JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

De transfers: een evergreen uit de Vlaamse grieventrommel

Jan Van de Casteele14/10/2017Leestijd 7 minuten
Vlaamse groei vertaalt zich in nog grotere noord-zuid-transfers

Vlaamse groei vertaalt zich in nog grotere noord-zuid-transfers

foto © KUL

Deel 1 van een tweeluik waarin Jan Van de Casteele zich buigt over de jongste studie over de transfers van Vlaanderen naar Wallonië.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Een evergreen uit de Vlaamse grieventrommel’, zo omschrijft Marc Reynebeau de Vlaamse vraag naar duidelijkheid over de transfers van het Vlaamse naar het Brusselse en het Waalse Gewest. Wat zijn die Vlamingen toch graaiers. Is er iets mis met solidariteit? Is elke vraag hierover stilaan niet onbeschoft? Herman Deweerdt, lange tijd zowat ‘het telraam’ van het Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid, volgt al jaren het debat. Vorige week reageerde hij op de jongste transfertenstudie van André Decoster en Willem Sas.* Voor ons een aanleiding om dat ook te doen, en wel in twee bijdragen. Hieronder schetsen we het kader. In een hierop volgend stuk zoomen we daar nog wat verder op in.

40 jaar transferstudies

Al meer dan veertig jaar verschijnen studies over de jaarlijkse transfers tussen Vlaanderen en Wallonië (en Brussel). Die verlopen via de sociale zekerheid (I), via de hypercomplexe financiering van Gewesten en Gemeenschappen (II) en via uitgaven van de federale overheid, bijvoorbeeld voor de ambtenaren (III). Sommigen becijferen daarnaast ook de transfers op de rentelasten van de overheidsschuld (IV). En ongetwijfeld zijn er transfers die buiten beeld blijven, wegens niet (meer) te becijferen.

De resultaten van allerhande onderzoek zijn dan ook niet eenduidig. Een overzichtje van de belangrijkste bronnen (de genoemde bedragen zijn de voor het Vlaams Gewest uitgaande transfers).

  • KU Leuven, 1975: 2,8 miljard euro;
  • Paul Van Rompuy, KU Leuven, 1985: 4,2 miljard euro;
  • BC Studiedienst, 2003: 5,4 miljard euro;
  • Vlaamse Administratie Abafim, 2004: 6,6 miljard in 2003;
  • Steunpunt fiscaliteit en begroting, 2003: 4,8 miljard;
  • Remi Vermeiren, Warandemanifest 2005: 10,4 miljard (intrestlasten meegerekend);
  • De Waalse professoren Michel Mignolet (Namen), Olivier Meunier en Marie-Eve Mulquin, 2005: 5,6 miljard;
  • Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid AK-VSZ, 2007: 4,7 miljard (enkel sociale zekerheid en sociale bijstand);
  • Henri Capron, professor ULB, 2007: 3,3 miljard (enkel via sociale zekerheid);
  • Vives, Het genoom van de geldstroom, 2012: 16,1 miljard in 2007 (10,2 miljard op de intrestlasten inbegrepen);
  • De Nationale Bank, 2008: 5,8 miljard;
  • Vlaams Belang, (‘Vlaams geld in Vlaamse handen’) in 2009: 12,7 miljard;
  • Vives (KU Leuven), 2010: 5,7 miljard (zonder schuld);
  • N-VA-studiedienst, 2010: 7,9 miljard;
  • De Waalse professor Pagano (Universiteit Luik): 6 miljard;
  • N-VA-studiedienst, 2013: 8 miljard zonder de interestlasten, waarvan 87 procent naar Wallonië, de rest naar Brussel;
  • Geert Jennes (Vives), 2014 (voor 2011): 6,17 miljard;
  • Cerpe, onderzoeksinstituut Universiteit Namen (‘Les Transferts interrégionaux en Belgique’, voor 2012), 2015: 7,8 miljard;
  • Herman Deweerdt (Doorbraak 2015): Naar een nieuwe integrale benadering van de transfers. In 2011 totaal 8,4 miljard inbegrepen 0,8 miljard op de rentelasten;
  • Waals Instituut voor de Statistiek IWEPS (‘Rapport sur l’Economie Wallonne’), 2016: 4,6 miljard;
  • André Decoster en Willem Sas (KU Leuven), 2017: in 2015: 5,8 of 6,5 miljard; 6,8 of 7,1 miljard kan ook.

 

Verwarrende cijfers

Het jongste onderzoek (Interregionale financiële stromen in België: 2000-2020) is er eentje dat er mag zijn. Uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse regering door André Decoster en Willem Sas (KU Leuven, departement Economie). Het kostte 80.000 euro en werd gepubliceerd begin juli 2017.

Volgens Decoster bedroegen de transfers vanuit Vlaanderen in 2014 zo’n 6,8 of 7,1 miljard euro, dat laatste als we ook de ambtenarenlonen in rekening brengen (daarover hebben we het in een volgende bijdrage). Let wel, volgens dezelfde Decoster, in dezelfde studie, in hetzelfde jaar, bedroegen de transfers vanuit Vlaanderen 5,8 of 6,5 miljard. Dezelfde verwarring dan ook voor de transfers door hem uitgerekend per capita: rond de 1 000 (1 050 à 950) of rond de 850, kies maar. Maar bereken zelf even – in welk scenario dan ook — wat dit voor uw gezin betekent.

