Tussen staatshervorming en staatsmisvorming
Willy De Waele en Michel Doomst, respectievelijk ere-burgemeester van Lennik en burgemeester van Gooik, zijn onlosmakelijk verbonden met het protest van de burgemeesters van Halle-Vilvoorde voor de splitsing van de kieskring BHV. Maar sinds de Di Rupo-akkoorden zijn hun wegen uit elkaar gegaan.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementZe delen dezelfde analyse, maar verschillen in aanpak. Het temperament misschien? De Waele is de volkse liberaal die met plezier de barricaden beklimt. Doomst een wat bedachtzamer christendemocraat die graag het compromis zoekt. Maar ze hebben toch te veel samen meegemaakt om elkaar te ontwijken. In het gemeentehuis van Gooik zetten we beide heren samen voor een goed gesprek. ‘Willy en Michel’ zijn het oneens als politieke vrienden, die toch tegenstanders blijven.
BHV
Stel u voor: een actie van het Taal Aktie Komitee en de Vlaamse Volksbeweging (tegen de plannen voor een Brussels Metropolitan Region), nota bene voor het gemeentehuis van Gooik. Pijnlijk toch je oude strijdmakkers plots te zien betogen tegen jou? Michel Doomst heeft er geen probleem mee. De Vlaamse Beweging moet haar werk doen, alert blijven en de evolutie op de voet volgen. Doomst verdedigt de staatshervorming, maar bouwt enige reserve in. ‘Ik besef dat wat nu op tafel ligt ook over BHV, geen tovermiddel is, maar een werkmiddel.’ Hij wil verder denken. De splitsing van BHV is maar het begin, nu heeft de Vlaamse Rand de handen vrij voor het echte werk. ‘Het is nu aan alle Vlaamse gemeenten in de rand om een actief en positief onthaalbeleid te voeren. De Vlaamse Rand internationaliseert. We zullen met z’n allen, dag in dag uit, op het terrein iets aan dat vervreemdingseffect moeten doen, door mensen te begeleiden en te helpen zich te integreren. Anders zal een splitsing van BHV zijn doel voorbijschieten.’
Is het splitsingsakkoord over BHV een goed akkoord? Doomst omzeilt de vraag. Hij wijst op de context. Voor wie binnen het federaal bestel opereert, is de splitsing een billijke oplossing voor een probleem dat al een halve eeuw aansleept. ‘Ik vind dat we naar een confederaal model moeten evolueren en daar gaan we stap voor stap naartoe maar zolang zit je in het federaal kader en dan moet je daarin werken. Ik weet dat de weg nog niet af is. Er is nog veel werk. Maar er moet ook ooit resultaat zijn. Dit land is vier, vijf jaar geblokkeerd op BHV en dat is ook onze verdienste, ook van Willy. Als je me tien jaar geleden had gezegd dat BHV een regering zou doen vallen, dat we het helemaal bovenaan de agenda zouden gekregen hebben en dat het bovendien gesplitst zou zijn aan het einde van het verhaal? Ik zou het niet geloofd hebben. Omdat we dachten dat het een onmogelijke opdracht was. Dat het nooit zou lukken. Maar we hebben volgehouden, we zijn met de burgemeesters doorgegaan en zo hebben we iets bereikt.’
Willy De Waele knikt soms bevestigend en schudt soms ontkennend (iets heviger). Hij wil het dossier kaderen. ‘We zijn in Lennik gestart in 2003. Ons motto was: “BHV splitsen zonder voorwaarden”. En dat is voor mij niet vervuld.’ Uit zijn dikke map haalt hij de open brief aan het staatshoofd (juni 2003) van de burgemeesters van het arrondissement Halle-Vilvoorde. ‘Hierin staat duidelijk dat de taal-, gewest- en provinciegrenzen moesten geëerbiedigd worden en dat vind ik in het voorstel niet terug. De zes faciliteitengemeenten rond Brussel worden er uitgelicht en dat stoort me. Bovendien heeft het Arbitragehof in 2003 gesteld dat er een wetgevend initiatief moest komen. Maar wat gebeurt er? Er wordt geprutst aan de grondwet.’
