JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Tom Van Grieken: ‘Vlaanderen heeft geen jaar meer’

VB-voorzitter te voet door de gouw

Christophe Degreef27/5/2023Leestijd 7 minuten

foto © CD

Het VB pakt uit met de ‘Doe ze luisteren’-campagne. In afwachting van de betoging op pinkstermaandag, enkele vragen te voet aan Tom Van Grieken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken toert te voet door Vlaanderen om naar de Vlaamse burger te luisteren. Dat moet uitmonden in een grote demonstratie van de partij op pinkstermaandag in Brussel. Doorbraak wandelde mee tussen Schellebelle en Lede.

‘Doe ze luisteren’, heet de campagne van Tom Van Grieken. Ze wil de Vlamingen ervan overtuigen dat het VB aan hun kant staat. Door eerst onderweg te luisteren naar zijn/haar grieven. Om die vervolgens op pinkstermaandag luidkeels in Brussel te gaan verkondigen.

Dat was buiten de stad Brussel gerekend, die de manifestatie van aanstaande maandag verbood omdat er ook een tegenbetoging van het ABVV zou komen. Hoe dat afliep, leest u hier. (Spoiler: de Raad Van State verwerpt de beslissing van Brussel.)

Maar dat alles wist Van Grieken nog niet tijdens dit gesprek.

Wat zijn de eerste indrukken op uw tocht?

Tom Van Grieken: ‘Ik merk dat er toch vele spontane reacties zijn van Vlamingen: bouwvakkers die van hun stelling komen om vragen te stellen. Automobilisten die stoppen om een praatje te maken. Je voelt dat Vlamingen willen dat er verandering komt. Mensen hebben het nog altijd niet verteerd dat er een regering is gevormd zonder meerderheid in Vlaanderen. Sinds Vivaldi is aangetreden, is dat draagvlak nog veel kleiner geworden.’

‘Het meest opmerkelijke – en dat vermoedde ik al lang maar kon ik niet hard maken – is dat wij uiteindelijk niet op ongenoegen teren. Wij blijken de hoop voor vele mensen te zijn. Niet iedereen die we tegenkomen is een VB’er. Maar wat we doen wordt door velen almaar meer gesteund. Dat is het belang van luisteren naar de bevolking. Naar hun levensverhaal, hun zorgen, hun problemen, hun visie. En dan leg ik onze visie uit.’

Er is natuurlijk uw partijprogramma, en daarnaast is er luisteren naar de bevolking. Hoe verhouden die twee zich tot elkaar? Wil de bevolking wat u wil?

‘Ik praat mensen niet naar de mond. Het is Vlaanderen, dus af en toe kruist iemand ons pad met een verhaal over een bouwovertreding (lacht). Daar kan ik natuurlijk weinig aan veranderen. Maar dat mensen het eens kunnen uitleggen, zorgt er vaak voor dat 90% van hun frustratie al wegebt. Eigenlijk zijn de mensen die ik tegenkom soms een beetje verbaasd dat ik naar hun dorp afzak.’

‘Vlaams Belang is een aanbodspartij. Neem nu bijvoorbeeld de legalisering van drugs. Een groot deel van de Vlamingen deelt niet noodzakelijk ons ethisch conservatieve standpunt daarover. Maar bij ons krijgen ze wel een pakket met maatregelen, binnen een nationalistische visie. Krijg je de tijd om het eens goed uit te leggen, dan blijken mensen vatbaar voor onze standpunten.’

Tijdens uw campagne in Gent maakte u een foto met een zwarte jongeman die naar uw meeting was gekomen. Is dat een eenling, of wordt uw partij ook aantrekkelijk voor mensen met een kleurtje?

‘Er zijn onderweg ook mensen met Armeense, Kosovaarse, Tunesische en Indonesische wortels naar mij toe gekomen. Het is normaal dat je in Vlaanderen een doorsnee van de Vlaamse bevolking tegenkomt, ook mensen van andere origine. Dat is natuurlijk niet het leeuwendeel. Het is normaal dat een deel van de allochtone bevolking hun leven wel op orde wil hebben. Iets van het leven wil maken. Keihard werken en belastingen betalen. Ook zij hebben geen boodschap aan mensen die leven van het OCMW, of aan criminelen. Want die bezorgen hen vaak een slechte naam.’

Uw partij zal moeten aanvaarden dat een aanzienlijk deel van de bevolking tegenwoordig een andere afkomst heeft?

‘Er is wel maar één Vlaamse cultuur. We gaan niet de fout maken zoals de andere politieke partijen doen, van N-VA tot PVDA: leuren met foldertjes met allochtone kandidaten. Dat vind ik pas racisme. Dat herleidt mensen tot hun afkomst. Ook wij hebben allochtonen die voor ons actief zijn, zoals bijvoorbeeld in Limburg en in de grootsteden. Maar eens bij onze club zijn dat wel Vlamingen. Het verschil met de andere partijen is dat wij de lat hoog leggen voor nieuwkomers.’

De afgelopen veertig jaar hebben we nooit enig wetsvoorstel neergelegd waarbij huidskleur een issue is. Ons referentiekader is burgerschap.’

Dat klinkt wel een beetje als de N-VA…

‘In Frankrijk en Duitsland is burgerschap een duidelijk gegeven: natie en identiteit vallen samen. Links heeft het altijd over Vlaamse identiteit en Belgische nationaliteit en creëert daarmee verwarring.’

Men zegt wel eens dat uw partij momenteel vervelt van een stadspartij tot een plattelandspartij. Omschrijft u ze niet eerder als volkspartij?

‘Een volkspartij, in die zin dat we opkomen voor ons volk. En niet omdat we brede standpunten hebben (grijnst). Ik hou het graag eenvoudig: wij zijn een Vlaams-nationale partij die opkomt voor alle Vlamingen in de Vlaamse natie. Als wij één op de vier Vlamingen verleiden, betekent dat dat wij niet alleen mensen aantrekken die louter in de stad of alleen op het platteland wonen. Dat zijn analyses van politicologen en journalisten van den Aldi.’

Van welk standpunt of vraag bent u hier onderweg het meest geschrokken? Wat wist u nog niet?

‘Wel, ik kreeg een vraag voorgeschoteld door een man wiens dochter slachtoffer is geworden van phishing, waarbij mensen met een smoes via mail of sms bedot worden. Iedereen denkt dat alleen digibeten vatbaar zijn voor dat soort oplichting. Of goedgelovige mensen. Maar dat is niet zo. Gejaagd als we zijn door de dag kan het perfect gebeuren dat je een mail opent die je beter niet opent, of dat je aan telefoon een volstrekt vreemde antwoord geeft op een persoonlijke vraag.’

‘Die vader kwam dus met tranen in de ogen naar mij. Nadat zijn dochter bedot was, heeft hij onmiddellijk de bank gebeld, maar toch is er geld van de rekening gegaan. Vijf verrichtingen, waarvan maar drie zijn terugbetaald door de bank. De bank reageert niet meer, de politie moeit zich niet wegens dader onbekend. Als dan zo iemand mij simpelweg vraagt: “Hoe krijg ik dat geld ooit nog terug, meneer Van Grieken?”, dan weet ik niet onmiddellijk wat ik daarop moet antwoorden.’

Jullie zetten graag in op sociale media. Daarin lijkt alles mooi en onmiddellijk oplosbaar. Maar is er geen discrepantie met de echte problemen van mensen? Hoe verzoent u die twee?

‘Het Belang stelt de wereld niet voor als een instagramverhaal. Wij brengen echt dingen naar buiten, dingen die de media liever niet vertellen. Maar wij botsen ook op de macht van “Big Tech”, de facebooks en twitters van deze wereld, die bepaalde zoektermen of beelden censureren. Dat hindert onze boodschap, en zo krijg je twee parallelle werelden. Die van de ivoren toren, die hun smartphone gebruikt om de wereld mooier voor te stellen dan ze is. En die van ons, die vertelt hoe hij werkelijk is. De wereld van de mensen die hun facturen niet meer kunnen betalen, om maar iets te noemen.’

Kom je iemand lijfelijk tegen die het niet met je eens is, en je blijft kalm en legt je standpunten uit, dan is de kans groot dat die andere gaat luisteren. Gebeurt hetzelfde op sociale media, dan volgt een dovemansgesprek langs beide kanten, gevolgd door allerhande trollen, trouwe partijsoldaten, antifascisten, en nog wat eerder toevallige twitterpassanten. Is dat goed?

‘Ik vind dat er meer polarisatie moet zijn! Een harde mening, beledigd worden… Ja, dat is misschien jammer, maar je kan er evengoed je schouders voor ophalen. We leren onze kinderen het zich niet aan te trekken als iemand iets stouts zegt. Dan gaan we als volwassenen toch niet huilen omdat de toon hard is op sociale media?’

Maar de toon is soms bikkelhard…

If you can’t stand the heat, stay out of the kitchen. Ga eens in een fabriek werken of op een stelling staan. Dat zet drie internettrollen die iets gemeen zeggen wel in perspectief. Vele politici, zeker ter linkerzijde, hebben het alleen maar over die harde toon en huilen daar graag over. Ik vind dat een bende mietjes.’

‘Het valt overigens best mee tegenover vroeger. Weet u hoe de verzuilde samenleving de schoolstrijd uitvocht? Socialisten haatten kattekoppen, daar moest je niet mee thuis komen. Tijdens betogingen werd er gevochten. Vlaanderen was gesegregeerd op basis van politieke overtuiging. Nu bestaat dat niet meer op die manier. Maar nu hebben we het fenomeen dat mensen, vaak na een lange werkdag, af en toe eens ongezouten hun mening zeggen op facebook. Aan politici die het daar moeilijk mee hebben herhaal ik: stap uit de politiek als je daar niet tegen kan.’

