Die referenda en die annexatie van gebieden in Oekraïne, is me dat een ‘farce russe’ zeg. Is er iemand die gelooft dat de percentages overeenstemmen met de volkswil? Of dat die referenda geen schaamlapje waren om grondgebied te annexeren? Neen, het instrument ‘referendum’ verdient een betere behandeling. Ok, in ons land is in 1950 de uitslag na het referendum over de Koningskwestie niet echt gehonoreerd, maar dat kwam natuurlijk omdat de Vlamingen toen al verkeerd stemden. Zij vonden dat Leopold…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Die referenda en die annexatie van gebieden in Oekraïne, is me dat een ‘farce russe’ zeg. Is er iemand die gelooft dat de percentages overeenstemmen met de volkswil? Of dat die referenda geen schaamlapje waren om grondgebied te annexeren?
Neen, het instrument ‘referendum’ verdient een betere behandeling. Ok, in ons land is in 1950 de uitslag na het referendum over de Koningskwestie niet echt gehonoreerd, maar dat kwam natuurlijk omdat de Vlamingen toen al verkeerd stemden. Zij vonden dat Leopold III als koning kon aanblijven, terwijl de Walen helemaal anders dachten. Gevolg, en elementaire Belgische geschiedenis: Boudewijn werd met frisse tegenzin opvolger van zijn vader.
Nog een referendum in België
Maar in België is er nog een historisch referendum georganiseerd, net na de grote oorlog. Totaal vergeten wellicht, maar toch. Misschien haalde Poetin zijn mosterd over referenda en over annexatie van grondgebied wel bij ons, bij ene Baltia? De geschiedenis van onze Oostkantons leest niet als een sprookje, integendeel. Hoeveel keer de inwoners, ‘dankzij’ hun ligging speelbal waren van internationale beslissingen om van land te veranderen, het is niet te tellen.
Maar na de eerste wereldoorlog mochten zij zelf kiezen. Wilden ze Duitser dan wel Belg worden? De Amerikaanse president Wilson was nu eenmaal een voorstander van het ‘zelfbeschikkingsrecht van de volkeren’, en vond dat volkeren moesten kunnen beslissen over hun toekomst. Ook de bevolking van Eupen, Malmédy en Sankt-Vith zou mogen kiezen. Via een referendum, jawel.
We kregen niet veel
België hoopte na 11 november 1918 het grondgebied te kunnen uitbreiden, maar ving alvast bot rond Zeeuws-Vlaanderen, Luxemburg en Nederlands-Limburg. ‘Geen denken aan’, zeiden de geallieerden. ‘Jullie krijgen eventueel wel Eupen, Malmédy en Sankt-Vith. Tenminste als de bevolking ermee akkoord is, want wij (Britten en Amerikanen) vragen ons af wat er na meer dan honderd jaar Pruisische overheersing overblijft van het zogenaamde “Waalse karakter” in de streek van Malmédy, en moeilijker nog, van het Vlaamse karakter van Eupen’.
In Malmédy, het zogenaamde Waalse Pruisen, had een kleine minderheid het honderdjarig Pruisische regime doorstaan. Ze toonden zich enthousiast over de mogelijke aanhechting bij België, omdat ze hoopten dat ze zo hun Waals-Franse taal en cultuur konden behouden. De overige inwoners van de Kreisen hadden niets met België. In Eupen vreesden vooral de notabelen voor het verlies van status en prestige.
Naar het voorbeeld van Elzas-Lotharingen werd een overgangsregime geïnstalleerd dat de annexatie moest voorbereiden. De 56-jarige luitenant-generaal, de Duitstalige Herman Baltia, zoon van een Duitse moeder en een Luxemburgse vader, werd als gouverneur aangesteld. Hij kreeg de opdracht van de Belgische regering een referendum zo te organiseren dat de gebieden zeker naar België zouden komen. De uitslag moest ‘een breed maatschappelijk draagvlak’ uitstralen en zo de geallieerden geruststellen. Hij slaagde met glans in zijn opzet.
De truc met de duif
De inwoners waren vrij om voor of tegen de annexatie bij België te zijn. Zij die dit niet zagen zitten konden protest aantekenen in open registers, in een soort boek dus. Die lagen alleen in Eupen en Malmédy. Natuurlijk waren de overwegend plattelandsbewoners niet gemotiveerd genoeg om te voet naar de stad te trekken en daar open en bloot neer te schrijven dat ze tegen België waren.
Bovendien maakte Baltia ook gebruik van de toenmalige ‘sociale media’. Hij liet Belgische ambtenaren het gerucht verspreiden dat tegenstemmers weleens last zouden kunnen krijgen om hun voedselbonnen nog te ontvangen en erger nog, dat ze onteigend of zelfs verbannen zouden worden.
Toen op 23 juli 1920 na zes maanden de boeken gesloten werden, waren er welgeteld 271 proteststemmen op een totaal van 33.700 stemgerechtigden. Die stemmen kwamen vooral van Duitse ambtenaren die sowieso wisten dat ze hun toekomst oostwaarts moesten zoeken.
Gemanipuleerde volksraadpleging
Het referendum ging de geschiedenis in als ‘la Grande Farce Belge’, maar de Volkenbond zette het licht op groen. De kantons werden Belgisch. De gemanipuleerde volksraadpleging zorgde voor protest onder de bevolking. De roep om Heim ins Reich of minstens om een nieuw referendum, verstilde niet. En de overheid, Baltia dus, kreeg problemen met de pers.
De meerderheid van de kranten in Eupen-Malmédy was pro-Duits, uitgesproken anti-Belgisch en had geen goed woord over voor de gouverneur. Eupener Nachtrichten liet verschillende malen verstaan dat het lezersbrieven niet integraal kon publiceren en al te kritische journalisten werden onder druk vervangen door meer Belgischgezinde collega’s. Eén keer besloot Baltia alle subtiliteit te laten varen en vaardigde hij een verschijningsverbod uit toen de Malmédy-St. Vither Volkszeitung bleef pleiten voor een nieuw referendum. In een extra editie drukte de krant het verbodsdecreet af, waarna een golf van protest ontstond.
Maar een nieuw referendum kwam er niet. Meer dan honderd jaar later worden de mensen van het Oostkanton ‘de laatste Belgen’ genoemd, en daarmee bedoelen de bedenkers van deze term echt niet dat zij er het laatst bijgekomen zijn.