voor een verplicht ‘verbeteringstraject’. En in het ergste geval: een onschuldige opmerking, gemaakt tijdens de les (of zelfs tijdens een clandestiene opname, zoals gebeurd is aan de Universiteit van Antwerpen) kan een grond vormen voor een oneervol ontslag, waardoor hij nergens meer aan de slag kan komen. Immers, wie neemt iemand aan die op een dergelijke manier gestigmatiseerd is? Ten aanzien van gevoelige onderwerpen, dat wil zeggen onderwerpen die woke als zodanig heeft aangemerkt, is het op eieren lopen voor docenten.

De problemen van woke voor een docent

Van den Berg is de enige auteur over woke die ik ken, die ook persoonlijk aangeeft hoeveel last hij heeft van de woke-pandemie. Het ongemak van ‘woke op de werkvloer’, zal ik maar zeggen. Hoewel, hier moet ik mijzelf enigszins corrigeren, want ook de Britse geleerde Steven Greer heeft hierover onlangs een boek geschreven. In een recent verschenen autobiografische analyse heeft terrorisme-deskundige Greer laten zien hoe hij gecanceld werd aan de Universiteit van Bristol. Tegenwoordig vreest hij zelfs voor zijn leven, omdat hij is aangeklaagd wegens ‘islamophobia’ (een typisch woke begrip, zie Van den Bergs Wokabulary, blz. 90). Greer doet dat in Falsely accused of islamophobia: My struggle against academic cancellation, Academia Press, Washington – London 2023.

Wat is de achtergrond van het conflict?

Greer is de schrijver van het eveneens voortreffelijke boek Tackling terrorism in Britain: Threats, responses, and challenges twenty years after 9/11, Routledge, London and New York 2022. Helemaal niets mis met dat boek. Uitgegeven bij een academische uitgever. Peer reviewed. Alle hobbels genomen. Maar Greer besteedt wel aandacht aan het islamisme als een criminogene factor. Dat wil zeggen: een factor die hedendaags terrorisme drijft. Niet als enige factor, natuurlijk (er zijn vele motieven voor terrorisme), maar wel als een van de belangrijkste drijvende krachten. Islamistisch terrorisme is een feit. Een goed gedocumenteerd feit ook. Ik heb het zelf geïdentificeerd als islamistisch ’theoterrorisme’ in mijn boek Theoterrorism v. freedom of speech: From incident to precedent, Amsterdam University Press, Amsterdam 2019.

Wat is dan het probleem met het aanwijzen van islamisme als een motiverende factor van terrorisme? Het probleem is dat je dat tegenwoordig niet meer, althans niet gemakkelijk, kan zeggen. Je legt immers een relatie tussen ‘islam’ of ‘islamisme’ enerzijds en terrorisme anderzijds. En ook al schreeuwen de terroristen van de daken dat de islam, en niets anders dan de islam, de inspiratiebron is voor hun terroristische aanslag, je wordt geacht als verlichte progressieve intellectueel te zeggen dat we in het geval van een jihadistische terrorist in wezen te maken hebben met een ‘verwarde man’.

De woke-studenten en docenten die naar hun pijpen dansen, praktiseren dit paradigma met grote volharding. De woke studenten achten het ‘discriminerend’ om een relatie te leggen die de theoterroristen zélf expliciet leggen, en daarbij ook nog de relevante soera’s citeren. Dus ook al heb je wetenschappelijk gezien het gelijk aan je kant (in de zin dat islamisme een motiverende factor is voor terroristen), dan nóg wordt je geacht dat niet te zeggen. Immers, ideologie gaat voor op wetenschap, in de woke-ideologie. En dat is ook de essentie, een definitie zelfs, van woke: ideologie gaat voor op wetenschap.

Greer komt dus in de problemen omdat zijn wetenschappelijke integriteit conflicteert met wat de woke-studentengemeenschap van hem vergt. Daarover gaat zijn boek. Een persoonlijk verhaal, dus. Maar goed, afgezien van Greer zie ik weinig andere schrijvers over woke die het onderwerp vanuit een persoonlijke invalshoek benaderen. Wel bij Van den Berg.

