Spanje: vervroegde verkiezingen in crisissfeer
Pedro Sanchez kondigt nieuwe verkiezingen aan
foto © Reporters / DPA
Spaanse verkiezingen op 28 april, de derde keer in vier jaar. Het land is diep verdeeld tussen rechts en links, die ook nog versplinteren
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementPedro Sánchez, sinds 8 maand de eerste minister van een Spaanse minderheidsregering, geeft er de brui aan. Nadat zijn begrotingsvoorstel werd weggestemd, kondigde hij op vrijdag aan verkiezingen te zullen uitschrijven voor 28 april. Peilingen geven aan dat zijn PSOE de grootste partij zou worden in het Spaanse halfrond, maar dat aan linkerzijde waarschijnlijk geen meerderheid kan gevormd worden. Een rechtse coalitie van PP, Ciudadanos en VOX zou, nog volgens recente peilingen, nipt mogelijk worden.
Proces tegen Catalaanse politici
Pedro Sánchez kwam aan de macht na de veroordeling van de Partido Popular voor corruptie. De druk op premier Mariano Rajoy, wiens naam ook valt in corruptiezaken, werd te groot en hij moest na een motie van wantrouwen aftreden. Sánchez, van de sociaaldemocratische PSOE, slaagde erin de steun te krijgen van de Catalaanse onafhankelijkheidspartijen, die aan hun steun geen voorwaarden koppelden. Na 8 maanden is het geduld van de indepes echter op. Ze zijn van mening dat de situatie in Catalonië nog altijd niet in positieve zin is geëvolueerd.
Zo verwijten ze Sánchez dat hij niets heeft ondernomen in de vervolging van de Catalaanse politieke en NGO-leiders. Zowel de advocaat van de Spaanse staat, handelend in naam van de Spaanse regering, als de openbare aanklager, benoemd door Sánchez ter vervanging van de procureur benoemd door Rajoy, trokken hun aanklachten van rebellie en opstand niet in tegen de 12 vervolgde Catalanen, wat de onafhankelijkheidspartijen heel dwars zit.
Doodgeboren dialoog
Aan politieke zijde is er ook nauwelijks vooruitgang geboekt in de Catalaanse kwestie. Internationale bemiddeling tussen Spanje en Catalonië was voor de Spaanse regering onaanvaardbaar. Een onafhankelijke bemiddelaar aanvaard door beide partijen zag men in Madrid ook niet zitten, dat met het idee van een ‘rapporteur’ kwam. Die rapporteur moest de gesprekken tussen de Catalaanse en Spaanse regering notuleren.
Dat idee werd door de Spaanse rechtse partijen als ‘landsverraad’ gezien. Zowel de conservatieve Partido Popular, de anti-regionalistische Ciudadanos als het extreemrechtse VOX zijn in een Spaans-nationalistisch opbod verwikkeld en liepen een week geleden nog samen door de straten van Madrid om het ontslag van Sánchez te eisen. Sánchez trok al even gauw het voorstel van een rapporteur weer in. Voor de Catalaanse onafhankelijkheidspartijen was dat het moment om ‘genoeg’ te zeggen. Ze kondigden dan ook aan tegen het begrotingsvoorstel van Sánchez te stemmen.
Electorale regering
De regering van de PSOE verdedigde, samen met Podemos, deze ‘meest sociale begroting’ en verweet de indepes tal van sociale maatregelen en investeringen in Catalonië tegen te houden met hun tegenstem. De belofte van meer investeringen werd vanuit Catalonië weggewuifd: elk jaar worden grootse beloftes gemaakt in Madrid die uiteindelijk nooit uitgevoerd worden. De minimumpensioenen hadden ook omhoog moeten gaan. Beloftes die Sánchez eind 2018 ook maakte voor de minimumlonen. Die verhoogde hij dan toch, via een koninklijk besluit, wat ook mogelijk is voor de minimumpensioenen. Dat wijst erop dat Sánchez populaire maatregelen neemt in het oog van de komende verkiezingen en als drukkingsmiddel gebruikt tegen de Catalaanse onafhankelijkheidspartijen.
