Schrikkelnota
Een verjaardag voor de Vlaamse Beweging
Twintig jaar geleden baarde de tandem Luc Van den Brande-Johan Sauwens een bijna confederalistische staatshervormingsnota.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHoe gaat dat eigenlijk met mensen die geboren zijn op een schrikkeldag? Vieren die dan maar om de vier jaar hun verjaardag? De vraag is niet zonder relevantie voor de Vlaamse Beweging. Want die heeft vandaag een niet onbelangrijke verjaardag te vieren. Het is precies twintig jaar geleden dat Luc Van den Brande in de Commissie voor Staatshervorming van het Vlaams Parlement zijn ‘Discussienota voor een verdere staatshervorming’ voorstelde: de fameuze Schrikkelnota. Het is vandaag nog maar de vijfde keer dat we die verjaardag kunnen vieren, en de eerste keer met een rond getal. Dat is dus wel een artikel waard.
Donderdag 29 februari 1996: ik herinner me die dag nog levendig. Ik was secretaris van de Commissie voor Staatshervorming en moest voorzitter Johan Sauwens (Volksunie) bijstaan. De commissiezalen van het nieuwe Vlaamse parlementsgebouw waren toen aan het proefdraaien. Pas een dikke twee weken later, op 17 maart, werd het gebouw officieel geopend. De massaal opgekomen journalisten moesten nog hun weg zoeken in de naar verf ruikende gangen. Hier en daar waren er nog bouwvakkers aan het werk. De vergadering vond plaats in de Jan Van Eyckzaal. Het nagelnieuwe kunstwerk van Fred Eerdekens had veel bekijks. Parlementsleden en journalisten amuseerden zich met het lezen van de schaduwen die door de grillig gevormde messingdraden werden geworpen.
Mogelijk overbodig
‘Mogelijk overbodig’, lazen ze onder meer. Was dat niet perfect van toepassing op de vergadering van die dag? In die tijd was Luc Van den Brande het mannetje dat in de cartoons van Meynen altijd stond te zwaaien met een veel te grote leeuwenvlag en brutaal de les werd gespeld door bullebak Jean-Luc Dehaene. Dehaene die overigens ook geen al te grote dunk had van het Vlaams Parlement en de vergaderingen daarvan vergeleek met de bijeenkomsten van een Davidsfondsafdeling. Hij wou te allen prijzen vermijden dat zijn regering van socialisten en christendemocraten zou worden gedestabiliseerd door communautaire heisa. Een nieuwe staatshervorming situeerde hij dan ook liefst in een zeer verre toekomst. Ook vandaag zou Van den Brande wel aan de leiband worden gehouden door Dehaene, dacht men. Er was dan ook niemand die verwachtte dat de minister-president veel opzienbarends zou vertellen, laat staan dat de vergadering historisch zou worden. ‘Mogelijk overbodig’, leek de realiteit dichter te benaderen.
Wat De Standaard die ochtend schreef voorspelde ook al niet veel goeds. Die krant meende te weten dat CVP-voorzitter Johan Van Hecke op de valreep de meest radicale passages uit Van den Brandes tekst had laten schrappen. Dat zou mede gebeurd zijn op aandringen van SP-voorzitter Louis Tobback. Beide voorzitters waren er als de dood voor om de Franstalige regeringspartijen voor het hoofd te stoten met de nota. Nadien raakte bekend dat de Vlaamse regering op 28 februari tot een gat in de nacht had vergaderd over de tekst en pas in de vroege uurtjes een akkoord had bereikt.
Confederalisme geen taboe
Ook bij de Volksunie waren de verwachtingen niet al te hoog gespannen. Johan Sauwens had van meet af aan de ambitie om via zijn commissie de staatshervorming opnieuw op de politieke agenda te zetten. Maar dat was tot dan toe niet bijster goed gelukt. Zonder een communautair initiatief van de meerderheid kon Sauwens niet veel doen. Al maandenlang was hij aan Van den Brandes mouw aan het trekken. Maar die schoof de zaak op de lange baan, kennelijk onder druk van Dehaene en de SP. Tenminste, dat was de indruk die we toen hadden. In arren moede organiseerde Sauwens dan maar hoorzittingen over de rapporten van de Vlaamse Onderzoeksgroep Sociale Zekerheid 2002, die hij in de vorige legislatuur als Vlaams minister van Staatshervorming had opgericht. Dat was enkel een bezigheidstherapie die nauwelijks aandacht kreeg in de pers. Bij de Volksunie had men er zich al bij neergelegd dat Sauwens’ Commissie voor Staatshervorming slechts een droevig bestaan zou leiden. Van den Brandes aankondiging begin februari kwam dan ook als een bijzonder aangename verrassing: hij zou binnenkort namens zijn regering een tekst over een verdere staatshervorming voorstellen aan de commissie.