Iets anders. Hebt u de indruk dat N-VA-voorzitter Bart De Wever een bocht aan het nemen is, en desnoods wel samen met uw partij Vlaanderen wil besturen, als u – we citeren uit De Zondag – ‘uw shit opkuist’?

‘Ik heb daar eens mee gelachen. De peiling is niet goed voor de N-VA. Plots zou regeren met ons kunnen als wij maar “onze shit opkuisen”. Wie gelooft De Wever nog? Hij heeft al twee verkiezingen verloren en verliest nu ook peiling na peiling. De Wever is 500.000 kiezers kwijt aan onze partij. Zou hij beter niet eens zelf zijn “shit” opkuisen?’

‘Kijk, hoe lang gaan we nog aanmodderen? Vlaanderen heeft geen jaar meer. Hoeveel miljarden zijn er nog over om voort te doen op deze manier? Gaan we werkelijk elke Vlaming nog altijd 2.000 euro per jaar laten betalen aan de Belgische constructie? Laten we in 2024 gewoon doorzetten en het momentum gebruiken om op het Vlaams niveau eerst een eigen regering te vormen, en dan van gemeenschap tot gemeenschap te onderhandelen.’

Hebben jullie internationaal goede contacten?

‘Regeringsleiders die internationaal relevant zijn, maar in Vlaanderen graag belachelijk worden gemaakt, zoals de eerste ministers van Polen, Italië, Zweden en Hongarije, daarmee hebben we een goede lijn. Ik stel vooral vast dat de N-VA zichzelf internationaal isoleert. Zoals in het Europees parlement, waar ze niet graag meer bij de conservatieve fractie willen horen, maar bij de christendemocratische volkspartijen. Ik wens hen daar veel geluk mee. Veel hebben die Europees niet meer te zeggen.’

‘De beste relaties hebben we met Marine Le Pen, die tijdens de volgende presidentsverkiezingen in Frankrijk wel eens zou kunnen verrassen als het zo doorgaat. Dat zou wel ironisch zijn, dat de Franstaligen in België een minder goede lijn met Frankrijk hebben dan de Vlaams-nationalisten (gniffelt).’

Wat zal in 2024 uw standpunt zijn over de Europese Unie?

‘De Europese Unie moet minder macht krijgen. Dat proces is trouwens al bezig: natiestaten beginnen opnieuw de trekkers van Europees beleid te worden. Er moet een eurokritische coalition of the willing komen om nog te bepalen wat Europees kan en wat exclusief voor de natiestaten is. Polen, Hongarije en Italië trekken nu aan die kar. Zo is er een ernstig Europees tegengewicht voor eurofielen als Charles Michel en Emmanuel Macron. De steeds groter wordende macht van de commissie moet gestopt worden.’

Ik vind het moeilijk te geloven dat een coalitie eerst Europees macht wil verwerven, om die nadien dan vrijwillig af te staan…

‘Dat is niet waar. Dat is een kwestie van de democratie te laten werken op het meest aangewezen niveau. De afstand tussen burger en bestuur is op Europees niveau veel te groot. Welke Griek voelt zich nu vertegenwoordigd door Charles Michel?’

Bent u bereid om – zoals bijvoorbeeld in de discussie over de huidige Europese natuurherstelwet – foert te zeggen als Europa niet luistert?

‘Ja. Vlaanderen is een netto-bijdrager tot de Europese Unie. Beleid dat ons niet zint, daarover beslissen we zelf. Trouwens: als het de Europese elite niet zint en ze dreigen ons af met sancties, dan kunnen ze gerust elders gaan vergaderen. De tendens van verzet is er overal in Europa. Aan zotte Europese plannen geen gebrek. Maar ze komen niet gemakkelijk meer tot uitvoering.’

‘In het stikstofdebat neemt men het Vlaamse exportmodel op de korrel. Maar waarom zijn Vlaamse bedrijven gericht op de export? Omdat Vlaanderen als afzetmarkt te klein is. Wij kijken naar het buitenland omdat we daardoor kunnen innoveren. Om daarvoor de landbouwproductie over boord te gooien, is waanzin. Dat is die mensen hun broodwinning. Dat gaat niet alleen over de centen, maar ook over het loutere feit dat die mensen ook gewoon graag hun job uitvoeren. Passie. Vlamingen zijn en blijven werkers. Het is pas onderweg door Vlaanderen dat je dat goed beseft. Je moet niet onderschatten hoe allerhande ambtelijke regeltjes eigenlijk meer impact op de Vlaming zijn gemoedstoestand hebben dan alle andere samenlevingsproblemen bij elkaar.’

Christophe Degreef is onafhankelijk journalist. Niet oud, maar wel old skool. Eerder werkte hij voor Brussel Deze Week en de Vlaams-Brusselse Media.

Commentaren en reacties