Vasten begint niet met vasten
Een vrouw krijgt een askruis op het voorhoofd tijden de dienst voor Aswoensdag.
foto © Reporters
De christelijke Vasten begint op Aswoensdag, maar wat houdt christelijk vasten eigenlijk in? Mag een christen nog vlees eten?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementChristenen tussen 14 en 60 jaar worden geacht vanaf vandaag (Aswoensdag) tot Pasen te vasten. Dat is niet zoals de islamitische vasten, de nadruk ligt bij christelijke vasten op bekering en boete, vasten in de betekenis van niet of minder eten staat ten dienste daarvan.
40 dagen vasten
Er zijn oude christelijke sporen naar vastenpraktijken. In het Evangelieboek Handelingen en in de brieven van de Apostel Paulus (de oudste geschriften uit het Nieuwe Testament) wordt al over vasten als ‘dagen zonder eten’, gesproken.
In het jodendom zou tweemaal per week vasten een bestaande praktijk geweest zijn. De eerste christenen namen dat over. Woensdag en vrijdag waren vastendagen, verwijzend naar het verraad door Judas en de dood aan het kruis van Jezus. Recent historisch onderzoek toont aan dat de verwevenheid jodendom-christendom langer geduurd heeft dan men vroeger dacht, de grote beïnvloeding is dus logisch.
40 dagen vasten als voorbereiding op Pasen, was al een bestaande gewoonte bij het concilie van Nicea in 325. Die ‘40’ komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het is in de Bijbel een symbolisch getal. De Bijbel werkt veel met interne verwijzingen, hier neemt het christendom, al in de Evangelies, de Joodse symboliek van het Oude Testament over. In dat Oude Testament staat 40 symbool voor een periode van inkeer, bezinning, waarna iets nieuws begint.
Enkele voorbeelden. Na de uittocht uit Egypte trekt het Joodse volk 40 jaar door de woestijn op weg naar het Beloofde Land. In het zondvloedverhaal regent het 40 dagen en 40 nachten. Na zijn doop vastte Jezus 40 dagen in de woestijn, werd daarna door de duivel op de proef gesteld en begon dan met zijn prediking.
Christelijke Vasten
Vandaag wordt de christelijke vasten geregeld in het Kerkelijk wetboek. Alle gelovigen moeten, elk op hun manier en ‘krachtens goddelijke wet’, verplicht boete doen. Omdat samen boeten doen verbindend werkt, worden er gezamenlijke boetedagen voorgeschreven. De bedoeling is dat christenen tijdens die dagen zich toeleggen op (1) gebed en bezinning, (2) delen met wie het minder heeft en (3) ‘zichzelf te verloochenen door hun eigen verplichtingen getrouwer te vervullen en vooral door de vasten en de onthouding te onderhouden’.
De vastentijd is volgens de Catechismus van de Katholieke Kerk de ‘gelegenheden bij uitstek om boete te doen. Deze tijden zijn uitermate geschikt voor retraites, boetevieringen, bedevaarten als teken van boete, dingen die men zich vrijwillig ontzegt, zoals vasten en aalmoezen geven en broederlijk delen (liefde- en missiewerken)’.
Voor u hier het ‘schuldcomplex der katholieken in ontwaart, nog even dit uit de YOUCAT Jongerencatechismus van de Katholieke Kerk – met een woord vooraf door Paus Benedictus XVI: ‘Boete wordt vaak verkeerd begrepen. Het heeft niets te maken met zelfbeschuldiging en schuldcomplexen. Boete is niet piekeren over hoe slecht ik ben. Boete bevrijdt en bemoedigt ons om opnieuw te beginnen.’
Volgens Canon 1250 zijn de boetedagen en boetetijden in de gehele Kerk elke vrijdag van het gehele jaar en de veertigdagentijd. En de volgende Canon, 1251, bepaalt: ‘Onthouding van het eten van vlees of van een ander voedsel volgens de voorschriften van de bisschoppenconferentie, dient onderhouden te worden op elke vrijdag van het jaar, tenzij deze met een dag vermeld onder de feestdagen samenvalt; onthouding echter samen met vasten op Aswoensdag en op de Vrijdag van het Lijden en de Dood van Onze Heer Jezus Christus.’
Vasten in de Lage landen
Volgens het kerkelijk wetboek kan de plaatselijke bisschoppenconferentie het onderhouden van de Vasten nader bepalen. Ze kan ook ‘andere vormen van boete, vooral liefdewerken en oefeningen van vroomheid, geheel of gedeeltelijk in de plaats van vasten en onthouding stellen.’
Een decreet van de Belgische bisschoppenconferentie uit 1986 omschrijft de vasten voor Katholieken in België. Volgens de bisschoppenconferentie ‘is het vasten voorgeschreven op Aswoensdag en Goede Vrijdag. De onthouding van het eten van vlees is niet meer verplichtend. “De vrijdag blijft evenwel een verplichte boetedag; dit wil zeggen dat alle gelovigen, vanaf de leeftijd van 14 jaar, zich op die dagen een boetewerk, naar eigen keuze, zullen opleggen”.’
De Nederlandse bisschoppen omschrijven het gelijkaardig: ‘Wij bepalen dat Aswoensdag en Goede Vrijdag dagen van verplichte vasten en onthouding in spijs en drank zijn en dat verder het bepalen van de wijze van de beoefening van boete en onthouding aan het eigen geweten en initiatief van de gelovigen wordt overgelaten. Aan de plicht tot vasten in de Veertigdagentijd en tot onthouding op de vrijdagen kan worden voldaan, door zich in eten en drinken, in roken of in andere genoegens duidelijk te beperken. Het geld, dat hiermee wordt uitgespaard, kan bestemd worden voor de naasten die honger lijden of anderszins gebrek lijden. Het is voorts passend, dat men zich in de Veertigdagentijd meer dan anders wijdt aan werken van christelijke naastenliefde en met meer toeleg het Woord van God leest.’
Zondag
Wie goed kan tellen, komt tot de vaststelling dat de vasten eigenlijk 46 dagen duurt. Dat klopt en toch is de vasten maar 40 dagen. Dat komt omdat de zondagen in de Vasten niet meetellen als vastendagen. Die dagen moet een christen dus niet vasten of zich niet onthouden. De oorzaak daarvan is dat in de christelijke traditie de zondagen een soort miniatuur paasdagen zijn waarop de verrijzenis van de Heer wordt herdacht en waarop dus niet gevast wordt. Het is maar dat u het weet.
En omdat er toch zoveel te doen is over onze teloorgaande christelijke cultuur, nog een uitsmijter. De verschillende zondagen van de vastentijd hebben een specifieke naam. De eerste vijf zondagen ontlenen hun naam aan de beginwoorden van het introïtusgezang in de Latijnse liturgie: Eerste zondag: Invocabit, Tweede zondag: Reminiscere, Derde zondag: Oculi, Vierde zondag: Laetare (halfvasten), Vijfde zondag: Judica, Zesde zondag: Palmzondag (Dominica in Palmis).
De gevorderden kunnen op zoek naar de betekenis van een ‘velum quadragesimale’ of een ‘hongerdoek’.
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Stel je voor: erkenning vragen voor de wetten op je grondgebied. Taalwetten dan nog, hoe bekrompen! Gelukkig is er de Franstalige flexibiliteit!
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.