Samenleven of apartleven?
Ter verdediging van Elchardus
Op een Blankenbergse scheet in een fles volgt bij ons een parlementair debat. Intussen staat de wereld in brand.
foto © BELGA
Jonge draaideurcriminelen opvoeren als ‘achtergestelde jongeren’ helpt niemand vooruit, en zeker niet de achtergestelde jongeren.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe aanleiding was in feite een scheet in een fles: rellende Brusselse jongeren op een Blankenbergs strand. Zoals een in België verblijvende Duitser op Twitter opmerkte: ‘Over wat op Ibiza en in Lloret de Mar dagelijkse kost is, ontvlamt er bij jullie een parlementair debat’. Of om het met de woorden van criminoloog Jan Dirk De Jong in NRC te zeggen: ‘Vroeger heette dat gewoon de “brommerjeugd”‘.
Overspannen onbegrip
Behalve de parlementairen staan nu ook de academici met getrokken messen tegenover elkaar. Mark Elchardus heeft het in een opiniestuk in De Morgen zo’n beetje gehad met het bedenken van excuses voor asociaal gedrag. In dezelfde krant werd Elchardus enkele dagen later van antwoord gediend door een gezelschap van voornamelijk academici onder leiding van professor Guy Redig van de VUB, maar even goed enkele politici zoals Tom Meeuws en natuurlijk de onvermijdelijke Bert Anciaux.
De opiniepagina’s van mijn krant degraderen — zoals veel andere fora — tot een dagelijkse oefening in elkaar niet begrijpen. Zo schrijven Redig en de zijnen: ‘Zelden is de consensus onder diverse academici en praktijkwerkers (honderden gemotiveerde maar ondergewaardeerde jeugdwerkers) zo groot. In zowat alle sectoren (onderwijs, huisvesting, tewerkstelling, zorg & welzijn, cultuur) blijken de oorzaken van achterstelling overduidelijk. Van verkapt tot rabiaat racisme, het koppig ontkennen van mechanismen die uitsluiting (re)produceren en positieve discriminatie ridiculiseren als verpampering. Al te gemakkelijk verguist Elchardus deze maatschappelijke verklaringen, toch orthodox empirisch onderbouwd.’ En uiteraard roepen Redig e.a. op tot meer geld voor onderwijs, integratie en straathoekwerk.
Integreren? Waarin?
Volgens mij verguist Elchardus juist niks, en zegt hij enkel dat je jonge criminelen beter niet als ‘achtergestelde jongeren’ etiketteert, omdat dit neerkomt op het etiketteren van ‘achtergestelde jongeren’ als criminelen, en het steunen van het uiterst rechtse discours, wat Redig net Elchardus verwijt.
Meer geld voor onderwijs en straathoekwerk, ik ben daar helemaal voor. Maar mag ik eens een vraag stellen over die integratie? Integratie in wat? In een samenleving die al meer dan 21 miljoen ton plastic in onze oceanen heeft gedumpt en daar nog lustig mee doorgaat? Die onze planeet letterlijk en figuurlijk aan het opbranden is, de kosmische tak waarop de wereldbevolking gehuisvest is aan het afzagen is, en zich daarmee in de laatste rechte lijn naar de catastrofe bevindt? Dat is mijns inziens wat Elchardus ook wil zeggen met zijn door Redig verguisde introductie over Libanon: een immorele samenleving, waarin te weinig mensen hun verantwoordelijkheid nemen, die rekruteert niet.
Daarin integreren is inderdaad moeilijk. Bij mezelf lukt het ook van dag tot dag slechter, en ik ben 60 jaar. Straks hebben we ook ouderenwerkers nodig. Maar het helpt al zeker niet om als antwoord daarop dan maar de identiteit, de eigenheid, het unieke, het ik, het willen kunnen in plaats van het kunnen willen centraal te stellen. Neem je verantwoordelijkheid in plaats van die slachtofferplaat nog eens te draaien.
Oude witte mannen
Als ik zelf over integratie nadenk (als leek, niet als academicus en al zeker niet ‘orthodox empirisch onderbouwd’), dan zie ik dat als het samenleven van mensen met zeer diverse achtergronden. Het doet mij wat denken aan wat ik zie als ik mijn laptop openklap: icoontjes van tig aantal toepassingen met hun eigen verwekker, geschiedenis en doelstellingen, maar die onderliggend wel allemaal op hetzelfde operating system draaien. Of aan de zeer diverse verkeersmodi in mijn drukke stad, die slechts veilig en vlot hun bestemming bereiken op voorwaarde dat ze allemaal hetzelfde verkeersreglement respecteren. Zowel Elchardus als ik hebben wat dat onderliggende OS of reglement betreft al vaker naar het secularisme verwezen. Maar als er dan al iets of iemand verguisd wordt, dan zijn wij het wel: als oude witte mannen, verlichtingsfundamentalisten, cryptoracisten of antropocentristen.
Apartleven
Zoals Ilya Leonard Pfeiffer het onlangs nog schreef: ‘De samenleving wordt niet langer beschouwd als een samenleving, maar als een hinderlijke massa andersdenkenden waarop vrijheden en privileges moeten worden bevochten’… ‘En je kunt het hen niet eens kwalijk nemen dat zij zo denken. Dit is de vrucht van een paar decennia neoliberaal evangelie’…’Je eerste gedachte moet de ander zijn en niet jezelf. Je moet nadenken over je plichten voordat je over je rechten begint. Dat is de enige manier waarop een samenleving kan gedijen.’
Net dat doen ook Redig e.a., onbewust, omdat ze opgesloten lijken in hun vakgebied: het neoliberalisme omarmen. De rechten van ‘achtergestelde jongeren’ moeten bevochten worden op de anderen. Desnoods door middel van positieve discriminatie. Dat is niet samenleven maar apartleven. Ik ken toevallig ook wat praktijkwerkers in de jeugdzorg. En ook die vertellen mij dat er toch heel wat kansen worden geboden, maar dat er bij die jongeren toch wel een pak charels bij zitten die met geen stokken toe te leiden zijn naar welke kansen dan ook: niet naar de Werf van de Eeuw, Tom Meeuws, niet naar de zorg, niet naar de NMBS en al zeker niet naar de politie natuurlijk. Die hebben trouwens, en voor alle duidelijkheid, alle kleuren van de regenboog.
Maar gebruik hen alstublieft niet als uithangbord voor ‘achtergestelde jongeren’, want voor elk van hen zijn er 9 anderen die wél de aangeboden kansen grijpen. En in feite helpt daar alleen maar een gesloten instelling. Alleen mag je zoiets niet zeggen in de jeugdwelzijnssector, op straffe van ‘verguizing’.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Erik De Bruyn (1959) is actief in de Antwerpse sp.a.
De ontvoogding van Vlaanderen inzake ruimtelijke ordening heeft de voortschrijdende verkruimeling van onze open ruimte helaas niet kunnen stoppen.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.