Vandaag 1979: José Happart ontmoet Boudewijn in het geheim en lapt colloque singulier aan zijn laars
José Happart (°1947)
José Happarts agitaties leveren hem een privé-ontmoeting op met koning Boudewijn, die hem zelfs toegiften zou hebben gedaan in de strijd om Voeren. Vlaanderen steigert.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp 22 mei 1979 heeft de Waalse agitator en Vlamingen-pester José Happart in Ensival (Luik), aan een afrit van de autosnelweg naar Verviers, een geheime, maar niet-toevallige ontmoeting met koning Boudewijn van België. Die komt tot stand door chantage. Om te vermijden dat Happart of zijn militanten het officieel bezoek van de koning aan Verviers verstoren, wordt door Georges Gramme (PSC), toenmalig minister van Binnenlandse Zaken, en Jean-Marie Piret, de toenmalige kabinetschef van Boudewijn, in extremis een ontmoeting gearrangeerd. Bedoeling is dat Happart een petitie overhandigt, maar het komt toch tot een gesprek met de vorst.
Hoewel volgens afspraak de ontmoeting in alle discretie moest plaats vinden, verklaart Happart nog dezelfde dag dat de koning hem bij deze ‘historische ontmoeting’ persoonlijk had toegezegd dat de vijf op 20 mei in Voeren wegens gewelddadigheden opgepakte Waalse militanten snel zouden vrijkomen.
En een dag later, op 23 mei, worden de Waalse amokmakers effectief uit de gevangenis vrijgelaten. Het gesprek en de handdruk van koning Boudewijn met Happart en de kort daaropvolgende vrijlating van de relschoppers zorgen in Vlaanderen voor een politiek schandaal. Ze lokken een storm van protest uit bij publieke opinie, media en politieke partijen.
Luc Pauwels (1940) is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.
John Enoch Powell waarschuwde in 1968 voor de sociale en economische gevolgen van een te grote migratiedruk. De elite schrok zich een hoedje, maar het volk en de feiten gaven hem gelijk.
Klassieke schrijvers hebben hun lot nooit in eigen handen. Kijk maar naar Dante, die het voldoende aangeeft: een klassieker ben je niet, dat word je.