JavaScript is required for this website to work.
post

Ruslands vrienden: olie en gas

Simon Van Hoeymissen26/3/2014Leestijd 3 minuten

Kan het Westen Rusland sanctioneren omwille van zijn Krim-politiek? Met olie en gas moet dat kunnen, ook al is Rusland een belangrijk leverancier voor het Westen. Een analyse.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Met de Europese top in het verschiet kon je de wenkbrauwen fronsen bij de verklaringen van Frau Merkel over sancties tegen Russische oligarchen. Van alle Westerse EU-lidstaten heeft met name Duitsland bijzonder sterke banden met de Russische energiereuzen. Maar ook de rest van de EU rekent op Rusland: 34% van de gasimport van de EU is afkomstig uit het land. De zogenaamde sancties tegen Ruslands elite zijn zinloos zolang deze miljarden euro’s steevast stroomopwaarts richting Moskou worden versluisd. Om deze politieke troef te behouden hebben het Kremlin en Gazprom jarenlang een effectief EU-energiebeleid gedwarsboomd. De laatste jaren is deze situatie aan het veranderen. Vertaald naar de Krim-crisis staan er vandaag beleidsalternatieven open om Rusland tot de orde te roepen op een manier dat het pijn doet. Rusland heeft naast zijn leger en marine nog twee vrienden: olie en gas.

Gas speelt een cruciale rol in het machtsspel tussen Brussel en Moskou. Het Kremlin heeft sinds het einde van de (eerste?) Koude Oorlog zijn gasexport gebruikt om de recentelijk onafhankelijke staten in haar nabije buitenland onder zijn controle te houden. Deze regio is immers cruciaal voor Ruslands zelfperceptie. Bovendien geeft het aan Rusland strategische diepte (de huisvesting van de Zwarte Zeevloot in Sebastopol voorziet Ruslands marine zelfs in barre winters toegang tot de Middellandse Zee). Door het handig bespelen van de gasprijzen in deze regio konden de Russen goodwill verkrijgen binnen Oost-Europese elites en bevolkingen, en flirten met het Westen bestraffen. Maar het Kremlin zette gas ook in als een meer agressief wapen. Reeds in de vroege jaren ’90 werden de Baltische staten en Oekraïne geconfronteerd met onderbrekingen van hun gasvoorziening. Recent brachten in de winters van 2006 en 2009 prijsgeschillen tussen Oekraïne en Rusland het Kremlin ertoe om de druk op zijn exportpijpleidingen naar Oekraïne te verminderen. Dit zorgde voor grote collaterale schade in de industrieën en huishoudens van vele Europese landen die op dezelfde pijpleidingen rekenden.

Om deze afhankelijkheid te verminderen heeft de Europese Commissie sindsdien tal van maatregelen getroffen. De interne energiemarkt is grondig hervormd. De dominantie van Gazprom werd gebroken door de import-, transit-, en verdeling van gas van elkaar te scheiden. Maar een nog grotere strategische triomf werd slechts enkele weken geleden behaald. Het voeren van een effectief gasbeleid buiten onze grenzen is een bijzonder grote uitdaging voor de Europese Commissie gebleken. De beslissing tot het bouwen van de Trans-Adriatisch/Trans-Anatole pijpleiding is daarom een mijlpaal. Deze pijpleiding is de eerste aansluiting van Zuid- en Oost-Europa met de gasvelden van Azerbeidzjan, die nergens over Russische territorium zal lopen.

Toch is voorzichtigheid geboden. In het verleden konden de Westersgezinde delen van de Oekraïense elite vanuit een assertievere positie Rusland het hoofd bieden. Aleksej Miller (het hoofd van Gazprom) had immers hun goodwill nodig om de inkomsten van de export naar de Europese markten te verzekeren. Petronationalisme dooradert Rusland. De helft van het Russische bnp is afkomstig van de verkoop van fossiele brandstoffen. Het maakt 70% uit van Ruslands totale export, en is een absolute noodzaak om zijn sociale uitgaven te financieren. De laatste jaren was Rusland erop gebrand om zijn Europese klanten gas te voorzien via pijpleidingen die Oekraïne links zouden laten liggen. De Commissie was niet in staat om individuele lidstaten ervan te weerhouden om deze bilaterale akkoorden met Gazprom te sluiten.

De huidige crisis moet ons niet verleiden tot een impulsieve afbraak van de langetermijn (energie-)relaties met Rusland. Maar om een effectief Europees buitenlands beleid te voeren ten aanzien van Oekraïne is het noodzakelijk dat de Europese gasvoorziening verder geliberaliseerd en gediversifieerd wordt. Verdere investeringen zijn noodzakelijk in terminals voor vloeibaar gas die Oost-Europa kunnen bevoorraden, zoals in Griekenland. De gasmarkten van Oost-Europese lidstaten zoals Bulgarije moeten beter verbonden worden met hun buurlanden. Met oog op de Krim-crisis is het zaak voor de Commissie om het voorbeeld van Polen te volgen: Warschaus initiatief om Oekraïne te steunen moet worden doorgedragen op Europees niveau. Het land heeft nood aan verregaande economische en politieke steun. Bovendien kunnen Europese beleidsmakers voorstellen doen voor anti-corruptiemaatregelen die de transparantie vergroten, en zo een positief klimaat van ondernemerschap verzekeren. De val van de Sovjet-Unie leidde tot de EU zoals we die sinds 2004 kennen. De luxe van het toenmalig ongecontesteerd Oost-Europa is voorbij. In het verleden was existentiële noodzaak de drijfveer voor de grootste verwezenlijkingen van verdere economische en politieke unie tussen Europese lidstaten. Met het uitzonderlijk bedreigende precedent dat hen nu te beurt valt, zullen de huidige gesprekken in Brussel een even uitzonderlijk resultaat moeten produceren.

 

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties