JavaScript is required for this website to work.
post

Het spook van Asterix

ColumnLuckas Vander Taelen14/12/2018Leestijd 3 minuten

foto © Reporters / DPA

Er waren spoken door Frankrijk. Asterix, uitzonderlijk welvarende jaren en dogmatisch vasthouden aan linkse ideeën vuren de gele hesjes aan.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ik had Alain, een vriend uit Parijs, aan de lijn. ‘Kom me vooral niet bezoeken, het is hier veel te gevaarlijk!’ zei hij meteen. Hij wist dat ik een weekendje in zijn stad had gepland. ‘Ik had de schrik van mijn leven zaterdag’ ging hij verder; ‘de casseurs hebben de glazen ingangsdeur van ons appartementsblok ingebeukt. Een dag later was er de aanslag in Straatsburg; ik zag niet meteen een reden om enige paniek te relativeren…’

Alain woont niet ver van de Place de la République, traditioneel een plek waar manifestanten zich ophouden. En die waren zaterdag als een schreeuwende woedende bende tot bij hem in de buurt uitgezwermd. ‘Waar halen die het in hun hoofd om privé-woningen aan te vallen?’ verzuchtte Alain. Hij maakte zich zorgen voor de toekomst temeer omdat Jean-Luc Mélenchon, de megalomane leider van het zogenaamde ‘France Insoumise’ hardnekkig probeert de beweging van de gele hesjes te recupereren door haar tot een revolutionaire ‘volksopstand’ uit te roepen.

Frankrijk was altijd al een land waar sociale onderhandelingen extreem moeilijk en complex zijn, ook door het grote aantal syndicaten. In Frankrijk wordt elk jaar zeven keer meer gestaakt dan in Duitsland, veertig keer meer dan in Zweden. Onderhandelen met de gele hesjes lijkt echter nog moeilijker dan met de traditionele vakbonden. Meer en meer vatten ze hun waslijst eisen samen met het simplistische ‘Macron Démission!’

Jupiter wankelt

De toegevingen  van het Franse staatshoofd, die zo een slordige 10 miljard aan de Franse staatskas zullen kosten, zijn allang niet genoeg meer voor de gele hesjes. De protestbeweging is zowat alle windrichtingen kwijt. Wie de moeite doet om hun bijeengesprokkelde eisen te lezen, raakt meteen de weg kwijt. Sommige zouden zo uit het partijprogramma van het voormalige Front National kunnen komen, zoals een controle van het aantal vreemdelingen. Of uit de koker van Donald Trump: een totaal verbod op de verhuizing van bedrijven naar het buitenland. En voeg daarbij nog een paar extreem linkse ideeën, zoals politici die aan een minimumloon werken of het vervangen van het traditionele parlementaire systeem door referenda waarbij de burger voor alles het laatste woord krijgt. Op YouTube zijn video’s te zien waarin radicale militanten uitleggen waarom volksraadplegingen de ultieme vorm van democratie zijn.

De casseurs die als goed geoefende urbane guerrillero’s banken en boetieks in de fik steken, zien zichzelf als de gewapende voorhoede die de verdrukte volksmassa’s tot een revolutionaire opstand zullen aanzetten. Dat is een romantische mythologie die aan de Franse linkerzijde altijd is blijven bestaan. De economist Pierre Robert stelde een paar maand geleden nog dat een groot deel van zijn landgenoten een ingebakken afkeer heeft van het kapitalisme en de vrije onderneming wantrouwen. Dat is volgens Robert te verklaren door de lange traditie van absolutistische vorsten, die baas waren over het economisch leven. Een traditie verder gezet door presidenten zoals Charles De Gaulle die na de tweede wereldoorlog een groot deel van de  economie nationaliseerde.

Trente Glorieuses achterhaald

De Fransen blijven volgens Robert nostalgisch over de dertig naoorlogse jaren, de Trente Glorieuses, die tot de oliecrisis hun welstand garandeerden. Een groot deel van de sociale onrust en onvrede is enkel te verklaren door het verlangen van de Fransen naar een sterke overheid die voor hen zorgt. Dat Franse presidenten zo snel hun krediet verliezen, zoals Macron nu ook ondervindt, heeft alles te maken met de onbewuste heimwee naar een tijd dat een sterke staatseconomie voor iedereen leek te zorgen. Dat de wereld er door de mondialisering helemaal anders uit ziet dan in de tijd van De Gaulle hebben vele Fransen nog niet begrepen, net zomin als vele Engelsen nog niet door hebben dat de tijd van het Empire nooit meer terug komt.

Pierre Robert schreef een vernietigend rapport over de kennis van de economie van de Franse bevolking. In de lycées wordt de werking van de economie nauwelijks uitgelegd, maar is het vak volledig gepolitiseerd door militante, links georiënteerde leerkrachten met een nauwelijks verborgen misprijzen van alles wat met de vrije markt te maken heeft. ‘In geen enkel ander Europees land bestaat een dergelijk negatief beeld van het kapitalisme’, klaagt Robert aan. Dat zorgt ervoor dat vele Fransen niets van de economie begrijpen en zelfs niet weten hoe met hun spaarcenten om te gaan.

Frankrijk als dapper dorpje?

Daardoor hebben volgens Robert simplistische denkpatronen het zo gemakkelijk om aan te slaan en algemeen als waarheid aanvaard te worden, zoals het idee dat het volstaat om rijken geld af te nemen om de economie te doen draaien. Niet verwonderlijk dat de casseurs zich volkshelden voelen als ze banken vandaliseren. ‘L’esprit Astérix’ domineert nog altijd in Frankrijk, betreurt Robert: het beeld van een land dat zich heroïsch verzet tegen het wereldwijde liberalisme. En geen hervorming kan in Frankrijk worden voorgesteld zonder dat een debat daarover vervalt in een gepolitiseerde polemiek.

Mijn vriend Alain verbaast er zich over dat er niet meer reactie komt van de gewone Fransen. ‘Want het is gemakkelijk het ontslag te eisen van Macron en het land te laten ontploffen. Maar wat krijg je er nadien voor in de plaats?’ Op die vraag heeft momenteel niemand een antwoord…

Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.

Commentaren en reacties