JavaScript is required for this website to work.
post

Rik Wouters: Zonnespel

Guido Lauwaert1/4/2017Leestijd 6 minuten

In de Brusselse Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSK) wordt momenteel het werk van Rik Wouters getoond.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement
Het is jammer dat de schilder-beeldhouwer – de verist, zoals Paul van Ostaijen hem noemde – nauwelijks in het buitenland bekend is. Buiten het Centre Georges Pompidou in Parijs is er geen museum met wereldfaam dat een werk van Rik Wouters in bezit heeft. Antwerpen, Brussel, Gent, Mechelen en Luik zijn de belangrijkste thuishavens van de kunstenaar, en is er werk van hem te vinden in privécollecties als die van Fernand Huts. Rik Wouters valt het best te vergelijken met Paul Cézanne. Hij wist zich echter los te wrikken uit de schaduw van de Parijse meester en een eigen bovenzinnelijke te bereiken. 
 
D’abord 

Rik Wouters [1882-1916] is geboren in Mechelen als zoon van een meubelmaker, bij wie hij als twaalfjarige in de leer ging. Daar leerde hij vooral wat hij niet wilde worden, want het Mechelse meubel had niks origineels. Even Willem Elsschot aan het woord laten met een fragment uit zijn roman Lijmen [1923]. Karel Boorman tracht de meubelhandelaar Charles Van Ganzen een advertentie ter grootte van een tennisveld in het Algemeen Wereldtijdschrift aan te smeren. De man repliceert als volgt: ‘Rommel is het, mijnheer, gemeen fabriekswerk, dat bij duizenden gemaakt wordt. Alles machinaal. In die Mechelse fabrieken gaat het hout er hier in en daar komen de bedden eruit. Louis XV of een andere Louis, wat u maar wilt. … Ikzelf slaap in een ijzeren bed.’ 
 
Kort voor het einde van de 19e eeuw stortte Rik Wouters zich op de studie van de plastische kunsten, aanvankelijk in zijn geboortestad en vanaf 1900 aan de Academie van Brussel. De kunstschool zei hem niets en toch leverde het hem de kreet van de ziel op. Hij leerde er namelijk Hélène Deurinckx kennen, kortweg genoemd Nel. Door haar drift werd zij zijn zo goed als enige model. Nel vond Mechelen een saaie stad, op het dode af. Adieu Mechelen. In 1905 huurden ze een huis in de Brusselse randgemeente Watermaal. Korte tijd later, in 1907, verhuisden ze naar Bosvoorde, nabij het Zoniënwoud. Dat prachtig groengebied zal hem tot zijn dood blijven inspireren. Ze waren arm en gelukkig. Door de grenzeloze inzet van Nel lukte het haar werk van haar man te exposeren. Weliswaar in groepsverband, maar al snel schiet hij boven de anderen uit, al leidde dat niet meteen tot een boost in de verkoop van zijn werk. 
Georges Giroux had een succesvolle modezaak in Brussel, mede omdat zijn vrouw Gabrielle een voortreffelijke modiste was, met een cliënteel in de gegoede en artistieke kringen van de Belgische hoofdstad. Op aansturen van een paar kunstkenners opende hij een kunstgalerie en Rik Wouters was een van zijn jonge lievelingskunstenaars. De steun ging zo ver dat alle aankopen van schildersmateriaal bij de Etablissements Mommen voor Rik Wouters betaald werden door Giroux. Later zou hij Wouters zelfs een maandloon aanbieden, met als voorwaarde het alleenrecht op de verkoop van diens werken. Op korte termijn was dat lucratief voor het jonge koppel, op lange minder, toen Wouters werk in waarde steeg. Giroux was edel en vrijgevig, maar hij bleef een commerçant. 
 
Rik Wouters was niet enkel een schilder. In 1909 maakte hij zijn eerste sculptuur, algemeen bekend als Het zotte geweld. Het is Nel die alle trossen losgooit. Wouters maakte een gestileerde fragment-opname van een dolle dans. Het beeld staat prompt vooraan, rechts naast de ingang van het Antwerpse Middelheimpark, een beeldenkerkhof – zoals beeldhouwer Roel D’Haese dit museum noemde. De andere beelden van Wouters zijn kleiner maar gedetailleerder, al blijven ze een zekere ruwheid behouden, refererend naar zijn karakter. Niet dat hij als een bulldozer door het leven ging, nee, zijn drift stak hij in zijn werk en kwam zijn talent ten goede. Enige invloed van Auguste Rodin en van de Italiaanse beeldhouwer Medardo Rosso valt te bespeuren, wat hem sierde, want aan de meester herkent men de meester. 
Andere kunstenaars waardeerde Rik Wouters bovenmate, in het bijzonder Henri Matisse, Vincent van Gogh en Auguste Renoir, in tegenstelling tot Pablo Picasso, Juan Gris en Wassily Kandinsky, hun werk was niet aan hem besteed. 

Door het maandloon van Giroux kon Rik Wouters in april 1912 naar Parijs gaan. In de toenmalige wereldhoofdstad van de kunst kon hij de werken van zijn geliefde schilders in het echt zien, in plaats van zich te laven aan prentjes in tijdschriften en catalogi. Het verblijf in de Franse hoofdstad beïnvloedde het werk van Wouters, niet zo’n klein beetje. Als zuiver fauvist werd hij expressionist en die evolutie zette zich door toen hij datzelfde jaar naar Venetië trok, Keulen en Düsseldorf. 

