JavaScript is required for this website to work.
post

Trappen in eigen Doel

John Dejaeger21/1/2019Leestijd 5 minuten

foto © Reporters

We mogen onze energieopwekking niet laten afhangen van te dure zonne- en windenergie, of van het buitenland. Een doordacht pleidooi voor kernenergie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Met de regelmaat van een klok worden we de laatste jaren geconfronteerd met onverwachte uitvallen van de nucleaire reactoren in Doel en in Tihange. Het aantal shutdowns is niet meer bij te houden. Tot voor kort liepen er slechts twee van de zeven reactoren. Het wordt als groot nieuws aangekondigd wanneer er weer vier van de zeven reactoren in dienst zijn. Normale, continu opererende bedrijven die langere tijd met een capaciteit van slechts 30 tot 60 % lopen moeten vrezen voor hun voortbestaan. In dit geval worden de meeste verliezen doorgerekend aan de elektriciteitsconsumenten.

Een tijdje geleden moest men direct na de wederopstart van Doel 4,volgend op een gepland onderhoud, opnieuw stoppen omdat een filter vervangen diende te worden. Het is moeilijk te begrijpen dat een installatie die pas een grote onderhoudsbeurt achter de rug heeft opnieuw moet worden stilgelegd voor iets wat eigenlijk behoort tot het normale routine-onderhoud; namelijk het nakijken en vervangen van een vervuilde filter.

Eerder waren er onder andere de problemen met betondegradatie en perikelen rond de zogenaamde microscheurtjes in diverse nucleaire reactoren waardoor verschillende installaties in Doel en in Tihange meerdere maanden buiten dienst waren of zijn. En voor de winter van 2019-2020 wordt er nu al aangekondigd dat opnieuw eenderde van de nucleaire capaciteit wegens onderhoud niet ter beschikking zal staan.

Sabotage?

Het ernstigste euvel dateert evenwel van augustus 2014, toen Doel 4 abrupt werd afgesteld omwille van het plotse leeglopen van de smeerolietank van de stoomturbine die de elektriciteitsgenerator aandrijft. Iemand had blijkbaar de hendel van de leegloopleiding van deze tank naar een noodopvangbekken opengezet waardoor in een tijdsspanne van 40 minuten 65 m3 olie werden afgevoerd en de stoomturbine zeer ernstige schade op liep. De totale schade van de uitval en de reparatie werd op maar liefst 130 miljoen euro geschat. Doel 4 was meer dan vijf maanden uit dienst.

Tot op heden, meer dan vier jaar na de feiten, heeft het onderzoek nog steeds niet kunnen uitwijzen hoe dit voorval kon gebeuren en wie de hendel van de olietank heeft opengezet. Was het een ernstige operationele fout of was het een daad van sabotage?

Het is op zijn minst vreemd dat men de ware toedracht nog steeds niet kent of hierover niet officieel communiceert. Vast staat ondertussen wel dat de persoon in kwestie een goede kennis had van de installatie en dus goed wist waarmee hij bezig was.Het is dan ook uitgesloten dat hier iemand handelde zonder voorbedachtheid. Het is tevens zeer onwaarschijnlijk dat het om een operationele blunder zou gaan.

De piste van sabotage blijft dus open. De onbeantwoorde vragen daaromtrent evenzeer. Wie was hier zo kwaadwillig en onverantwoord bezig en waarom? Verschillende mogelijkheden werden geopperd waaronder deze van een rancuneuze medewerker of deze van een moslimextremist of deze van een antikernenergie-activist. Tot op heden kon blijkbaar geen definitief uitsluitsel gegeven worden. In ieder geval, iemand met kwaad opzet én met kennis van zaken kon doordringen tot een streng beveiligde zone. Men kan zich dan ook terecht vragen stellen bij de toegangsprocedures van Electrabel en bij de screening en de opvolging van medewerkers en contractoren die deze zone mogen betreden.

Gebrekkig management

Ook los van de mogelijke sabotage wijzen dit voorval, de andere ongevallen en incidenten en de lage beschikbare capaciteiten op onderliggende gebreken in het operationele management van deze strategisch belangrijke sites.

Gelijkaardige installaties met grote stoomturbines komen frequent voor en dit niet alleen in nucleaire bedrijven maar ook in de chemische industrie. Meestal zijn dergelijke installaties zo uitgerust dat er in noodscenario’s nog altijd de mogelijkheid is om in te grijpen en er systemen zijn die geactiveerd worden om grotere schade aan het equipment te voorkomen. Uiteraard gaat het bij zulke storingen niet om routine-operaties maar om crisismanagement in speciale omstandigheden. Operators dienen daarvoor getraind te worden zodat zij in abnormale condities accuraat kunnen optreden. Omdat men dit moeilijk kan oefenen in de praktijk zijn er opleidingssimulatoren die zulke events en de noodzakelijke reacties realiteitsgetrouw weergeven. In installaties die langere tijd continu draaien is het noodzakelijk de ontluikende nonchalance van te veel routine te doorbreken door regelmatige coaching en training. Zo niet is men onvoldoende alert en voorbereid op mogelijke calamiteiten. In een maatschappelijk relevante maar ook gevoelige sector zoals de nucleaire moet dit een topprioriteit zijn. De samenleving moet er te allen tijde kunnen op vertrouwen dat een professioneel management en degelijk opgeleide operatoren de dienst uit maken.

