Sloop eindelijk eens die Reyerstoren…
… en het instituut eronder
foto © Reporters / QUINET
Kan het Nederlandse omroepmodel inspireren in een grondige hertekening van het Vlaamse audiovisueel medialandschap?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet nieuwe Vlaamse regeerakkoord heeft zoals bekend een aantal onprettige verrassingen in petto voor de VRT. 2,4 miljoen euro vet wegsnijden per jaar, tot in 2024, naast een aantal duidelijke vingerwijzingen dat de publieke omroep zich meer met de Vlaamse identiteit moet bezig houden, en journalisten wat terughoudender mogen zijn wat betreft hun persoonlijke politieke overtuiging.
De passus draagt een duidelijke N-VA-stempel. Door het volslagen onbeschreven blad Benjamin — what ’s in a name — Dalle (CD&V) tot mediaminister te bombarderen, hebben Jambon en C° de perfecte pispaal in huis om de verwensingen van links in ontvangst te nemen en meteen te draineren naar de partij die op sterven na dood is. Waarna de stoffelijke resten kunnen verdeeld worden onder de overige partners. Maar waar moet het met de publieke omroep naar toe op langere termijn? In de conclusies van mijn boek Na het journaal volgt het nieuws geef ik een paar aanzetten.
Hoe het groeide
Sinds de oprichting van de BRT in 1960 was volksopvoeding een centrale pijler in de missie van de openbare omroep, met als glijmiddel ontspanning op Vlaams niveau waarin herkenbare lokale volksfiguren tot echte halfgoden uitgroeiden (Schipper naast Mathilde, Slisse en Cesar). Het heette dat de Vlaming diende ontvoogd te worden via een uitgebreid gamma schooltelevisie, met iconische schermfiguren, gaande van Armand Pien tot Nonkel Bob, waaraan de Vlaming zich kon spiegelen.
Aan het eind van de jaren ’60 maakte een nieuwe generatie haar opwachting aan de BRT-studio’s: de generatie Zinzen, die zich van de ’68-barricaden had teruggetrokken om via een lange mars door de instellingen het linkse gedachtegoed te verbreiden. Uiteraard was de publieke omroep daartoe dé ideale megafoon. In vrij korte tijd hadden deze ambitieuze soixante-huitards de nieuwsredactie quasi gemonopoliseerd, en verschoof de originele missie van volksopvoeding naar deze van indoctrinatie.
De komst van VTM in 1989 betekende een schok, die echter niet van dien aard was om de roderoze journalistenkolonne van de toenmalige BRT te verontrusten. Integendeel, men koos voor de vlucht vooruit, met nog meer nadruk op de ‘juiste’ leer en het wegselecteren van mensen die niet beantwoordden aan het juiste politieke profiel. Sindsdien tonen alle studies een onveranderlijke ideologische eenzijdigheid onder de Vlaamse journalisten, vooral juist deze van de publieke omroep die door alle Vlamingen wordt gefinancierd.
Sindsdien ook bleef de omroeptoren aan de Reyerslaan hét symbool van een visie op de openbare omroep als een waarheidszender, bijna in Sovjetstijl, top-down, streng hiërarchisch, uitermate bedilzuchtig en zelfs infantiliserend. De manier alleen al waarop Martine Tanghe het Journaal voorleest is van een benauwelijke neer-búi-gend-heid (traag uitspreken, kijk diep in de autocue). De totalitaire programmastructuur van de nieuwsdienst, die ons al vanaf de vooravond vergast op nieuws, naadloos overlopend in duiding (Terzake) en nog later in allerlei talkshows (De Afspraak, Vandaag), ademt een sfeer uit van evangelisatie.
Een avondje nieuws en duiding
In die ketting is strikte, ‘droge’ informatie niet meer te scheiden van journalistieke opinies, waarbij figuren als Rudi Vranckx onbekommerd hun ervaringen in Syrië mixen met persoonlijk activisme en een bijwijlen genante vedettecultus. Elke terughoudendheid is zoek. Vaste ankers en presentatoren genre Bart Schols en Danira Boukhriss spelen voluit in een framing-scenario, waarbij ook het vaste kransje van opiniemakers niet mag ontbreken, zorgvuldig door de redactie gecast in functie van hun voorkomen, achtergrond, en uiteraard wat ze te vertellen hebben. Het is meer een vaste ceremonie; wie zo’n avond helemaal uitzit zonder weg te dommelen, is helemaal gehersenspoeld en klaar om de volgende dag de wereld te bekijken zoals de VRT-nieuwsredactie het graag heeft.
