JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Van Dolle Mina’s en moslima’s

Het begrip 'cognitive dissonance' is tevergeefs uitgevonden

Miel Swillens15/12/2015Leestijd 3 minuten

Zelfgekozen blindheid is het nieuwe ideaal van de feministen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ze geraken stilaan bekend, de verhalen over het seksuele geweld in de asielcentra. De Duitse pers bericht erover. Ook de Nederlandse schrijver Hafid Bouazza verwees ernaar in een vraaggesprek met Doorbraak. Maar in onze kranten is dat onderwerp taboe. Ook de VRT blijft bij zijn sentimenteel en moraliserend discours, onder het motto: je mag de mensen niet bang maken. Ik dacht nog dat het was: je mag de kinderen niet bang maken, maar voor de kleuterjuffen van de VRT zijn wij kijkertjes en luisteraartjes. Onze media schieten schromelijk tekort in hun informatieplicht, en erger nog: ze plegen vluchtmisdrijf.

En niet alleen zij. Wie niet hersendood is, beseft dat de massale toestroom van moslimmannen de al bestaande vrouwonvriendelijkheid in onze samenleving (denk aan Femme de la rue, de film van Sofie Peeters) zal doen toenemen. Maar in de hoek waar je nu hevig kabaal zou verwachten, blijft het oorverdovend stil. Ik bedoel natuurlijk bij onze feministen. Al hoeft dat niet te verbazen want onze feministen zijn al een hele tijd geleden door de knieën gegaan voor het cultuurrelativisme.

Dat cultuurrelativisme is een nakomertje van mei ’68, meer bepaald van het op hol geslagen egalitarisme van die tijd. Zelden stond een theorie zo haaks op de door iedereen waarneembare realiteit, maar dat belette haar populariteit bij de linkse elite niet. Wel integendeel. Het cultuurrelativisme stelt dat alle culturen gelijk zijn. De ene cultuur boven de andere verkiezen is een vorm van racisme. Culturen mag je aan geen waardeoordelen onderwerpen, behalve de westerse. Die moet je veroordelen als racistisch en patriarchaal. Identiteit is een positieve waarde bij Roma-zigeuners en Aboriginals, maar niet bijvoorbeeld bij Vlamingen. Culturele voorschriften en religieuze wetten die in strijd zijn met onze westerse waarden mag je niet verbieden. De boerka moet worden getolereerd en over de sharia valt te praten.

Vooral bij de feministen richtte het cultuurrelativisme een ware ravage aan. Zo verklaarde Germaine Greer – feministisch boegbeeld en auteur van de seventies-bestseller The Female Eunuch – dat je genitale verminking niet mag bekritiseren, want die maakt deel uit van de culturele identiteit van vrouwen – bijvoorbeeld in Somalië. En wie had kunnen denken dat Kitty Roggeman, ooit activiste bij Baas Over Eigen Buik, nog voorvechtster zou worden van hoofddoek en sluier? Het bochtenwerk in het feministische kamp bevat stof voor een boulevardkomedie.

Nu we feministen meer dan ooit nodig hebben, nu de vrouwen in dit land almaar meer druk ondervinden van een archaïsch geloof en een primitieve misogynie, geven de feministen niet thuis. Zo laten ze niet alleen de vrouwen van eigen bodem in de steek, maar ook de vele vrouwen en meisjes met een migratieachtergrond die maar wat graag het juk waaronder ze gebukt gaan willen afschudden. Een Franse schrijfster als Chahdortt Djavann zal bij hen weinig steun vinden met een noodkreet als: ‘J’ai porté dix ans le voile. C’était le voile ou la mort. Je sais de quoi je parle.’ (in: Bas les Voiles! Gallimard, 2003) ‘Tien jaar heb ik de sluier gedragen. Het was de sluier of de dood. Ik weet waarover ik spreek.’

Onthullend voor die feministische abdicatie is de brochure van het Vrouwen Overleg Komitee (VOK): Een feministische kijk op de multiculturaliteit, waarin ‘feminisme’ een wel heel aparte invulling krijgt. De Vlaamse icoon van het feminisme, Kitty Roggeman bekeerde zich tot het islamogauchisme en wil het alleen nog over de ‘echte’ problemen hebben en die zijn – hoe verrassend – neokolonialisme en neoliberalisme. Verder is ze actief bij Baas Over Eigen Hoofd (BOEH), van waaruit ze fulmineert tegen het zogenaamde hoofddoekenverbod. Slotsom: de dolle mina’s van weleer verzusteren vandaag met politiek gemotiveerde moslima’s en worden zo de waterdraagsters van een middeleeuwse machocultuur.

’t Kan verkeren, zei Bredero.

Foto (c) Reporters

Miel Swillens is een Vlaamse columnist en oud-medewerker van het weekblad Tertio. Hij studeerde Germaanse filologie aan de RUG en is een oud-leraar van het Sint-Jozef-Klein-Seminarie in Sint-Niklaas en ook van de Vrije Handelsschool Sint Joris in Gent. Hij schreef in het verleden teksten voor Miek en Roel, zoals Het Verdronken Land Van Saeftinge (1970) en Het Land Van Nod (1970). Miel overleed in augustus 2017.

Meer van Miel Swillens

De auteur van dit essay Jan-Werner Müller is hoogleraar politiek aan Princeton University, maar werkt momenteel als onderzoeker rond het thema populisme aan de universiteit van Wenen. Wat is populisme? is gebaseerd op lezingen die Müller gaf aan het Weense Institut für die Wissenschaften vom Menschen en draagt daar ook de sporen van. Een vlot leesbare tekst kan je het niet echt noemen. Daarvoor is de toon en de aanpak te academisch. Of wat dacht je van volgende zin?

Commentaren en reacties