JavaScript is required for this website to work.
ECONOMIE

Vakbonden en werkloosheidsuitkeringen

ColumnJan Denys7/8/2024Leestijd 3 minuten

foto © Wikimedia/PG

Moeten vakbonden werkloosheidsuitkeringen uitbetalen? Er valt in elk geval veel meer winst te halen bij het responsabiliseren van de mutualiteiten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In de zogenaamde supernota van Bart De Wever staat het voorstel om de werkloosheidsuitkeringen niet langer door de vakbonden te laten uitbetalen. Bij velen leeft de vraag waarom wij in België überhaupt dit systeem hebben. Zoals altijd moeten we daarvoor terug in de geschiedenis. Maar eerst ruimen we twee misverstanden op.

Neen, België is niet het enige land waar de vakbonden een belangrijke rol spelen bij de uitbetaling van de werkloosheidsuitkeringen. Ook in Finland, Zweden en Denemarken bestaat dit systeem, drie moderne welvaartsstaten met sterke vakbonden en zeer goed functionerende arbeidsmarkten. Dat sterke vakbonden per definitie slecht zijn voor het goed functioneren van een arbeidsmarkt, klopt dus niet. België is wel het enige land ter wereld waar de werkloosheidsuitkeringen in principe niet gelimiteerd zijn in de tijd. In de drie vernoemde landen is dat niet het geval. Het ene vloeit dus niet zomaar voort uit het andere.

Het is ook niet zo dat je in België verplicht bij de vakbond moet aansluiten als je werkloos bent om van je uitkering te kunnen genieten. Zij die geen vakbondslid wensen te worden, kunnen hiervoor een beroep doen op de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. De Hulpkas heeft historisch altijd een minderheidspositie ingenomen. Door een gebrek aan schaalgrootte was de dienst ook minder efficiënt dan de vakbonden. Dat zorgde dan weer voor een extra legitimering voor de rol van de vakbonden. De werkgevers hebben zich bij mijn weten nooit uitgesproken voor het doorbreken van deze positie.

Repressie

Hoe is deze sterke historische positie van de vakbonden te verklaren? Daarvoor moeten we terug naar het begin van de industrialisering en het ontstaan van moderne arbeidsmarkten. Om aan hun mensonwaardig lot te ontsnappen en enige onderhandelingsmacht te kunnen creëren, verenigden de arbeiders zich. Met veel vallen en opstaan en tegen de repressie van de toenmalige staat in – zich verenigen was oorspronkelijk op zich al strafbaar – kregen de eerste lokale vakbondsorganisaties in het midden van de negentiende eeuw vorm.

De decennia nadien ontwikkelden zich de eerste werkloosheidsverzekeringen. Van hun schamel loontje legden de leden een kleine bijdrage opzij. Bij werkloosheid hadden ze recht op een eveneens piepkleine uitkering om tijdens de zoektocht naar nieuw werk te kunnen overleven. Activering zat via een sterke sociale controle ingebakken in het systeem. De solidariteit was kleinschalig en niet anoniem. Uitkeringen waren zeer tijdelijk. In nagenoeg alle ontwikkelde westerse landen is het werkloosheidssysteem op deze manier ontstaan.

Gaandeweg begonnen lokale overheden deze hulpkassen van de vakbonden te subsidiëren. In de hele wereld is ‘The Ghent System’ een begrip in de sociale zekerheid. Gent was één van de allereerste steden die dit beginsel (begin 20ste eeuw) toepaste. Nog enkele decennia later werden de lokale initiatieven gecentraliseerd op nationaal niveau en werden de bijdragen voor iedereen verplicht. In België was dit een belangrijk onderdeel van het Sociaal Pact van 1944. De sociale zekerheid zoals we die nu kennen was een feit. In heel wat landen verdween toen ook de praktijk waarbij de vakbonden de uitkeringen betaalden, zij het niet in België en een aantal Skandinavische landen.

Overheidstaak

Is het in 2024 nog aangewezen dat de vakbonden deze taak op zich nemen? Sommigen nemen daar een ideologische positie in. Een overheidstaak dient door de overheid te worden uitgevoerd. Stel u voor dat we dit toepassen op het vlak van gezondheidszorg en onderwijs. Ik ben eerder pragmatisch ingesteld. Een publieke taak moet worden uitgevoerd door degene die dat het best kan, aan de best mogelijke prijs. Dit kan de overheid zelf zijn, een semi publieke instantie, een social profit-instelling of zelfs een privé-instelling. Wat het uitbetalen van de werkloosheidsuitkeringen betreft is het niet zo zeker dat de overheid zelf dit beter en/of goedkoper kan. Het ACV maakt op dit ogenblik op de hele operatie verlies. De enige reden om het te blijven doen is dat het uiteraard een interessante manier blijft om leden te werven.

De beste manier om te weten of een publieke dienst aan competitieve voorwaarden wordt verstrekt, is via het organiseren van competitie. In België gebeurt dit via de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. Wat uiteraard niet kan is dat de vakbonden nog steeds in de raad van bestuur van de Hulpkas, hun feitelijke concurrent, zitten. Dat is gewoon onbehoorlijk bestuur. Nog beter zou zijn indien er een echte onafhankelijke privépartij als concurrent zou kunnen optreden. Maar ik vrees dat er aan de huidige voorwaarden niemand zich zal geroepen voelen.

Mutualiteit

Eerlijk gezegd denk ik dat het huidig voorstel van De Wever vooral dient om terug te trekken als er echt onderhandeld wordt met Vooruit. Vooruit kan dit dan als een politieke overwinning claimen. Dit is een prijs die N-VA met veel plezier zal willen betalen. Er zit namelijk nog een ander voorstel in de map van de formateur, het aanpakken van de mutualiteiten. Dat is heel andere koek dan het uitbetalen van werkloosheidsuitkeringen. Het pieken van het aantal langdurig zieken en invaliden in België heeft de fundamentele zwakheden van de mutualiteiten blootgelegd. Inzake responsabilisering moet nu flink doorgepakt worden. Daar kan Vooruit en zeker Frank Vandenbroucke niet tegen zijn.

Volgt sinds 1983 de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Eerst op de KULeuven als wetenschappelijk medewerker later bij Randstad. Hij schrijft voor Doorbraak in eigen naam.

Meer van Jan Denys
Commentaren en reacties