Maar de grootste verrassing was natuurlijk de inhoud van de nota. Precies omdat men er zo weinig van verwachtte kwam die heel radicaal over. Er werd gepleit voor verregaande bevoegdheidsoverdrachten op tal van terreinen. Een verdere staatshervorming moest worden gebaseerd op de fundamentele tweeledigheid van België, aldus de nota. Brussel moest een specifiek statuut krijgen. Er werd niet langer gesproken over ‘gewesten’ en ‘gemeenschappen’, maar wel over ‘deelstaten’. Confederalisme mocht geen taboe zijn, want België had onmiskenbaar al een aantal confederale kenmerken. Dit alles klonk twintig jaar geleden behoorlijk revolutionair. Vooral omdat velen toen dachten dat er met het Sint-Michielsakkoord van 1992 definitief een punt was gezet achter twintig jaar van staatshervormen. Het was welletjes geweest met het uitkleden van België, vond het establishment. Maar dat was dan buiten Van den Brande gerekend.
Communautaire geest
Nog diezelfde 29 februari riep de federatie PRL-FDF (die later de MR vormden – red.) alle Franstalige partijen op om front te vormen tegen de door Van den Brande in het vooruitzicht gestelde ‘ontwikkeling van een Vlaamse staat’. Brussels minister-president Charles Picqué verklaarde geschokt te zijn over ‘de brutaliteit en het geweld van de aanval op het statuut van het Brussels Gewest’. En Waals minister-president Robert Collignon zegde prompt een eerder gepland debat met Van den Brande op de RTBF en de BRTN (zo heette de VRT toen – red.) af. Op die manier wou hij krachtig protesteren tegen het feit dat de Vlaamse minister-president in zijn nota de realiteit van het Brussels Gewest negeerde.
Van den Brande had de SP en de belgicisten in zijn partij over de streep kunnen trekken door een paar radicalere confederalistische passages in de nota te schrappen én door enige dubbelzinnigheid te creëren over het precieze statuut van de Schrikkelnota. Die bevatte slechts ‘een aantal oriënterende krachtlijnen en constructieve denkpistes’, zo verklaarde hij in de commissie. Maar ondertussen was de communautaire geest toch maar lekker uit de fles.
De bespreking van de Schrikkelnota in de commissie volgde daarna een nogal hobbelig parcours. De meerderheid wou de bespreking van de tekst zoveel mogelijk rekken met hoorzittingen per hoofdstuk. Maar onder druk van de oppositie en van commissievoorzitter Sauwens werd de bespreking van elk hoofdstuk afgerond met een ‘voorlopige standpuntbepaling’. Van den Brande en Sauwens vormden gaandeweg een efficiënte tandem. Onder hun impuls waren de ‘voorlopige standpunten’ duidelijker en verregaander dan wat in de oorspronkelijke Schrikkelnota stond. Die tussentijdse standpunten kregen telkens behoorlijk wat media-aandacht en zorgden ervoor dat het communautaire vliegwiel alsmaar sneller ging draaien.
5 Resoluties
Het was koud op 29 februari 1996, maar het sneeuwde niet. Toch was de Schrikkelnota een sneeuwbal die de volgende jaren steeds groter zou worden en uiteindelijk een communautaire lawine zou veroorzaken. De voorlopige standpunten vormden de basis van de mythische vijf resoluties die op 3 maart 1999 door het Vlaams Parlement werden goedgekeurd. Die resoluties zouden de volgende dertien jaar de besluitvorming over de staatshervorming bepalen. Tot op vandaag blijven ze een belangrijk referentiepunt in het institutionele debat. Zelfs in zijn ergste nachtmerries heeft Jean-Luc Dehaene zich nooit kunnen voorstellen dat een Davidsfondsafdeling zoveel impact kon hebben.
De volgende keer dat we de verjaardag van de Schrikkelnota kunnen vieren met een rond getal is 29 februari 2036. Dat lijkt me een mooie gelegenheid voor de president van de Vlaamse Republiek om het standbeeld van Luc Van den Brande en Johan Sauwens te onthullen.
Foto: Premier Jean-Luc Dehaene en minister-president Luc Van den Brande (c) Reporters
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'.
De Union des Francophones (UF) bestaat nog. En haar zetel bevindt zich in het MR-hoofdkwartier.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.