Reynebeau, Vlaams-nationalisme en geschiedenisvervalsing
foto © Belga Image
Marc Reynebeau ging nog eens uit de bocht in zijn visie op de geschiedenis van autonoom Vlaanderen. Wat niet in zijn kraam past, verzwijgt hij.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMarc Reynebeau, redacteur bij De Standaard, schreef afgelopen woensdag in zijn wekelijkse column dat August Borms en Staf De Clercq, twee notoire nazisympathisanten en collaborateurs, nog steeds deel uitmaken van de eregalerij in het Vlaams Parlement van personen die de emancipatie van taal en volk hebben vormgegeven in Vlaanderen. En verder, zo stelt hij: het Vlaams Parlement is er niet om de Vlaamse burgers te dienen, maar is een nationalistisch strijdwapen tegen België. Het is typerend voor de stijl en de toon van zijn pamflettair opiniestuk en vormt de rode draad ervan. Het Vlaams Parlement is voor hem bijna een anti-Belgische instelling met ‘hogeborstzetterij’…
Newsweek Special
De aanleiding van Reynebeaus schotschrift is de publicatie van een bijzonder nummer van het blad Newsweek, dat volledig is gewijd aan 50 jaar Vlaams Parlement (1971-2021).
In dat nummer vind je, naast fotomateriaal over het parlement vroeger en nu, een interview met parlementsvoorzitter Liesbeth Homans en een aantal interessante historische bijdragen. Martine Goossens, historica en griffier van het Vlaams Parlement, heeft het over de wordingsgeschiedenis van dat parlement. De Leuvense emeritus hoogleraar geschiedenis Emmanuel Gerard schreef samen met historica Petra Gunst een bijdrage over de geschiedenis van de Vlaamse emancipatie vóór 1971, inclusief een stuk over de collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog van de hand van dé specialist bij uitstek, de Gentse hoogleraar Bruno De Wever. Ten slotte publiceerde Newsweek een selectie van ‘Vlaamsche koppen’ die een rol gespeeld hebben in de geschiedenis van de Vlaamse emancipatie. In dat verband komen Borms en De Clercq aan bod. Dat was dé trigger voor Reynebeau om alle registers open te trekken. Het was voorspelbaar.
De kwaliteitskrant vond het overigens gepast om bij dit schotschrift van Reynebeau een grote foto van Borms met SS-logo te plaatsen met het onderschrift ‘nog altijd in de parlementaire eregalerij’. Dat is wel zeer kort door de bocht, of eerder uit de bocht. Reynebeau zou zo intellectueel eerlijk moeten zijn dat hij ook de geciteerde passage meldt over de geschiedenis van de Vlaamse collaboratie die in scherpe bewoordingen de nefaste collaboratiepolitiek van het VNV en consorten veroordeelt. De Standaard-redacteur las dat natuurlijk ook, maar is zeer selectief geweest: wat niet in zijn kraam past, verzwijgt Reynebeau.
Negatieve rol Vlaamse beweging
Reynebeau schrijft verder: ‘De ironie is dat het Vlaams-nationalisme institutioneel geen enkele positieve rol heeft gespeeld in die wordingsgeschiedenis. Voor de Tweede Wereldoorlog koos het voor een autoritaire koers buiten de democratie, daarna stemde het altijd weer tégen elke staatshervorming die Vlaanderen wel autonomie en telkens uitbreidende bevoegdheden heeft gegeven.’
Dit is een flagrante leugen. De Volksunie keurde in de jaren 1990 de Sint-Michielsakkoorden mee goed, waarmee het Vlaams Parlement een volwaardig parlement werd. Donderdag moest de DS dus noodgedwongen een kleine rechtzetting plaatsen waarmee deze bewuste ‘flater’ van Reynebeau werd ‘rechtgezet’. Het kwaad was echter geschied, andermaal.
Het verhaal van ex-VU’er Reynebeau, die te pas en te onpas wordt gepresenteerd als ‘dé Vlaamse historicus’, vooral ook op VRT-radio, is bekend. Hij heeft zeker kwaliteiten als journalist-publicist, en ook als historicus, maar Reynebeau heeft vooral een eigen agenda. Zijn selectiviteit, zijn badinerend dedain en zijn overmatig zelfbewustzijn zijn bekend, evenals zijn viscerale afkeer van het Vlaams-nationalisme, van de hele Vlaamse beweging en van iedereen en alles wat zich Vlaamsgezind noemt. Dat is zijn goed recht, maar hij moet wel geen flagrante fouten schrijven en suggereren dat het Vlaams Parlement collaborateurs op een piëdestal zet.