Van den Berg over zijn angsten

Van den Berg schrijft in Het spook van woke: ‘Het is persoonlijk, maar ik schrijf het toch maar: ik ben bang om te worden gecanceld, om door woke studenten en twitteraars te worden beschuldigd met het risico om mijn baan te verliezen’ (blz. 132). Ook schrijft hij dat het al meerdere keren is gebeurd dat hij op het matje is geroepen door de universitaire bestuurders (blz. 123).

Die angst (of — als u dat te hoogdravend vindt — zorg) heb je als docent niet alleen voor je eigen studenten, maar ook voor mensen die zich via de sociale media in de discussie mengen. Misschien zijn die nog wel de ergste, helemaal wanneer een pseudoniem ze een zekere immuniteit geeft. Hier is een lang citaat van Van den Berg waarin hij dit uitlegt:

‘Ik ben de laatste jaren bang, niet alleen voor studenten tijdens college met hun beschuldigende vragen, maar ook voor anonieme klagers die bij de universiteit hun beklag doen. Het management gedraagt zich als “nuttige idioten” in deze gang van zaken. Op klachten vindt de reflex plaats: “waar rook is is vuur” en het lijkt gerieflijk om tegemoet te komen aan de klagers. Maar het klagen zal niet stoppen. Het zal nooit stoppen. Tegen wokisme is geen kruid gewassen. En zo loop je het risico tussen hamer en aambeeld te komen. Censuur en inquisitie komen terug, midden in de open samenleving waarin de vrijheid van expressie en academische vrijheid basisbeginselen zouden moeten zijn. Via wokisme vindt er onder het mom van het bestrijden van discriminatie een metamorfose plaats naar een totalitaire samenleving compleet met een gedachtenpolitie’ (blz. 120).

Het postmodernisme en woke

Waar komt woke vandaan? Vaak wordt verwezen naar recente bronnen als Black Lives Matter, maar ik denk dat Van den Berg gelijk heeft wanneer hij de bronnen daarvan aanwijst in de beweging van het postmodernisme. Van den Berg citeert een typische woke-zin: ‘We must now devalue white, Western ways of knowing for belonging to white Westerners and promote Eastern ones (in order to equalize the power imbalance)‘ (We moeten nu de blanke, westerse manieren van kennis devalueren als iets wat aan blanke westerlingen toebehoort, en oosterse manieren promoten (om de machtsonevenwichtigheid gelijk te trekken’) (blz. 120).

Van den Berg geeft daarop het commentaar: ‘Hoe absurd bovenstaande claim ook lijkt, ik merk dat studenten regelmatig beschuldigende opmerkingen met een dergelijke strekking maken. Blijkbaar heeft het postmoderne denken zich via kanalen die toegankelijk zijn voor jongeren, verspreid. Ik neem niet aan dat mijn studenten (die filosofie als bijvak hebben) ook maar een letter gelezen hebben van postmoderne denkers als Deleuze, Lyotard, Derrida, Žižek of Foucault. Toch hebben ze zich de slogans toegeëigend die ze met verve de wereld in roeptoeteren. Ze denken dat ze kritisch en autonoom zijn maar ondertussen zijn zij totalitaire dwingelanden die een terreur van censuur en ontslagen veroorzaken.’

Ik denk dat Van den Berg daarin gelijk heeft. We hebben als universiteiten die postmoderne filosofie ook veel te gemakkelijk geadopteerd. De houding van kritische onderzoekers was: ‘Het is onzin. Het is lachwekkend.’ Sommigen, zoals Sokal en Bricmont, in Impostures intellectuelles, Ed. Odile Jacob, Parijs 1997, lieten zien wat voor onzin het was door, middels een experiment, in postmodern jargon opgestelde absurde artikelen naar peer-reviewed tijdschriften op te sturen, en die dan nog geplaatst te krijgen ook.

Maar wat niemand kon vermoeden, is dat het postmodern geloof eens zo gevaarlijk zou worden dat kritische onderzoekers de universiteit uit zouden worden gedreven die zich niet conformeren aan het prijzen van de nieuwe kleren van de keizer. Niemand had kunnen vermoeden dat de onzin zich zo sterk zou verbreiden, en er een nieuwe orthodoxie zou ontstaan, met eigen kindsoldaatjes (de geïndoctrineerde studenten), die hun docenten het vuur aan de schenen leggen.

