JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Rik Torfs voorspelt een ‘florissante toekomst’

Over het toekomstige belang van spiritueel ingegeven zelfrelativering

Pieter Bauwens3/4/2022Leestijd 6 minuten
Rikt Torfs voorspelt een ‘florissante toekomst’ op de vergadering van Pro
Flandria.

Rikt Torfs voorspelt een ‘florissante toekomst’ op de vergadering van Pro Flandria.

foto © Doorbraak

Rik Torfs’ visie op een toekomstig België met imploderende instellingen, uitholling van de rechtsstaat en een gebrek aan relativeringsvermogen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Bij Pro Flandria, een netwerk van Vlaamse ondernemers en academici, was prof. Rik Torfs te gast om er op geheel eigen wijze over Een florissante toekomst te spreken. Gewapend met enkel een briefje met korte notities, staat hij gestructureerd en duidelijk stil bij deze tijd. Met de nodige humor en spiritualiteit.

Tijdgeest

Rik Torfs start zijn analyse met de vaststelling dat we op een raar moment gekomen zijn in de geschiedenis van ons land. De huidige tijdgeest brengt de rechtsstaat in gevaar. Torfs ziet geen heropbloei van het nazisme noch een neostalinistische machtsovername in het verschiet. Het gevaar komt van binnen het systeem, meent hij.

Zo plaatst de professor Kerkelijk Recht vraagtekens bij de bureaucratie en de technocratie als nieuw totalitarisme. Maatregelen en regels komen als garantie van de kwaliteit, maar garanderen de kwaliteit niet. Die bureaucratie geeft een grote macht aan administraties en aan wie er werken. Een andere weg is: meer vertrouwen stellen in de burger. Sommigen zullen dat vertrouwen misbruiken, de meesten niet. Maar persoonlijke verantwoordelijkheid moet geherwaardeerd worden.

Morele verontwaardiging

Op een fundamenteler niveau ziet Torfs vandaag een gevaarlijke vermenging van recht en moraal. Alles moet raken en schokken. Hij waarschuwt dat morele verontwaardiging een fascistoïde techniek is die het gesprek onmogelijk maakt. Emotie prevaleert hier boven het in gesprek gaan.

Vandaag de dag moet de juiste moraal juridisch worden afgedwongen. Op die manier komen we in een deugdhypocrisie terecht. We moeten onthutst zijn, we moeten gevoelens uiten, je moet huilen in het openbaar. Diezelfde mechanismen zien we breed in de samenleving. Moraal penetreert het recht.

Witte boomer

Ook de rechten van de mens zijn in gevaar, meent Torfs. Na de Tweede Wereldoorlog heeft men zowel de universele als de Europese rechten van de mens vastgelegd. Elk individu telde, er mocht geen discriminatie zijn. Vandaag zien we dat er wel opnieuw onderscheid wordt gemaakt op basis van ras, geslacht, geaardheid — nu uit emancipatorische overwegingen. De mensen lopen gevaar hun individualiteit te verliezen en opgesloten te worden in categorieën zoals de ‘witte boomer’. ‘Vroeger mocht ik een individu zijn, nu moet ik een man zijn’ stelt Torfs vast.

Daarbovenop komt het gouvernement des juges. Vaag geformuleerde mensenrechten van de tweede en de derde generatie zijn daar vaak de basis voor. Rechters stellen zich daarmee boven de democratie. Zo kan het recht op leven gebruikt worden om de overheid te verplichten de CO2-uitstoot te verlagen. Dat soort gevaar merken we niet op. Het is een langzame afkalving van het eigen systeem. De media zien het als een verbreding, terwijl het ons systeem gevaarlijk uitholt.

Voortschrijdend inzicht

In de media klinkt het vaak dat nieuwe interpretaties van die rechten en mensenrechten ‘voortschrijdend inzicht’ zijn. Maar is dat niet heel pretentieus? Met Max Frisch stelt Torfs de vraag: ‘Wie zegt dat we vroeger ongelijk hadden en nu niet?’

