JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Regeringsvormingen in België: hogere wiskunde

Bart Maddens11/5/2014Leestijd 4 minuten

Bart De Wever wil na de verkiezingen eerst snel een Vlaamse regering vormen met CD&V. Die Vlaamse as wil hij dan vervolgens gebruiken als hefboom bij de federale regeringsonderhandelingen. Dat was zaterdag groot nieuws en kwam gisteren ook uitgebreid aan bod in het debat De Wever-Peeters. Het was nochtans al langer bekend dat de N-VA aanstuurt op zo’n scenario. En het komt evenmin als een grote verrassing dat CD&V dat helemaal niet ziet zitten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

CD&V wil zich niet opnieuw, zoals in 2007 en 2010, laten opsluiten in een alliantie met de N-VA. CD&V wil ook tot elke prijs vermijden dat de N-VA wel in de Vlaamse maar niet in de federale regering terecht komt. Dan kan de N-VA in Vlaanderen het mooie weer maken, maar wel naar hartenlust de federale coalitie onder vuur nemen en destabiliseren. CD&V vreest ook dat N-VA in zo’n scenario niet loyaal zal meewerken aan de uitvoering van de zesde staatshervorming. Dat liet Kris Peeters een paar weken geleden al duidelijk verstaan.

Als gevolg van de verbrokkelde bevoegdheidsoverdrachten wordt de uitvoering van de zesde staatshervorming een bijzonder complexe en delicate onderneming. Er moeten niet minder dan 26 samenwerkingsakkoorden worden afgesloten. Dat zijn evenveel kansen voor een door de N-VA gedomineerde Vlaamse regering om stokken in de wielen te steken, of om bijkomende bevoegdheidsoverdrachten af te dwingen. En dan is er nog de andere nucleaire fall-out van de zesde staatshervorming: de afwikkeling van de akkoorden van Sainte-Émilie, de Russische roulette bij de tweetalige Kamer van de Raad van State, de vraag naar een herfinanciering van de kinderbijslag in Brussel, enzovoort. Om te vermijden dat dit explosieve mengsel tot ontploffing komt moet er een stabiele politieke constellatie komen, vindt CD&V. Dus zeker geen Vlaamse regering mét N-VA en een federale regering zonder.

De kans dat het droomscenario van Bart De Wever werkelijkheid wordt lijkt op het eerste zicht dus niet zo groot. Het scenario zou wel iets realistischer zijn wanneer CD&V niet incontournable is in een centrumrechtse regering. Als de N-VA ook met de Open Vld een meerderheid heeft in Vlaanderen, dan kan de N-VA CD&V en Open Vld tegen elkaar uitspelen. Dan zou het wel eens kunnen dat één van die twee snel toehapt, uit vrees om uit de boot te vallen. Maar het is twijfelachtig of de combinatie N-VA-Open Vld aan een meerderheid zal komen. Want beide partijen vormen voor een stuk communicerende vaten. Als Open Vld hoger scoort dan verwacht, zal dat wellicht ten nadele zijn van N-VA. En bovendien zullen de traditionele partijen allicht zo lang mogelijk de optie open willen houden van een Vlaamse regering zonder de N-VA, als dat mathematisch mogelijk is.

Vooral in de Franstalige media verschenen er de jongste weken doorwrochte analyses over de mogelijke scenario’s in het post-25 mei-tijdperk. De meeste analisten zijn het erover eens dat een onmiddellijke vorming van de deelstaatregeringen weinig waarschijnlijk is. In een eerste fase zal men wat temporiseren op deelstaatniveau en afwachten wat er op federaal niveau gebeurt. Daarbij wordt vaak verwezen naar het precedent van 1988. Toen leidde de snelle vorming van een Vlaamse coalitie (met CVP en PVV) tot een lange blokkering van de federale onderhandelingen. Het heeft het uiterste gevergd van Jean-Luc Dehaenes loodgieterstalent om die situatie te deblokkeren. De traditionele partijen hebben daaruit lessen getrokken. Nadien hebben ze regeringsvorming op deelstaatniveau altijd laten afhangen van de federale coalitiegesprekken, tenminste bij samenvallende verkiezingen.

Maar diezelfde waarnemers gaan er ook van uit dat men die temporisering op deelstaatniveau niet eindeloos zal kunnen rekken. Als de federale regeringsvorming aansleept, dan zal de druk op een bepaald moment zeer groot worden om toch deelstaatregeringen te vormen. In Vlaanderen zal die kritische drempel waarschijnlijk worden bereikt rond de symbolische datum van 11 juli. Dan gaat het Vlaams Parlement normaal gezien met reces. Het zou een blamage zijn voor de Vlaamse politiek als er dan, 47 dagen na de verkiezingen, zelfs nog geen uitzicht is op een Vlaamse regering.

Er wordt ook algemeen verwacht dat de vorming van de deelstaatregeringen onderhevig zal zijn aan een domino-effect. Van zodra één deelregering wordt gevormd zullen de andere snel volgen. Dit betekent ook dat het temporiseringsscenario waar ik het hierboven over had flink wat discipline zal vergen van de partijen op alle niveaus. Lang temporiseren is enkel realistisch wanneer een onmisbare partij op de rem staat. Als CD&V incontournable is in Vlaanderen, dan kan CD&V het zich gemakkelijk veroorloven om de vorming van een Vlaamse regering lang te rekken. Maar als CD&V niet onmisbaar is, bijvoorbeeld omdat er ook een coalitie N-VA-Open Vld mogelijk is, dan wordt het te riskant om lang te temporiseren.

In dit verband wordt er soms op gewezen dat het Brussels Gewest wel eens het eerste dominosteentje zou kunnen zijn. Door de aanwezigheid van het FDF is het Franstalige partijlandschap in Brussel complexer dan in Wallonië. Er zijn meer relevante partijen en daardoor ook meer combinatiemogelijkheden (tenzij er een grote doorbraak komt van kleine antisysteempartijen in het Brussels Parlement). Misschien leidt dat in Brussel, langs Franstalige kant, tot een meer gejaagde en hectische coalitievorming, zoals we dat vaak zien op gemeentelijk niveau: partijen die zich zo snel mogelijk aan elkaar vastklinken om toch zeker niet in snelheid te worden genomen door de concurrentie.

Hoe dan ook is het goed mogelijk dat we na verloop van tijd toch in het scenario van De Wever terecht zullen komen, maar dan op een haast stoemelingse wijze. Als de federale regeringsvorming aansleept en de deelstaatregeringen worden na een poosje toch gevormd, dan kan er haast vanzelf een quasi-onderhandeling tussen deelstaatregeringen ontstaan. De federale regering die daaruit voortkomt zal dan wellicht een confederale afspiegelingsregering zijn. Zo schetst Le Vif/L’Express (2 mei) het scenario van een hyper-asymmetrische federale coalitie met N-VA-CD&V enerzijds en PS-MR anderzijds. Ze noemen dit het scenario van ‘Le nouvel équilibre confédéral’. Voor de N-VA zou het natuurlijk niet leuk zijn dat ook de PS daar deel van uitmaakt. Maar anderzijds kan de N-VA dan wel claimen dat ze het confederalisme in de feiten heeft gerealiseerd. Want het is duidelijk dat zo’n regering zou worden aangestuurd door de deelstaten. De federale premier zou dan niet meer zijn dan een notaris die acteert wat de minister-presidenten onderling beslissen.

Of dat ook een coherent (con)federaal beleid zou opleveren is natuurlijk een heel andere vraag. Maar dat kan dan weer een argument zijn om België in de nabije toekomst verder te ontmantelen …

 

 

Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'. 

Commentaren en reacties