Transfertaboe van een politieke professor

De persvoorstelling van de transferstudie (begin juli) was een vreemd gebeuren. Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) wees erop dat zijn regering veel meer voor de Vlaming zou kunnen doen indien de transfers niet bestonden. Decoster sputterde tegen en vond transfers een ‘normaal’ gevolg van het feit dat Wallonië armer is dan Vlaanderen. Opdrachtgever en uitvoerder waren het ook niet eens over de Waalse verantwoordelijkheid in dit verhaal (responsabilisering).

Hiermee zitten we in de kern van het debat. Transfers worden niet meer ontkend, maar worden dan maar ‘normaal’ geacht. Almaar meer Waalse academici en zelfs politici geven toe dat ze bestaan, en velen zien daar geen graten in. Progressief Vlaanderen zit op dezelfde lijn. Veel politieke journalisten ook. Dus wordt het thema of ten minste het debat daarover een taboe. Wie herinnert zich één verhelderende TV-uitzending over dat onderwerp?

Decoster speelt al jaren een dubieuze rol in het transferdebat. Dat hij werd gekozen om het onderzoek te doen kan maar één bedoeling hebben gehad: de transfers laten becijferen door iemand die het debat erover verfoeit. Men wist dat hij niet om de cijfers heen kon. De rest is interpretatie.

Het Catalaanse liedje van Decoster

Aan de deskundigheid van de professor hoeven we niet te twijfelen. Maar zijn analyses zijn tegelijk vaak zeer politiek getint. Keren we even terug in de tijd…

In De Standaard (21 sept. 2007) kantte hij zich fel tegen de nood aan een staatshervorming. Hij vond die economisch niet nodig en ‘door de Vlamingen niet gewenst’. De Catalanen zullen dit liedje herkennen. De studiedienst van CD&V – toen nog in kartel met N-VA — maakte brandhout van Decosters stellingen (De Standaard, 25 september 2007).

Vijf jaar later loofde Decoster de ‘nieuwe financieringswet’ van de regering-Di Rupo. ‘De professor heeft een uitgesproken mening over de toekomst van dit land die we Belgisch-unionistisch kunnen noemen’, reageerde Peter De Roover.

Geen rekenspelletje

In Knack (7 januari 2015) vond hij het berekenen van transfers tussen de regio’s zelfs ‘zinloos’. ‘De sociale zekerheid herverdeelt tussen personen, niet tussen regio’s. De transfers in ons land lopen van hoge naar lage inkomens, van werkenden naar werklozen en gepensioneerden, van gezond naar ziek en van hooggeschoold naar laaggeschoold. Een gezonde, werkende Vlaming draagt bij voor een zieke, werkloze Waal… Maar omgekeerd draagt een gezonde, werkende Waal ook bij voor een zieke, werkloze Vlaming…’

Misschien vindt u dat een terechte redenering. Maar zelfs de laatste zin is niet juist. Berekenbaar fout en bedrieglijk, stelt Herman Deweerdt. ‘De transfers tussen de Gewesten bewijzen juist dat de hoge inkomens, van de hoogopgeleide, werkende en gezonde mensen in Wallonië (we laten de vennootschapsbelasting even buiten beschouwing) zorgen voor de uitkeringen voor de lage inkomens, van de laagopgeleiden, van de werklozen, van de gepensioneerden, van de zieken, van de kinderbijslagen en uitgaven voor het onderwijs in Wallonië. Deze solidariteit binnen Wallonië leidt tot een tekort dat goedgemaakt wordt door de transfers uit de andere Gewesten.’

Transfers zijn geen rekenspelletje, maar een overdracht van koopkracht. De omvang van deze koopkracht ontstaat niet in de eerste plaats wegens hogere inkomens maar wegens meer mensen in Vlaanderen die werken, en minder die werkloos zijn’.

Maar de vraag ‘waarom’ die herverdeling zo opvallend altijd, al jaren lang, en zonder ophouden van Vlaanderen naar Wallonië loopt, is voor Decoster blijkbaar niet van belang.

Nationalistische logica

‘Je kunt de transfers alleen berekenen als je vanuit een nationalistische logica redeneert’, aldus de professor. Een zwak argument, want elke vergelijkende studie gaat uit van geografische entiteiten. Of dat nu nationaal is (de ‘Belgisch-nationalistische’ logica) of regionaal, Europees of provinciaal, wat doet dit terzake? In al die gevallen zijn de cijfers interessant.

Waarom zijn er binnen de Waalse en Brusselse regiogrenzen al tientallen jaren lang zoveel meer werklozen, leefloners, laaggeschoolden, schoolverlaters, zwakke economische cijfers (BBP, buitenlandse handel, enzomeer)? Waarom ligt het bruto nationaal product per inwoner in Vlaanderen een kwart hoger dan in Wallonië?