De Waele wil ‘Michel’ voor een stuk tegemoet komen, maar geeft de analyse van Doomst over het federale kader waarin moet worden gewerkt toch een iets andere swing. ‘In het huidige federale systeem hebben wij, Vlamingen, een mathematische meerderheid maar zijn we een politieke minderheid. Door de grendelgrondwet, de belangenconflicten en de alarmbellen ondergaat de Vlaamse meerderheid de chantage van de Franstaligen. En wat doet deze staatshervorming? Ze voert nog extra grendels en sloten in. Waarom moet alles in de grondwet worden vastgegoten? Bovendien verkrachten jullie de grondwet. Daar scheiden onze wegen Michel. Ik herinner mij dat we in januari 2010 hier in Gooik met de burgemeesters nog herhaalden (diept een ander document op en citeert): “voor het rechtzetten van discriminatie hoeft Vlaanderen geen prijs te betalen”.’
Michel Doomst wacht tot Willy De Waele een pauze neemt. ‘Willy, je zit in een andere logica. Ik respecteer die, maar ooit zal men zeggen van Willy De Waele: “het was een separatist die het niet wist”.’ Waarop De Waele (met de vinger op de arm van Doomst tikkend) ‘Ik onderbreek u. Hoe je het staatsbestel noemt, laat me koud. Ik ga voor een vrij Vlaanderen.’ Doomst wil nog aangeven dat hij het respecteert, maar De Waele gaat door. ‘Niet iedereen in dit land wordt op dezelfde manier behandeld. Er zijn Vlamingen en Franstaligen en die laatsten hebben voorrechten: des privilèges. Die wij niet hebben en nooit zullen krijgen. De Franstaligen die hier komen wonen, brengen hun taal en cultuur mee en willen die ten koste van alles behouden. Daar heb ik geen probleem mee, privé is het taalgebruik vrij. Maar wie hier uit vrije wil komt wonen aanvaardt de taal en de cultuur van de streek. Dat is mijn standpunt. En als dat niet lukt, ben ik voor een vrij Vlaanderen. Het gaat me niet over de vlag maar de ongelijke behandeling, die nu nog wordt versterkt door de regering-Di Rupo. Met die akkoorden zetten we geen stap naar het confederalisme. Vergeet het.’
De zes
Doomst geeft niet op; onderhandelen is de enige uitweg. ‘Als Vlaanderen ooit onafhankelijk wordt, en dat zal zo zijn, ook dan zal je nog met de Franstaligen moeten praten. Ik denk dat wij het zeer hard gespeeld hebben, terecht onze eisen hoog hebben gesteld. Ik zou voor de andere 29 gemeenten nooit aanvaard hebben wat nu afgesproken is voor de gemeenten die een speciaal statuut hebben.’ De Waele (verslikt zich haast in zijn koffie) ‘Ik zou het geloven!’ En zo komen we tot een van de vragen die zeker moest gesteld worden: Vindt Michel Doomst de zes een aanvaardbare prijs? ‘Wat afgesproken is over de zes kan volgens mij perfect passen binnen wat het Grondwettelijk Hof als bijzondere modaliteiten heeft gesteld. Men kan in die zes gemeenten als men dat wil in Brussel stemmen, zonder dat dat ook maar de zetelverdeling in Halle beïnvloedt. In die 29 andere gemeenten hebben we een compleet zuivere oplossing. Dat is goed onderhandeld.’ Een tweede poging, is het een aanvaardbare prijs? ‘Het is een bijzondere modaliteit die volgens mij tegemoet komt aan wat het grondwettelijk bepaalt onder een bijzondere modaliteit.’ Onder afkeurende blik en gemompel van Willy De Waele doen we een laatste poging. ‘U wil dus niet zeggen dat het een aanvaardbare prijs is.’ Doomst weegt en wikt zijn woorden. ‘Ik had het liever niet gehad maar in de onderhandelingen komt het tegemoet aan waar wij voor vochten. Namelijk de opmerkingen en bezwaren die grondwettelijk vooropgesteld waren door het hof.’ De Waele gooit zijn bezwaar op tafel. ‘Moest dat dan zo nodig in de grondwet?’ Doomst bekijkt het positief. ‘Maar wie had zoveel jaar geleden kunnen denken dat de splitsing van BHV in de grondwet verankerd zou worden?’ De Waele heeft toch een ander perspectief. ‘De faciliteiten en het afsplitsen van de zes die zijn verankerd in de grondwet. We hebben de faciliteitengemeenten opgegeven. De Franstaligen zijn geslaagd in hun opzet, ook hun kiesrecht is nu grondwettelijk verankerd. Er is geen enkele rem meer op de volledige verfransing van die gemeenten. Ze gaan van Vlaanderen vervreemden.’
