Van Zweeds kabinet naar schertskabinet
Premier Charles Michel in De Kamer. Nu premier van een ‘minderheidsregering’.
foto © Reporters
Deze ‘minderheidsregering’ Michel II is een schertsregering die amper een derde van de Kamerzetels vertegenwoordigt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEen consensus wordt niet afgedwongen en nog minder geframed. Over alle politiek belangrijke zaken wordt in de ministerraad beraadslaagd. In de ministerraad wordt er beslist bij consensus. Dat betekent dat iedere minister akkoord moet gaan met de voorgenomen beslissing, zonder dat er daarover echt wordt gestemd. Die consensus is een noodzaak voor de samenhang van de regering. De ministers moeten samen de consensus uitdragen en verdedigen. Wie dat niet doet is niet solidair. Men kan niet tegelijk in en buiten de regering staan.
Solidair zijn houdt echter meer in. Dat betekent ook dat men geen beslissingen voorstelt waarvan men weet dat daarover geen consensus bestaat, want dan schuift men in feite de regel van de consensus opzij en laat men de meerderheid gelden. Consensus kan niet worden afgedwongen, dat is nog maar eens bewezen. Het stond in de sterren geschreven dat het Migratiecompact voor één regeringspartij moeilijk lag of dat alleszins zou kunnen worden. Het voorwenden dat er daarover wel een voldoende consensus zou geweest zijn, lijkt dan ook meer op framen. Een eerste minister die zich verschuilt achter een schijn van consensus, kan geen regering leiden. Als de consensus schijn is, is de regering dat ook.
In de diplomatie wordt er nogal eens wollig en met gespleten tong gesproken. Om zoveel mogelijk landen mee te krijgen speelt men met woorden. Het is een ‘compact’, geen verdrag. De compact is niet formeel bindend in het internationaal recht, maar het is wel een politiek engagement. Die retoriek staat bol van het ‘diplomatees’ en werkt vervreemdend. De spraakgebruikelijke betekenis van ‘compact’ is volgens de Oxford English Dictionary een contract of een overeenkomst tussen twee of meer partijen. De Amerikaanse Grondwet (artikel 1, sectie 10) verbiedt zelfs de staten om zonder instemming van het Congres een compact te sluiten onder hen of met een vreemde mogendheid. In de ‘Duck-test’ is het Migratiecompact dus een verdrag, punt aan de lijn (I fit looks like a duck, swims like a duck and quacks like a duck, then it probably is a duck: als het eruitziet als een eend, zwemt als een eend en kwaakt als een eend, dan is het waarschijnlijk een eend). Het Migratiecompact is een sluipend verdrag. Het is deze double-talk die de cohesie in de regering in het gedrang gebracht heeft.
‘Marrakesh vaut bien une messe anticonstitutionelle’
Volgens de Grondwet zijn er hoogstens 15 ministers (artikel 99). De eerste minister niet meegerekend, moeten er evenveel Nederlandstalige als Franstalige ministers zijn, dat is dus 7/7. Die regel geldt ook voor een ontslagnemende regering. De drie N-VA ministers hebben de regering verlaten. Zij hebben intussen ook hun ontslag gekregen met een Koninklijk Besluit. Daardoor zijn er maar vijf Nederlandstalige ministers meer in de regering en is de regering niet grondwettig samengesteld. Een ongrondwettig samengestelde regering kan geen rechtsgeldige beslissingen nemen. Eerst moet de regering opnieuw grondwettig worden samengesteld.
Om dat te verhelpen wil de eerste minister de huidige Nederlandstalige staatssecretarissen Pieter De Crem (CD&V) en Philippe De Backer (OpenVld) promoveren tot minister. Een benoeming tot staatssecretaris (artikel 104) en een benoeming tot minister (artikel 96) zijn twee te onderscheiden benoemingen en die alle twee gebeuren door de Koning. De eerste minister moet wel heel erg gehaast zijn om naar Marrakesh te gaan nu hij aankondigde dat de staatssecretarissen geen nieuwe eed moesten afleggen. Bovendien, zolang De Crem en De Backer niet door de Koning benoemd zijn als minister, en de eed als minister hebben afgelegd, treden zij niet in functie.
De ongrondwettig samengestelde regering kon de eerste minister niet machtigen om het Migratiecompact te ondertekenen. Daarmee is intussen duidelijk dat Charles Michel op internationaal vlak de kluit gaat belazeren. Kan een eerste minister een grotere blamage over zichzelf, zijn ambt en het land afroepen? Als signaal naar betrouwbaarheid op het internationale forum kan dat tellen.