Komt dat verschil vanzelf? De kloof tussen regio’s is zo opvallend, groot en blijvend, dat hij best veel te maken kan hebben met regionaal beleid en de daarbij horende regionale politieke keuzes (voor Wallonië tot voor kort en voor Brussel: behoorlijk socialistisch).

Ze hebben ook te maken met een nationaal beleid, het behoudend kader, dat blijkbaar niet bij macht is om het tij te keren.

Wanneer de ommezwaai?

Hebben tientallen jaren transfers die kloof kleiner gemaakt? Versterkten ze de motivatie om het anders en beter te doen? We kunnen het niet beter verwoorden dan Ewald Pironet dat deed in Knack (11 juli): ‘In bijna een halve eeuw is de regio er niet in geslaagd om een economische ommezwaai te realiseren en de kloof met Vlaanderen te dichten. Internationale studies wijzen erop: hoe meer herverdeling er tussen regio’s is, hoe trager de inhaalrace verloopt. Bovendien is de vraag of de Vlamingen (zelfs als ze dat willen) die transfers kunnen blijven betalen, nu iedereen steeds meer geld nodig heeft voor de oplopende vergrijzingskosten. Het debat daarover blijft uit.’

Belgische gemiddelden hanteren, ook dat is camouflage. In Wallonië bedraagt het armoederisico 18 procent, bijna het dubbele van Vlaanderen. De ‘Belgische’ werkloosheidsgraad van bijna 8 procent is een gemiddelde van die in het Vlaamse Gewest (4,9 procent), en in het Waalse Gewest (10,6 procent) en nog niet eens een derde van die in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (16,9 procent).

Nog even terug naar Pironet: ‘Zulke grote regionale verschillen bestaan in alle landen, hoor je vaak beweren. Een recente berekening van Eurostat, verspreid door het Steunpunt Werk (KU Leuven), spreekt dat tegen. In 2016 was het verschil in werkloosheid binnen een land nergens in Europa zo groot als in België.’

Nog tien jaar

Geert Bourgeois had gelijk toen hij op de voorstelling van de studie zei dat door de jaren heen Waalse minister-presidenten al erg lang zeggen ‘Geef ons nog tien jaar en de transfer is verdwenen’. Dat hij eraan toevoegde dat de transfers wel ‘een thema kunnen zijn bij de volgende verkiezingen’ irriteerde Decoster dan ook mateloos. ‘Ik heb u ook niet gevraagd om de politieke conclusies te trekken’, kaatste Bourgeois de bal terug.

Nog dezelfde dag pakte de N-VA uit met een eigen berekening. Ze maakten het daar wat concreter: ‘Omgerekend betekenen de transfers 2 590 euro per gezin… Dat betekent dat de modale Vlaming elk jaar meer dan een maandloon ziet verdwijnen om de transfers te financieren.’

Ai, die omrekening is ‘niet fair en staat niet in onze studie’, aldus Decoster. In De Standaard (‘De droom van Bourgeois is bedrog’, 11 juli) ging hij dan nog maar eens als een volleerd politicus tekeer tegen zijn opdrachtgever.

Wijze Waal

Laten we deze bijdrage afronden met een uitspraak van een wijze Waal, in januari 2012 bedoeld om hitsige Waalse vakbondsmilitanten te kalmeren: ‘Le Nord représente 60% de la population du pays et il est solidaire des 3,2 millions de Wallons à hauteur de 7 milliards d’euros par an pour, entre autres, la sécurité sociale, l’accès aux soins de santé … un budget que chaque Wallon aurait dû assumer en cas d’éclatement’. Voor één keer hoeft zelfs Di Rupo ons niet te overtuigen van zijn gelijk…

Hiermee is het kader geschetst. De cijfers zijn wat ze zijn. In een volgende bijdrage gaan we nog eens dieper in op een aantal aspecten. Is Decoster volledig? Wat valt er te vertellen of te verzwijgen over transfers op lange termijn (transfers via de opgebouwde Belgische schuld)? Wat over het camouflerend ‘jargon’ van Decoster? Over het al dan niet meetellen van de regionaal erg verschillende uitgaven voor ambtenaren, of over transfers naar Brussel, waar Vlaamse pendelaars ‘financieel’ thuis zijn. Herman Deweerdt is dan onze gids.

 

*Decoster en Sas, ‘Interregionale financiële stromen in België 2000-2020’. http://regionalestatistieken.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/rapport-financiele-stromen-2000-2020.pdf

Herman Deweerdt, ‘Niet alle transfers zijn echte transfers. Enkele kritische opmerkingen bij de studie van André Decoster en Willem Sas (Departement Economie van de KU Leuven – 6 juli 2017): Interregionale financiële stromen in België 2000 – 2020’. www.dwarsliggers.eu

 

 

Jan Van de Casteele is historicus. Hij was journalist bij Het Nieuwsblad (1989-1999), werd stafmedewerker van de VVB (vanaf 1999) en hoofdredacteur van Doorbraak van 2003 tot 2012. Sindsdien is hij zelfstandig journalist.

Commentaren en reacties