Zijn de zes niet op weg naar een aanhechting bij Brussel? Doomst herhaalt de Vlaamse voorwaarden voor een regeling voor de faciliteitengemeenten: ‘Geen uitbreiding van Brussel, geen corridor, geen bijkomende faciliteiten, volledig onder voogdij van de Vlaamse overheid en de omzendbrief-Peeters blijft van kracht.’ Volgens Doomst is het een zuivere splitsing. ‘In de laatste nachtelijke discussie was er nog sprake van apparentering. Maar ik was bang dat het de goesting van de Brusselaars om zich op ons territorium te bemoeien opnieuw zou aanwakkeren’. Een zuivere splitsing is een term die Willy De Waele niet wil gebruiken. ‘Het is een hypotheek op de toekomst, zeker omdat het de territorialiteit niet eerbiedigt door de zes onder te brengen in een speciaal kanton Sint-Genesius-Rode waar men kan kiezen: stemmen voor Brussel of voor Vlaanderen. Dat betekent dat men gaat stemmen in een gewest waar men niet woont, geen belastingen betaalt en geen impact heeft op de politieke besluitvorming. Dat is een Belgisch systeem geworden.’
Limieten
Maar hoe moet het verder met dit land? Kunnen we nog een kant op in dit politiek systeem of zit het aan zijn limieten? Volgens Doomst moeten we snel stappen zetten, positieve en constructieve, om een confederale staat te bereiken. En de huidige staatshervorming is volgens hem zo’n stap. Het was een kans die ze niet mochten laten liggen. BHV was het zwaard van Damocles boven het systeem. Dat is weg en er is een flinke stap gezet richting de rechterlijke en fiscale autonomie en een eigen arbeidsmarktbeleid. ‘Het kan nog beter, dat weet ik, ik had ook liever nog meer gezien. Maar er komt een zevende staatshervorming.’ Volgens Doomst kan ons politiek systeem dat aan. De Waele denkt daar duidelijk anders over. ‘Het is een staatsmisvorming’ gooit hij er tussen. Doomst herkent bij zijn kiezers veel van de houding van De Waele, maar herhaalt zijn mantra. ‘Dit land is op het gemak uit elkaar aan het groeien. Maar daar zullen we ook over moeten onderhandelen.’ De Waele ergert zich. ‘Ondertussen geef je je wapens uit handen.’ Doomst ziet het anders, ‘dat is de evolutie. Kijk naar de fiscale autonomie’ Dat vindt de Waele te bar. ‘Fiscale autonomie? Ik lees voor uit het akkoord op pagina 66: “de federale wetgever blijft exclusief bevoegd voor het vaststellen van de belastbare massa, de bedrijfsvoorheffing blijft een exclusief federale bevoegdheid”, allez Michel.’
Doomst beaamt, ‘Het is niet de split rate, die we gevraagd hebben. Het is een verbeterde versie van de opcentiemen, maar waardoor elke deelstaat wel de mogelijkheid krijgt om een eigen fiscaal beleid te voeren. Je kan voor zwakkere arbeidsgroepen iets doen. De Waele (terwijl Doomst hevig gesticuleert en steeds ‘neen’ zegt) ‘Je hebt geen vat op je belastbare basis, geen vat op uw vennootschapsbelasting, geen vat op uw belastingpercentage, nul komma nul. Bovendien gaan de transfers ongestoord voort.’ Doomst bekijkt het op lange termijn. ‘Het is niet helemaal opgelost, maar er is wel een kentering naar meer responsabilisering.’ Waarop De Waele reageert: ‘voor de uitgaven ja, maar niet voor de inkomsten. Dat is het belangrijkste: wat ga je vragen aan wie. Daarmee kan je beleid voeren. En dat is vandaag niet het geval. Kris Peeters deelt trouwens mijn visie. Dit is een staatsmisvorming met ingebakken extra vetorechten om nooit nog iets te veranderen.’