Maar de vooruitgangsgedachte mag niet openlijk in vraag worden gesteld. Met de Italiaanse filosoof Benedetto Croce stelt hij dan weer vast: ‘Elke generatie heeft het recht om de geschiedenis te herschrijven.’ Vandaag is dat dé ultieme waarheid bovenhalen over kolonialisme, missionarissen en de katholieke Kerk. Maar ‘niets is meer zelfportret dan geschiedenis schrijven’.

Dit alles maakt Torfs niet superoptimistisch. ‘Vlaanderen is heel erg op zichzelf gericht.’ Een oorlog in Oekraïne verlegt dat perspectief even. Maar in corona zagen we hoe opgesloten Vlaanderen was in het discours van altijd diezelfde experten die altijd voorspelden wat niet uitkwam. Zonder er ooit moeilijke vragen over te krijgen.

Media

Angstaanjagend in dit verhaal is de slaafsheid van de media, vindt Torfs. De media lijken enkel belangstelling te hebben voor de cijfers. Maar cijfers liegen ook. Er is altijd interpretatie nodig. Er zijn geen feiten, er zijn enkel interpretaties. Al is het maar door een selectie van de feiten. Zo is er tijdens de coronatijd ook veel niet gezegd over het opvolgen van de gezondheid, de rechtsstaat of de economie bijvoorbeeld.

In de media blijft het moeilijk vragen te stellen tegen de stroom in. Wie anders dacht, faalde moreel. Zo zien we een samenleving die niet meer de kracht kan opbrengen om vragen te stellen tegen de hoofdstroom in. Het gaat zelfs verder: vragen stellen maakt iemand persoonlijk verantwoordelijk voor het gedrag van anderen.

Verzuiling

Die pensée unique in de pers doet Torfs heimwee krijgen naar de tijd van de verzuiling. Toen wist je waar je aan toe was. De verzuiling is vervangen door schijnbare objectiviteit. Journalisten zijn inwisselbaar geworden, ze delen dezelfde levensstijl en denken. Zo is er ongelofelijke uniformiteit ontstaan. Zeker in de kwaliteitspers zijn journalisten en media inwisselbaar geworden. Zij zijn vaak dertigers. Zo’n redactie vat niet de volle breedte van de samenleving met verschillende ideeën. Dan blijven ze hangen bij de waan van de dag.

Op dat punt zijn sociale media belangrijk. De oorlog in Oekraïne kan je makkelijk volgen op Twitter. Dat is natuurlijke een bedreiging voor het Vlaamse Media-apparaat. ‘Het moet toch mogelijk zijn om daar een tegengewicht aan te bieden met een volwaardig media-alternatief’, merkt Torfs op.

Open gesprek

Wie het vandaag niet eens is weigert, verontwaardigd, een gesprek. Fatsoenlijke mensen zijn verontwaardigd. Toen Torfs jong was in de jaren ’60 werd er gelachen met de ‘fatsoenrakkers’. Nu komt datzelfde fatsoen opnieuw naar boven om het gesprek niet te moeten voeren. Maar de basis is dat er met iedereen moet worden gesproken.

Samen met Pieter Marechal schreef Rik Torfs een boek, Over Morgen (2021), over het middenplein als ontmoetingsplaats, als discussieplaats. Een plaats waar iedereen welkom is voor een gesprek, zonder toegangsticket. Ook ‘knettergekke’ mensen zijn welkom. Geen theorie is gek genoeg om uit te sluiten. We moeten het niet met alles eens zijn. Maar het is dramatisch vast te stellen dat de bandbreedte van het publieke debat kunstmatig vernauwd is. Daardoor stagneert de samenleving.

Humor en spiritualiteit

In de vragenronde ging prof. Torfs hier dieper op in. Vandaag missen we sereniteit en humor om over de grote dingen des levens te kunnen spreken. Daarvoor is er spiritualiteit en humor nodig. Maar we zijn een illusieloos volk geworden. Het geloof is verloren en yolo (you only live once) legt te veel druk op een leven. Je moet succesvol zijn en we hebben recht op geluk.