Van kwaad naar erger

En zo komen we bij de essentie van dit verhaal. Sinds de uitverkoop van onze nucleaire elektriciteitsopwekking aan het Franse Suez, nu Engie, gaat het op diverse domeinen van kwaad naar erger.

Om te beginnen is het moeilijk te begrijpen dat de overheid in dit land in de jaren 90 circa 60% van de binnenlandse elektriciteitsproductie — een voor de industrie en voor de consumenten toch bijzonder belangrijke sector — zomaar in buitenlandse handen liet overgaan. In de daaropvolgende jaren vond diezelfde overheid het dan ook nog opportuun in te spelen op de gangbare trend door aan te kondigen dat de nucleaire capaciteiten versneld zullen worden afgebouwd; dit echter zonder enig plan dat voorzag in de duurzame en stabiele vervanging. De gevolgen laten zich raden. Deze premissen waren de ideale aanleiding voor het Franse Engie-Electrabel om de nucleaire sites in Doel en Tihange verder te bedrijven met een minimum aan investeringen en aan onderhoud en met maximale winsten op korte termijn die naar het moederbedrijf in Parijs werden afgeleid. Het toenemend aantal ongevallen en incidenten en de lage beschikbare capaciteiten komen bijgevolg niet uit de lucht vallen maar zijn het gevolg van een rigoureuze besparingspolitiek. Het malgoverno van de overheid werd versterkt door het kortetermijndenken van Engie.

Daar waar andere landen hun kernenergiepark kritisch opvolgen en evalueren en bij positieve uitkomst ook overgaan tot verlengingen van de levensduur tot 60 en zelfs 80 jaar houden wij hier mordicus vast aan een levensduur van maximum 40 jaar en een uitstap in 2025… Door een gebrek aan onderhoud en investeringen dreigt dit scenario een ‘self fullfilling prophecy’ te worden…

Oudere installaties hebben logischerwijze wat extra onderhoud en vervangingsinvesteringen nodig. In dat geval kunnen afgeschreven maar goed onderhouden installaties nog steeds zorgen voor beheersbare kosten en betaalbare prijzen. In de kernenergiesector is dat niet anders. Installaties kunnen 60 jaar en ouder zijn mits degelijk onderhoud en mits de nodige vervangingsinvesteringen. De voorbeelden in de Antwerpse chemiecluster zijn legio.

Kernenergie noodzakelijk

Zonne- en windenergie zijn onvoldoende stabiel en vandaag niet in staat om de kernenergie te vervangen. De afhankelijkheid van het buitenland nog verder verhogen en gascentrales bouwen om pieken op te vangen klinkt misschien mooi in theorie maar is in de praktijk wellicht onbetaalbaar. Een aantal overhaaste investeringen uit het recente verleden in zonne- en windenergie waren enkel mogelijk dank zij de grote subsidiering van de overheid. Deze kosten worden uiteindelijk aan de consumenten doorgerekend en hebben onze elektriciteitsprijzen nu al doen stijgen tot de hoogste van de ons omringende landen. Door onbezonnen handelen ging het voordeel van een belangrijk kernenergiepark met competitieve elektriciteitsprijzen én zonder CO2 uitstoot gaandeweg verloren.

Wie ook om ecologische redenen begaan is met de verdere elektrificatie van de samenleving zal tot het besef moeten komen dat één en ander betaalbaar dient te blijven en dat we dus degelijk en economisch zinvol dienen te plannen voor de langere termijn. Het kan dan ook getuigen van gezond verstand om minstens een deel van de nucleaire reactoren onder strikte veiligheidsgaranties nog een paar decennia verder te bedrijven; bijvoorbeeld tot 2045. Uiteraard dienen er dan met Engie-Electrabel afspraken gemaakt te worden die de veiligheid en de capaciteit garanderen en die het nucleair passief en de nucleaire afval problematiek terdege regelen.

Strenge CO2-emissie-reducties opleggen enerzijds en kernenergie, dat geen CO2 uitstoot, verbieden anderzijds getuigt van veel voluntarisme maar weinig inzicht in het volledige dossier. Met een overwegend ideologische agenda wordt geen duurzame samenleving opgebouwd. Zo nodig kan desbetreffend navraag gedaan worden in het oosten van Europa waar men nog steeds aan het bekomen is van een aantal in communistische stijl opgelegde ideeën.

John Dejaeger is gewezen president en gedelegeerd bestuurder van BASF Antwerpen, gewezen CEO van Lamifil en bestuurder van vennootschappen.

Commentaren en reacties