BMR
Maar wat dan met het zogenaamde Brussels Metropolitan Region? Volgens De Waele is het simpel: ‘die moet er nooit komen’. En hij herhaalt zijn vraag: ‘waarom moet dat met een bijzondere wet?’ De Waele wil meegaan in de analyse dat Brussel economisch en sociaal meer is dan de negentien gemeenten. ‘Maar dat geldt voor alle grote steden. Kijk naar de samenwerking Kortrijk-Rijsel. Dat is ook een metropolitane regio. Dat werkt zonder wetten daarover.’ Doomst ziet het probleem niet. ‘Er staat duidelijk in de teksten dat er geen akkoord is zonder akkoord van de gewesten. Dus dit is een onderhandeling tussen gewesten. En ik ben daar niet bang voor. Als gemeente ben ik blij dat ik eens mijn gedacht kan zeggen over Brussel.’ De Waele is niet overtuigd en blijft vragen naar een reden voor die bijzondere wet. Volgens Doomst zit de reden dieper, het is een evenwicht met de splitsing van BHV. ‘Je raakt hiermee aan de kern van het bestel zoals het nu is en dan is het niet abnormaal dat die taalgemeenschappen elkaar in evenwicht willen houden. BMR is een overlegplatform tussen gewesten. Ik wil graag eens een en ander kunnen zeggen tegen Piqué (Brussels minister-president – red.).’ De Waele: ‘Maar dat kan je nu toch ook?!’ Doomst: ‘Dat is te vrijblijvend. Er is een vorm van overleg nodig en we mogen de Brusselse Vlamingen niet loslaten. En waarom in een bijzondere wet? Omdat je raakt aan een fundamentele zenuwpees van dat bestel dat men nu echt aan het lospeuteren is.’
De Waele neemt met die uitleg geen genoegen. ‘Wat hier gebeurt, is het versterken van het bestel. Mijn enige genoegdoening is dat het de Vlamingen de ogen zal openen eens het is goedgekeurd. De Vlamingen gaan er niet blijven intrappen. Nu is er met N-VA en Vlaams Belang een mathematische meerderheid, al is het in peilingen. Met die hele staatshervorming kom je automatisch tot nieuwe conflicten en alles zal blokkeren.’
Hoogst haalbare
Hadden we niet beter het been nog stijf gehouden en die regering niet gevormd? Doomst: ‘Het was het ideale moment. Na jaren blokkeren hebben de Franstaligen beseft dat ze een stap moesten zetten.’ De Waele is het daar niet mee eens. ‘Die regering is gevormd geweest op twee vaststellingen. De dag voor dag 542 hebben de ratingbureaus het land in de problemen gebracht. Dat en de schrik voor de N-VA heeft deze regering mogelijk gemaakt.’ Doomst nuanceert, er waren ook andere factoren. ‘Veel mensen zeggen me: er is meer dan BHV, onze portemonnee en de toekomst van ons en onze kinderen. Denk daar ook eens aan alstublieft.’ De Waele onderbreekt. ‘Je houdt hier een prachtig pleidooi voor een onafhankelijk Vlaanderen. De verkiezingsuitslag is compleet genegeerd. En de socialisten, de christendemocraten en de liberalen gaan er een prijs voor betalen. Ook lokaal trouwens. Wees gerust. Vlaanderen heeft bij deze staatshervorming geen enkel belang. Integendeel. Men geeft de wapens uit handen om toekomstige staatshervormingen mogelijk te maken in het voordeel van Vlaanderen. Dat is mijn conclusie. We zijn gerold. Dit is geen compromis maar een nederlaag.’
Michel Doomst heeft een ander besluit. ‘Vlaanderen is een zelfstandig naamwoord. En het verzelfstandigt jaar na jaar. Maar Vlaanderen is ook een werkwoord en dat moeten we in de Rand weten. Daar moeten we dag in dag uit werken aan het Vlaams karakter van de gemeenten.’
Categorieën |
---|
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
We konden de voorbije week kennismaken met de PS-staat in al zijn glorie: failliete Waalse steden, cliëntelisme en uitdeelpolitiek in Anderlecht.
In Franstalige media was er geen interesse voor het leefloon-verhaal uit Anderlecht. Opmerkelijk.