Bezoekerscentrum
Die ‘Vlaamsche koppen’ — het zijn er vanzelfsprekend veel meer dan de veertien in Newsweek geciteerde — zijn te zien in het Bezoekerscentrum van het Vlaams Parlement. De permanente tentoonstelling van dat centrum wil de bezoeker laten kennismaken met de werking van het Vlaams Parlement. Een bezoekerscentrum dat de ambitie heeft een beeld te schetsen over de wordingsgeschiedenis van de Vlaamse deelstaat mag echter niet doodzwijgen dat er zwarte bladzijden zijn in het verhaal van de Vlaamse natievorming. Dus Borms en De Clercq moeten aan bod komen. Maar dat betekent niet dat ze hiermee geëerd worden. Mocht Reynebeau op bezoek gaan in het bezoekerscentrum, dan zou hij vaststellen dat de geschiedenis van de Vlaamse emancipatie er met de nodige kritische zin wordt gepresenteerd.
Reynebeau behoort tot de ‘pseudo chic’, die – zoals Bart De Wever het vorige week in De Afspraak op Vrijdag treffend zei, geen flauw benul hebben – en dat ook niet wensen te hebben — van wat er buiten hun kringetje wordt gedacht, laat staan van wat ‘in de onderbuik leeft’. Reynebeau en zijn kompanen maken het Vlaams Belang slapend rijk.
Marc Reynebeau heeft altijd iets nihilistisch gehad en is vooral overal tegen. Allicht ook tegen de Vlaamse canon, die met de al genoemde Emmanuel Gerard geen betere voorzitter had kunnen vinden. Reynebeau is waarschijnlijk ook tegen de in de steigers staande Digitale Encyclopedie van de Vlaamse beweging (DEVB) omdat dit naslagwerk, zoals de canon, de Vlaamse identiteit versterkt. Ook al zijn beide het werk van kritische historici en andere wetenschappers.
Het klauwen van de historicus
Dient het gezegd dat Reynebeau niet aan zijn proefstuk is? In 1995 schetste hij in het boek Het klauwen van de leeuw zijn visie op de geschiedenis van Vlaanderen. Reynebeau ontpopte zich tot een rücksichtloze antinationalist. Hij deconstrueerde het Vlaams-nationalisme en de Vlaamse beweging de grond in en reduceerde ze allebei als revanchistische bewegingen van gefrustreerde middenklassen die maatschappelijk vooruit wilden komen door de Franstaligen opzij te schuiven. Reynebeau beschouwt het sindsdien als zijn taak het nationalisme bij alle gelegenheden die hij krijgt te bestrijden, en af en toe schept hij die gelegenheden zelf. Hij werd toen prompt van antwoord gediend door wijlen Eric Defoort in Het klauwen van de historicus. De wijze waarop Defoort de zwakke plekken in Reynebeau’s betoog aangaf, was meer dan scherpzinnig, om het beleefd te houden.
Wat Reynebeau in zijn opiniestuk van vorige woensdag schreef, bouwt voort op het ‘idée fixe’ van een bepaalde coterie van zelfverklaarde wereldburgers die neerkijken op de vergevorderde autonomie van de regio waarin zij leven en die het Vlaams-nationalisme bestrijden, precies omdat deze beweging een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming ervan, die zij verfoeilijk achten. Alles moet voor hen bespreekbaar zijn behalve het Vlaams-nationalisme, dat eenzijdig wordt herleid tot verkramptheid, navelstaarderij en collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat hun eigen zogenaamde internationalisme niet vrij is van eenzijdigheid, zien zij niet in, ook Reynebeau niet. Het is opnieuw een staaltje van bewuste geschiedenisvervalsing, zielig eigenlijk, maar vooral triest.
Het is eigenaardig dat de De Standaard, die zichzelf bestempelt als dé kwaliteitskrant van Vlaanderen, aan Reynebeau het monopolie geeft om zijn gal te spuwen over omzeggens alles wat die krant publiceert over geschiedenis en Vlaamse beweging.
Tags |
---|
Henk Cuypers (1957) is historicus, noemt zich Bourgondiër, en is de voorzitter van het Burgerforum Luchthavenregio. Tot mei 2019 was hij kabinetschef van de voorzitter van het Vlaams Parlement.
Doel staat al decennia symbool voor de strijd van David tegen de Antwerpse havenreus Goliath. De Raad van State geeft het dorp weer hoop.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.