De discussie rond Laurens Buijs (Universiteit van Amsterdam)

Aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) woedt nu een discussie over een uitspraak van docent Laurens Buijs die zich, vanwege een kritische opmerking over ‘non-binariteit’, een vermeend non-binaire student(e) tegen het harnas heeft ingejaagd. Die student(e) eist nu de ‘schorsing’ van de docent. En nee, dat wordt niet weggelachen door het universitaire establishment.

Nee, aan de student(e) wordt niet uitgelegd door een studieadviseur, decaan, rector of wie dan ook dat de universiteit er is om studenten iets te laten leren van hun docenten in plaats van omgekeerd. Dat vinden we heel moeilijk tegenwoordig. Autoritair. Discriminatoir. Niet-inclusief. Zo niet racistisch. Kortom, hoe ver woke de universiteit is binnengeslopen, kan men opmaken uit de totaal lakse en fataal onpartijdige houding van het bestuurlijk establishment, inclusief de minister van onderwijs.

Ik geef hier nog even de ‘trigger warning‘ weer, waarmee de woke-studenten Buijs proberen uit de universiteit te werken:

gf

De laatste drie eisen van dit ’tegeltje’ zijn natuurlijk volstrekt absurd. En als universitaire bestuurders hiertegen niet krachtig stelling durven te nemen dan is de universiteit als vrijplaats voor kritisch denken opgegeven. Het is heel goed begrijpelijk dat Van den Berg en andere docenten, die zich nu stil houden, dit soort verklaringen vrezen. Waarom? Omdat die studenten zo machtig zijn? Nee, zij vrezen dat omdat de universitaire bestuurders te laf zijn om hiertegen stelling te nemen. Woke is diep geïnfiltreerd in de universiteit. Het spoke van woke is heel machtig geworden.

Kritiek op de boeken van Van den Berg

Heb ik ook nog kritiek op de boeken van Van den Berg? Die heb ik zeker. Die kritiek schuilt erin dat Van den Berg een enorm zelotische benadering heeft van wat hij ziet als de milieucrisis. Bijna Greta Thunbergiaans. En dat is nog tot daar aan toe, maar Van den Berg vindt dat mensen die iets anders in die discussie staan dan hij, weinig plaats verdienen aan een universiteit.

Daarmee komen we dus in een lastige spagaat. Het ene woke-geloof lijkt te worden ingewisseld voor een ander woke-geloof. Met alle, laat ik zeggen, ‘weinig inclusieve’ consequenties van dien. Van den Berg is volstrekt kritisch als het aankomt op religie en islam, maar een true believer als het gaat om klimaatverandering en milieu. Een organisatie als Clintel zal hij afdoen als wappies. Als charlatans. En je gaat toch aan een universiteit voor astronomie niet net zoveel ruimte inruimen als voor astrologie? We kunnen toch niet de platte-aardeaanhangers net zoveel zendtijd geven als de volgelingen van Galileo?

Ik begrijp dat wel, en daarin zit ook een kern van waarheid, maar Van den Berg gaat veel te ver. Zijn voorliefde voor de Verlichting dreigt te ontsporen in een sciëntisme à la Auguste Comte.

Is dat erg? Dat vind ik niet. Het spoke van woke en het Wokabulary zijn twee prachtige, onderhoudende, zelfs spannend geschreven boeken die een belangrijke plaats verdienen in het groeiend oeuvre aan woke-kritiek. Bij die woke-kritiek staat veel op het spel. Niets minder dan de redding van de universiteit, eigenlijk. En die dreigt ten onder te gaan aan politiek-ideologisch geweld van de wokies. We moeten bestuurders steunen die het durven daaraan weerstand te bieden. De boeken van Van den Berg zijn daarbij van grote betekenis.

De besproken werken

Titel: Het spook van woke
Subtitel: Een vrolijk vaccin tegen cancel culture, identiteitspolitiek en ander onheil
Auteur: Floris van den Berg
Uitgever: Aspekt
ISBN: 9 789464 629262
Prijs: 24,95
Onze beoordeling: * * *
Aantal bladzijden: 251

Titel: Wokabulary
Subtitel: Kritisch Wokewoordenboek
Auteur: Floris van den Berg
Uitgever: Aspekt
ISBN: 9 789464 620009
Prijs: 19,95
Onze beoordeling: * * * *

Beide werken zijn verkrijgbaar bij onze webwinkel.

Paul Cliteur is onder andere de schrijver van De uitdaging van het postmodernisme (1992).

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties