‘Separatisten zullen er nooit echt bij horen.’
Verregaande flamingante naïviteit
Peter De Roover maakt een manke vergelijking tussen de coronacrisis en de Eerste Wereldoorlog, vindt Bart Maddens.
foto © Reporters / GYS
Flaminganten zijn verbaasd dat ze uit de ‘nationale unie’ worden uitgesloten. Die verbazing getuigt van verregaande naïviteit.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementTijdens het investituurdebat in de Kamer vorige week zei N-VA-fractieleider Peter De Roover het volgende: ‘Mag ik in dit huis opmerken dat premier Charles de Broqueville in januari 1916 socialisten opnam in zijn kabinet, een groep die toen werd gezien als een revolutionaire bende die zich tot doel stelde de maatschappelijke orde volkomen overhoop te willen gooien. Hij deed dat omdat de omstandigheden die eenheid vroegen. Die grootheid kon het voorbije weekend niet aan de dag worden gelegd.’
Manke vergelijking
De coronacrisis met een wereldoorlog vergelijken lijkt mij hoe dan ook weinig zinvol. Maar als het dan toch per se moet, dan zou ik eerder naar het begin van de Tweede Wereldoorlog kijken. Toen zaten er, in tegenstelling tot het begin van de eeuw, wel al Vlaams-nationalisten in het Belgische parlement. Werden die betrokken bij de ‘nationale eenheid’? Natuurlijk niet. Het Belgische regime arresteerde zoveel mogelijk Vlaams-nationalisten en deporteerde hen in veetransportwagens naar Frankrijk, op de zogenaamde spooktreinen. Daar leefden ze een paar maanden lang in erbarmelijke omstandigheden. Dit samen met andere ‘staatsgevaarlijke elementen’, zoals communisten, rexisten, en… Joden.
Om die zogenaamde ‘vijfde kolonne’ uit te schakelen werd een loopje genomen met alle mogelijke rechtsprincipes. Dit leidde tot grote verontwaardiging, die de collaboratie nadien mee heeft aangewakkerd en gelegitimeerd. Want inzake het respect voor de fundamentele rechten en vrijheden was België, als puntje bij paaltje kwam, geen haar beter dan het nationaalsocialistische Duitsland, zo leek het wel.
‘Nationale unie’ zonder flaminganten
Ik zei het al, elke vergelijking met de situatie van vandaag loopt vreselijk mank. Toch valt er één parallel te trekken. In periodes van acute crisis heeft het Belgische regime de neiging om Vlaams-nationalisten uit te sluiten. Zij worden automatisch buiten de ‘nationale unie’ geplaatst. ‘Tous ensemble’, daar horen zij niet bij.
Je zou kunnen zeggen dat daar een zekere logica in zit. De Belgische eenheid is nu eenmaal incompatibel met het Vlaams-nationalisme. Juist daarom houdt de vergelijking die Peter De Roover vorige week maakte geen steek. De socialisten mochten er dan wel revolutionaire ideeën op na houden aan het begin van de vorige eeuw, ze aanvaardden wel de Belgische staat als dusdanig. Vlaams-nationalisten doen dat niet, en zijn daardoor veel bedreigender voor het bestel.
Verregaande naïviteit
Nogal wat flaminganten reageerden vorige week verrast en verbaasd op het doortrapte maneuver om de N-VA buiten spel te zetten bij de regeringsvorming. Het is echter de verbazing zelf die het meest verbaast. Die is symptomatisch voor een verregaande naïviteit. Veel Vlaams-nationale politici koesteren de illusie dat ze door het Belgische establishment voor vol worden aanzien, dat ze worden gerespecteerd en beschouwd als legitieme politieke actoren. Dat is natuurlijk niet zo. Separatisten zullen er nooit echt bij horen. Als ze al worden toegelaten tot de Belgische machtscenakels, dan is dat enkel omdat men hoopt om ze op die manier sneller klein te krijgen. Iets wat overigens, zowel in het geval van de Volksunie als de N-VA, aardig is gelukt.
Vlaams-nationalisten onderschatten nog steeds de diepgewortelde aversie die tegenover hen bestaat bij de Belgische politieke, culturele en academische elite. Een aversie die soms grenst aan haat. Dat komt het scherpst tot uiting in het ‘cordon sanitaire’ tegenover het Vlaams Belang. ‘Social distancing’ in acht nemen en geen hand geven aan elkaar, het voelt onwennig aan. Niet echter voor veel Franstalige (en sommige Vlaamse) politici die al jaren vermijden om naast Vlaams Belangpolitici te zitten in het parlement en weigeren hen een hand te geven. Bemerk overigens dat het woord ‘cordon sanitaire’ niet zoveel wordt gebruikt in de context van het coronavirus. Die term wordt gereserveerd voor zieke varkens en voor de on-mensen van het Vlaams Belang.
Hoe dan ook is de vanzelfsprekendheid waarmee de 810.177 kiezers van het Vlaams Belang in tijden van nood helemaal opzij worden geschoven ronduit verbijsterend. Zeker, de 584.621 kiezers van PTB/PVDA ondergaan hetzelfde lot en worden ook buiten de ‘nationale unie’ geplaatst. Maar stel nu eens dat er geen Vlaams Belang zou zijn? Dan zou de uiterst linkse partij ongetwijfeld met open armen worden verwelkomd binnen de nationale consensus, niet het minst omdat die partij ook extreem Belgischgezind is. Het is om de uitsluiting van het Vlaams Belang enigszins te kunnen legitimeren in Vlaanderen, dat men ook de PTB/PVDA buitenspel moet zetten.
Totalitair sfeertje
Er dreigt in de huidige omstandigheden een totalitair sfeertje te ontstaan, waarbij elke vorm van kritiek op de uitsluiting van de Vlaams-nationalisten als inciviek wordt beschouwd. Dat laatste was duidelijk de ondertoon van de nogal akelige column die Béatrice Delvaux vorige week (19 maart) in De Standaard publiceerde. ‘Waar was u toen wij ziek waren?’, vraagt ze aan de politici. ‘Bent u geobsedeerd door de wil Sophie Wilmès te bashen, die de eed heeft afgelegd voor een inderdaad wankele regering, maar die in de frontlinie staat?’
De boodschap is duidelijk: wie Sophie Wilmès en haar regering van ‘nationale eenheid’ bekritiseert, die verzwakt het front tegen corona, en collaboreert met de vijand. Worden binnenkort ook alle ‘niet-essentiële opinies’ verboden?
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'.
De Union des Francophones (UF) bestaat nog. En haar zetel bevindt zich in het MR-hoofdkwartier.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.