Vakbond, koepel of parlement, wie beslist over het onderwijs?
Pieter Bauwens, hoofdredacteur Doorbraak.
foto © Patrick Giets
De sociale partners houden al jaren elke onderwijshervorming tegen. Wordt het geen tijd dat het Vlaams Parlement dan beslist?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘De hervormingsvoorstellen zijn te veel op maat gemaakt van de werkgevers’ en ‘het lerarenstatuut is in gevaar’ zeggen de onderwijsvakbonden. Ze gaan staken. Soms doen vakbonden er alles aan om de clichés te bevestigen. Zoals dat ze elke verandering tegenhouden.
Meester, er is een probleem!
Ons onderwijs heeft een probleem. De Pisa-resultaten geven het aan. De ontevredenheid in de sector is groot, net zoals de uitval van jonge leerkrachten, het lerarentekort en de lockdowns hebben voor extra leerachterstand gezorgd. Het goede nieuws is, dat er consensus is over de problemen. Een goede basis om er iets aan te doen. Politici laten dan een rapport opstellen. Een ‘Commissie van Wijzen’ heeft 70 aanbevelingen overgemaakt aan de minister.
Dat rapport stelt daarbij enkele heilige huisjes van de vakbonden in vraag. Bijvoorbeeld het probleem dat een schooldirecteur eigenlijk een secretaris is. Het personeelsbeleid is moeilijk met vastbenoemden. Die kunnen, vaak zonder dat toestemming nodig is, minder presteren in allerlei verlofstelsels, met behoud van de vaste benoeming op bepaalde vakken. Van slechte leerkrachten geraak je nooit af. Die verlofstelsels worden gezien als een (niet dé) oorzaak van het lerarentekort. Daarnaast komt de immer weerkerende vraag, hoeveel uren werkt een leerkracht? En daaraan gekoppeld, wat staat daar van loon tegenover?
Wat na dat rapport?
De uitvoering is voor de volgende regering. Het kan dus ook gewoon in de kast verdwijnen. Maar normaal start dan overleg met de sociale partners: de vakbonden en de scholenkoepels. Dat was de voorbije decennia ook het eindstation van elke poging tot grondige onderwijsvernieuwing.
Versta me niet verkeerd. Op zich is er natuurlijk niets mis met sociaal overleg. Als iedereen overtuigd is van het belang van het einddoel, in dit geval beter onderwijs. Maar het sociaal overleg lukt niet als iedereen zich ingraaft en enkel oog heeft voor de verdediging van de eigen verworven rechten en particuliere belangen.
Focus op de job
Vakbonden hebben macht en gebruiken die. Ze focussen zich op de onderwijsjob: vaste benoeming, loon en werktijden. Die verworven rechten zijn in steen gebeiteld. De koepels hebben hun eigen belangen. De katholieke liet al weten dat ze dat rapport van de wijzen ziet zitten. Maar als de minister iets doet dat hen niet zint roepen ze de vrijheid van onderwijs in om hem te stoppen. De Onderwijsminister is als een schooldirecteur een soort secretaris-generaal.
De vakbondsacties in mei in het onderwijs moeten voorkomen dat de 70 aanbevelingen in het volgende regeerakkoord terecht komen. Maar dat zou wel eens een averechts effect kunnen hebben. Ze plaatsen met hun acties het onderwijs minstens een week centraal in de verkiezingsdebatten. Dat wordt interessant. Welke standpunten zullen worden ingenomen door wie? In dit debat gaat het niet over wie wat deed in het verleden, maar wie wat wil doen in de toekomst.
Wie beslist?
Uiteindelijk komt dit debat bij de vraag: wie beslist? We verkiezen toch politici om te beslissen. Of laten we dat allemaal over aan de sociale partners? Wat als ze het niet eens zijn? Waar ligt het evenwicht tussen politiek, vrijheid van onderwijs, vakbonden en de overheid als financier van het onderwijs? Wat als blijkt dat in een volgend parlement die 70 aanbevelingen een politieke meerderheid hebben? Mag het parlement dat dan niet doorvoeren met of zonder steun van koepels of vakbonden?
Wie beslist eigenlijk over het onderwijsbeleid?
Categorieën |
---|
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Stel je voor: erkenning vragen voor de wetten op je grondgebied. Taalwetten dan nog, hoe bekrompen! Gelukkig is er de Franstalige flexibiliteit!
Vandaag is het precies een kwarteeuw geleden dat Merkel in een historisch opiniestuk afrekende met Helmut Kohl en zo de macht binnen de CDU greep.