Verkiezingen kwamen er sowieso aan dit jaar, de vraag was alleen: wanneer? Het laatste jaar van de legislatuur was immers al ingezet. Wettelijk gezien is Sánchez verplicht verkiezingen uit te schrijven voor ten laatste eind 2019 of begin 2020. Nu hij geen voldoende steun krijgt voor zijn begrotingsvoorstel, verkiest hij de verkiezingen te vervroegen. Daartoe is hij niet verplicht. Hij had ook kunnen kiezen door te zetten met een ‘voorlopige twaalfden’, waarbij de vorige begroting automatisch gekopieerd wordt naar dit jaar.
Peilingen duiden op verdeeldheid
Of de zet goed berekend is zullen we op 28 april weten. De peilingen wijzen erop dat Spanje erg verdeeld is tussen links en rechts. Beide zijden zouden ook nog eens verder versplinteren. Hoewel de PSOE met 98 van de 350 zetels de grootste partij zou worden, zou er aan linkse zijde geen meerderheid kunnen gevormd worden zonder de steun van de regionale partijen. Aan rechtse zijde is het kantje boord. De grote vraag is ook hoeveel zetels de extreemrechtse VOX zal behalen. Dat de partij in het Congreso zijn intrede zal maken, staat al buiten kijf.
Albert Rivera, de leider van Ciudadanos, werpt zich alvast op als de nieuwe premier en mikt op een coalitieregering met de Partido Popular, gesteund door VOX. Ook in de zuidelijke regio Andalusië werd al zo’n coalitie opgezet. Een cordon sanitaire zit er dus niet in voor Spanje. Het profiel van zo’n rechtse regering zal alvast Spaans-nationalistisch zijn. Albert Rivera riep op om een coalitie te vormen van zij die Spanje ‘liefhebben’, tegen zij die het land willen ‘liquideren’, verwijzend naar Pedro Sánchez en de steun die hij kreeg van de Catalaanse onafhankelijkheidspartijen bij zijn verkiezing als premier. Dat Rivera eerste minister zou worden is echter weinig waarschijnlijk, gezien zijn partij volgens de peilingen derde zou eindigen.
De dreiging van artikel 155
Wat voor de Catalanen de vraag zal zijn, is of de Partido Popular en Ciudadanos het zullen menen in hun dreiging opnieuw de autonomie van Catalonië op te heffen in het geval zij aan de macht komen. Pedro Sánchez, wiens partij toch ook de vergaande toepassing van dit artikel 155 goedkeurde, gebruikt dit nu als verkiezingsargument. Zo werpt hij zich op als de verdediger van het politieke centrum en moderatie.
Of die boodschap zal blijven hangen in de slag tussen Spaanse en Catalaanse nationalisten, is nog maar de vraag. Daarnaast wordt hem vanuit Catalonië verweten dat de PSOE weigerde de beruchte ‘Muilbandwet’ weg te stemmen. Deze ‘Ley Mordaza’ is nadelig voor burgerrechten, het recht op betogen en wordt op de korrel genomen door internationale instellingen en mensenrechtenorganisaties.
Crisislucht
Een wind van instabiliteit waait alvast door de Spaanse politieke instellingen. Voor de derde keer in vier jaar tijd moeten de Spaanse kiezers naar de stembus. Niet alleen zijn er nu vervroegde nationale verkiezingen op 28 april, op 26 mei zullen er ook lokale en Europese verkiezingen gehouden worden. Spanje is zo vertrokken voor maanden verkiezingscampagne.
Ondertussen worden de Catalaanse politieke en sociale leiders in Madrid berecht. Het is uitkijken naar het electorale effect hiervan in zowel Catalonië als de rest van Spanje. Ook politiek kan dit gevolgen hebben: zonder de stemmen van de Catalaanse onafhankelijkheidspartijen kan het in Madrid opnieuw moeilijk regeren zijn.
Tags |
---|
Personen |
---|
Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.
Spanje krijgt Carles Puigdemont maar niet te pakken. Ondertussen maakt het zich ‘belachelijk’ aldus een triomfantelijke Puigdemont.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.