De grondwettelijke gewoonte is dat een nieuwe regering met een regeringsverklaring voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers komt, waarna er expliciet gestemd wordt over het vertrouwen in de regering. Een regering die dat vertrouwen niet heeft, mist legitimiteit en kan hoogstens de lopende zaken afhandelen. Het Migratiecompact goedkeuren behoort niet tot die lopende zaken. Er is geen dringendheid en er is aanwijzing dat de zaak door double-talk, door dubbelzinnigheden geforceerd is. Dat de Kamer een resolutie in die zin goedgekeurd heeft, haalt de regering niet uit de lopende zaken. Merkwaardig dat vice-premier Peeters juist nu benadrukt dat die resolutie geen vodje papier is, en hij daarmee de Grondwet verfrommelt. Enkel een regelmatig samengestelde regering die het vertrouwen heeft van het Parlement kan bij consensus beslissen om dat compact goed te keuren. Klaarblijkelijk is er zelfs helemaal geen Koninklijk Besluit in die zin! Met dit haastwerk van Marrakesh voor alles, ontbloot de eerste minister ook de Kroon.
De meerderheid stelt zich in de minderheid
Een regering moet het vertrouwen van de Kamer van Volksvertegenwoordigers hebben en behouden. Er zijn 150 Kamerleden. Om een meerderheid te hebben moet men kunnen rekenen op 76 zetels. De huidige zetelverdeling geeft een Zweedse coalitie een meerderheid van 83 zetels: N-VA 31, MR 20, CD&V 18 en Open Vld 14. Nu de regering niet meer kan rekenen op de N-VA-zetels, heeft de regering nog maar steun van 52 Kamerleden. Dat is dus amper iets meer dan één derde. Door de N-VA ministers tot ontslag te dwingen stelt de regering zichzelf in de minderheid in de Kamer. De regering Michel gedraagt zich nu als een zelfverklaarde minderheidsregering, maar is ze dat wel? Immers, van dat formaat kan men wel drie regeringen op de been brengen in de kamer. Als men die weg opgaat, kan men de fracties vervangen door minderheidsregeringen. Een regering met één derde van de zetels achter zich, is een schertsregering.
Dat de regering geen meerderheid in de Kamer heeft, betekent niet automatisch dat ze een minderheidsregering is. Het verschil is dat een minderheidsregering wel op de steun kan rekenen van Kamerleden wier partij geen deel uitmaakt van de regering. Een regering die geen meerderheid heeft in de Kamer moet haar ontslag aanbieden. Dat de regering Michel II geen meerderheid heeft, is van bij de aanvang duidelijk. Er wordt dan ook alles aan gedaan om dat vandaag niet te moeten laten vaststellen. Maar een regering die in de omstandigheden verkeert dat ze normaal haar ontslag zou moeten aanbieden, kan ook niet geacht worden om nog haar volledige bevoegdheid uit te oefenen.
Door zijn vlucht naar Marrakesh komt de eerste minister niet voor de Kamer, en treedt hij op alsof hij nog een meerderheid van 83 zetels heeft. Daarmee verhindert de premier dat er een motie van wantrouwen kan ingediend worden, om zich zo een schijn van legitimiteit te blijven aanmeten. Zou de eerste minister het vertrouwen in de regering gevraagd hebben, dan kon hij onmogelijk naar Marrakesh gaan, omdat over een motie van vertrouwen of wantrouwen maar ten vroegste uitspraak gedaan wordt 48 uur nadat die motie is ingediend. De Kamer kan de aanwezigheid van de eerste minister, zoals van alle ministers, wel vorderen (artikel 100 Grondwet), waarna er wel een debat en/of een interpellatie kan komen, wat afsluit met een motie van wantrouwen. De omstandigheden zullen duidelijk maken dat deze regering nooit enig vertrouwen heeft gehad. Dat het scherts was, de scherts van Marrakesh. Niets belet om de eerste minister uit Marrakesh terug te roepen.
Verkiezingen?
Het gezond verstand maakt duidelijk dat er nu verkiezingen moeten komen. De opiniepeilingen geven te kennen dat het voor de CD&V of de MR niet het moment is om naar verkiezingen te gaan. Er is ook geen verplichting om de Kamer te ontbinden. Het is wel moeilijk voorstelbaar, dat als er nu een motie van wantrouwen komt, er geen verkiezingen zouden worden gehouden. Geen verkiezingen houden lijkt een gevaarlijke optie; de geloofwaardigheid van de instellingen staat op het spel.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Jan Ghysels (1961) is als jurist o.a. gespecialiseerd in grondwettelijk en administratief recht. Hij is als grondwetspecialist verbonden aan de UGent. Hij is oprichter van het tijdschrift Publiekrechtelijke Kronieken en hij was o.a. lid van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.
Vernietigen van Michel Houellebecq is een van de mooiste boeken over de ‘condition humaine’. Niet hoogdravend, gewoon een boek over het leven.
‘De papieren krant bestaat nog, maar je voelt aan alles dat dat niet zo lang meer gaat duren’, meent Jonathan Hendrickx.