 
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in augustus 1914 werd hij opgeroepen en naar het front in Luik gestuurd. Zijn brieven getuigen van een afkeer voor oorlog en geweld, een scheiding van Nel en vaker klaagde hij over hevige hoofdpijn. Hij deserteerde, vluchtte naar Nederland, werd gearresteerd en soldaat Wouters, Rik, kwam terecht in een interneringskamp in Zeist. Vrienden bezorgden hem schildersmateriaal. Dat bood enige troost, jammer genoeg ging zijn gezondheid snel achteruit, wat de vreugde temperde. Hij leed vreselijke hoofdpijn en begin februari 1915 werd hij in Utrecht geopereerd van een vermeende sinusitis. Het echtpaar Roelfs Harkema nam alle kosten op zich. Door zijn ziekte, die na verder onderzoek kraakbeenkanker blijkt te zijn wordt hij ontslagen uit het kamp en kan naar Amsterdam verhuizen waar Nel zich bij hem voegt. Ze betrekken een appartement op de derde verdieping van de Derde Kostverlorenkade. 
 
Even snel als zijn ziekte zich verspreidde, schoot zijn betekenis als schilder-beeldhouwer de hoogte in. De grote erkenning kwam er niet vanuit België. Zoals eerder gewoonte dan uitzondering kwam de doorbraak uit Nederland. In oktober 1915 was er een tentoonstelling van werken op papier in het Rijksmuseum en begin 1916 een eerste overzicht van zijn werken in het Stedelijk Museum, met een tachtigtal werken, onder meer het pas voltooide en beroemde schilderij Rik met zwart oogverband. Steengoede kritieken, dolenthousiast publiek. Het leidde al meteen dat voorjaar tot een licht gekrompen versie van de expositie in de Rotterdamse Kunstkring. 
Wouters’ gezondheid verslechterde zienderogen. Ondraaglijke pijn en wanhoop. Een deel van zijn kaak werd verwijderd, wat spreken en eten niet langer mogelijk maakte. Op 11 juli 1916 overleed hij en werd in Amsterdam begraven. Vijf jaar later keerde Nel terug naar Bosvoorde, samen met het stoffelijk overschot. In de tuinmuur liet Nel de steen van Riks Amsterdamse graf inmetselen. Nel overleed in 1971, 85 jaar oud. Tot haar dood heeft zij keurig de belangen van haar man behartigd. 
 
Alors 

Rik Wouters zoekt het voor zijn onderwerpen dicht bij huis. Hij schildert niet de Sint-Romboutstoren of de Grote Markt van Brussel. Zoals al aangegeven is zijn vriendin en latere echtgenote zijn favoriete model – al zal hij ook kinderkopjes en James Ensor in brons omzetten. De laatstgenoemde kreeg geen beeld als aanbidding, eerder een hint naar een groot voorbeeld, wat sterk tot uiting komt in zijn teken- en schilderwerk. Eenzelfde zoektocht naar actie en helderheid, zonder in detaillering te vervallen, een specialiteit van de Oostendse meester. Wouters houdt het bij – grof uitgedrukt – gaten / leegtes in zijn werk, ter accentuering van licht en ruimte. Het licht moet de aandacht op het onderwerp versterken en de ruimte het imposante. Wouters begrijpt zeer goed hoe klein de mens is en dat hij zich bescheiden moet opstellen. Zijn werk – zowel de huiselijke als de landelijke taferelen – is een ode aan de schepping. Elke Wouters is een stilleven, een momentopname. Het merkwaardige is dat het stille en het moment in zo goed als elk werk exploderen, en het meest opvallend in de werken waar hij het sober houdt. Daarom dat een schets voor een schilderij – een tekening of aquarel – vaak mooier is dan het eindwerk. Er zit tevens een zekere bescheidenheid in zijn werken, waardoor zelfs een doek van anderhalve bij twee meter de indruk geeft van een uitvergroot miniatuur. 

 

Het allermooiste bij Wouters is de wijze waarop hij het licht vangt, zonder te vervallen in een pointillisme. Het licht moet de compositie versterken en om dat doel te bereiken mag er een vleugje abstractie in zitten. Voor de kijker levert het een rustgevende tot adembenemende harmonie op. Techniek en theorie liggen dan wel aan de basis van Wouters talent, maar zijn geheel onzichtbaar. En dat plaatst hem op gelijk niveau met Vincent Van Gogh. Dat Wouters niet dagelijks rijen bezoekers uit alle werelddelen heeft, komt simpelweg omdat hij geen eigen museum en marketing heeft van het niveau als Van Gogh in Amsterdam. Rik Wouters heeft zijn leermeesters Cézanne en Ensor overklast. 

De uitbeelding in zijn werk heeft de enige en juiste belichting. Ze ontstaan uit een haast perfect samenspel van kleur en lijn. Kortom, als geen ander heeft Wouters het zinnelijke als het wezenlijke zonnespel begrepen. Zelfs in zijn huiselijke taferelen en zijn (zelf-)portretten is het licht de dragende factor. 
 
Envoi 

Deze tentoonstelling is een sterke aanrader. Extra deugd doet de opstelling. Er is onopvallend een opvallende opbouw, een evolutie te vinden en de werken krijgen voldoende witruimte. Het ene werk verdrukt niet het andere. Jammer dat de belichting vaak zwak tot slecht is. Het is het enige minpunt, al zal het menig bezoeker niet weerhouden om de tentoonstelling een tweede maal te bezoeken. Rik en Nel zijn naaste vrienden, en worden het nog meer door deze schitterende tentoonstelling.  
 
 
RIK WOUTERS  Retrospectieve – KMSK – Brussel – 
10.03 t/m 02.7 2017 – 
dins- t/m vrijdag 10 > 17 u – weekend 11 > 18 u – 
gesloten op maandag en 1 mei 
www.fine-arts-museum.be 

catalogus: 39 euro 
 

Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

Het belang van de industrie voor de tewerkstelling neemt af. Maar dat betekent niet dat er geen nood is aan een industrieel beleid.