De millennium-generatie van journalisten lijkt in dat opzicht geen soelaas te hebben gebracht. Met figuren als bovenvermelde Bart Schols en Danira Boukhriss blijft men steken in het spoor van Zinzen en C°, badend in een postmoderne luchtigheid weliswaar, maar net daardoor nog subtieler inzake het inlepelen van vooroordelen. Met de geschreven pers als vaste back-up. Dat dit model onhoudbaar is, beseft zowat iedereen die zich niet vastklampt aan de VRT als behoeder en uitdrager van de links-progressieve weldenkendheid. De Vlaming heeft het gehad met ‘zijn’ openbare omroep, en snakt naar nieuws zonder toegevoegde pocosaus. Voor duiding en commentaar zorgen we zelf wel, of we halen de mosterd naar keuze. En nu zelfs het troetelkind van alle talkshowpresentatoren en full-time slachtoffer van racisme Dalilla Hermans een banvloek over de VRT heeft uitgesproken — ze lieten haar niet meer met rust —, lijken de dagen van de openbare omroep geteld.
De vraag is alleen, of het langzaam financieel wurgen van de VRT, met alle kokhalsreflexen van dien bij het zittende personeel, op langere termijn een oplossing biedt voor het journalistiek-objectief deficit. Die verrottingsstrategie wil ik eigenlijk iedereen besparen, ook de betrokkenen. Meer ingrijpende hervormingen zijn nodig om de democratische balans terug te vinden, en de Vlaamse publieke omroep ook te hersmeden tot omroep van alle Vlamingen. Daar moet een breed politiek debat over plaatsgrijpen dat meer inhoudt dan een paar zinnetjes in een regeerakkoord.
Copernicaanse omwenteling
In dat opzicht kan misschien het Nederlands model inspireren: een nieuw op te richten Openbare Omroep die zich strikt beperkt tot nieuwsgaring zonder het flou artistique van de duidingprogramma’s. Deze redactie levert bondige nieuwsfeiten zonder tendentieuze commentaar, gecombineerd met een cultuuraanbod. Daarnaast is er plaats voor een aantal zendgemachtigde verenigingen (in Nederland: AVRO/TROS, VPRO e.a.) naast kleinere aspirant-omroepen (bv. PowNed). Het model lijkt interessant voor Vlaanderen, en een uitweg uit de eeuwige discussie rond (gebrek aan) objectiviteit.
Het vormt dan helemaal geen probleem dat al die nieuwsmakers, van Kathleen Cools tot Bart Schols, duidelijk met een links ideologisch profiel te koop lopen, maar laat gewoon het woordje ‘openbaar’ weg. Ontsla ze allemaal en laat hen solliciteren binnen een op te richten links/groene omroep, die uiteraard door leden gefinancierd wordt en ook zendtijd krijgt volgens het aantal leden. We zullen dan wel zien hoeveel van hen nog aan de bak komen. Idem dito uiteraard voor een Vlaams-nationalistische zender, een christelijke, enzoverder.
Terugkeer naar de zuilentijd? Misschien wel, maar die zenders hoeven uiteraard niet gelieerd aan politieke partijen, liefst zo min mogelijk zelfs. Dat is in Nederland ook niet zo. Wel aan levensbeschouwingen, en die zijn nu eenmaal de basis van elk pluralisme. Evenmin hoeft zo’n zendgemachtigde vereniging een echokamer van het Grote Gelijk te worden: daar kunnen zoals in Nederland pittige praatprogramma’s openbloeien. Noteer tenslotte dat elke aspirant die de grondprincipes en waarden van onze rechtstaat niet uitdrukkelijk accepteert, mag uitgesloten worden van deze vrije opiniemarkt.
Meteen is deze Copernicaanse omwenteling enorm besparend. We krijgen dan een gelaagd audiovisueel landschap, met een neutrale nieuwsdienst die zich op haar kerntaken terug plooit, daarnaast ‘gekleurde’ zenders die zorgen voor duiding en commentaar, en uiteraard ook eigen of gekochte reportages mogen brengen, en in een derde pijler de commerciële zenders die vooral ontspanning brengen. Want geef toe: het organiseren van kwissen en spelletjesprogramma’s is al evenmin een taak van de openbare omroep, laat dat over aan de pretzenders.
Deze hertekening vergt meer politieke moed en creatief denkwerk, maar is op langere termijn een veel grotere waarborg voor het democratisch pluralisme in Vlaanderen. De VRT heeft als instituut zijn houdbaarheidsdatum bereikt, en een mediaminister dient zich daarvan bewust te zijn. Sloop eindelijk die Reyerstoren. De 21ste eeuwse glasvezeltechnologie biedt voor méér stemmen ruimte dan voor de tunnelvisies van een handvol zelfverklaarde volksopvoeders.
Na het journaal volgt het nieuws: het boek en de lezing over de Vlaamse media, meer info klik hier.
Ook niet te missen: Boekenbeurs panelgesprek over de Vlaamse media, met Johan Sanctorum en Luckas Vander Taelen — Moderator: Pieter Bauwens. Zaterdag 9 november, 10u30-11u30, Letterenloft, zaal 3.
Categorieën |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Bij de docu-film van Jambers over BDW blijft de vraag hangen waar de N-VA als ‘republikeinse partij’ nu eigenlijk nog voor staat.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.