We moeten opnieuw leren beseffen dat we voorbijgangers zijn, benadrukt Torfs. Een goede portie geloof en spiritualiteit kan relativeren. Het relativeert vooral onszelf als middelpunt van de wereld. Daar komt ook humor om de hoek kijken, maar vandaag de dag mogen we de lange tenen niet raken. Humor is echter altijd wreed: daar zit nu juist de grap, in het wrede. Dát is de analyse, en die moet raak zijn. Pijnlijk raak. In dat opzicht is humor het enige spreken dat je echt ernstig moet nemen.

Les misérables

Is Torfs voor Vlaanderen pessimistisch, voor Wallonië is er hoop. Georges Louis Bouchez, heeft er het debat opengebroken. De MR schuift weg van het centrum en stelt de jarenlange consensus in vraag. Zelfs andere partijen, zoals Les Engagés, lanceren voorstellen die vroeger ondenkbaar waren, zoals successierechten afschaffen of werkloosheidsuitkeringen beperken in de tijd. Lef zet anderen in beweging. Daardoor hervormt een partij als CDh zich tot ‘les misérables’ (in realiteit zijn ze ‘les engagés’).

Die ruimte voor beweging is er nu niet in het politieke landschap. De politici wachten. Bij de verkiezingen in 2024 zullen de traditionele partijen klappen krijgen. Het najaar daarop volgen de gemeenteraadsverkiezingen. Dan zullen ze klaarstaan met kartels en stadlijsten. Na 2025 kan er dan eventueel een hertekening van het landschap volgen. Maar dat wil zeggen dat we nog zeker drie jaar moeten wachten eer er tijd is voor een hertekening van het partijlandschap in België, en dat is absurd. De politieke partijen redeneren alsof er niets verandert en alles bij het oude blijft. Maar er zijn externe factoren die veranderen.

Vivaldi II

Waar gaan we naartoe? Vivaldi zal de verkiezingen verliezen in 2024, maar ze hebben reserve. Ze zullen proberen om die regering verder te zetten tot 2029. Dat is een stagnatie die we niet mogen accepteren. Maar partijen hebben te veel te verliezen om tot verandering over te gaan.

Hierbij verwijst Torfs naar zijn ervaringen in de Kerk. Die heeft de implosie niet kunnen vermijden. Zoals de Kerk zullen ook andere instellingen imploderen. De hoge nood is niet genoeg om tot actie aan te zetten. Daarnaast moet er ook genoeg vitaliteit zijn in de organisatie.

Kempisch nationalist

De conclusie is dus duidelijk: dit land zit vast. Torfs noemt zichzelf geen nationalist, geen Belgische noch Vlaamse. Wel een Kempische nationalist, maar dat is onschuldig en neemt niemand hem kwalijk. En daarnaast is het een geloofsbelijdenis in het lokale.

Als België wil blijven bestaan, dan moet Wallonië uit haar economische as herrijzen. Het land blijft niet bijeen door moreel superieur te bedelen. De beste oplossing zou zijn als Vlaanderen Wallonië, ironisch uitgedrukt, ‘koloniseert’. Noem het iets correcter dan een ‘pact’ waarin Vlaanderen investeert in Wallonië. Je spoort zo de Walen aan om in contact met Vlamingen te treden. Daardoor zal blijken hoe de overdreven rol van de overheid in Wallonië op economisch gebied geen positieve factor is.

Als dat succesvol is, dan is een revival van België mogelijk, ook internationaal. Want het samengaan van twee culturen is ook echt een troef. België kan een brugland zijn tussen het noorden en het zuiden. Maar dan moeten we eerst een land zijn en geen samenraapsel van drie culturen met een heel andere sociaaleconomische logica. Het andere alternatief is Vlaamse onafhankelijkheid, wierp de prof nog op. Al dan niet met een knipoog.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties