Verhaerens ‘Prille liefdes’
Expo: Emile Verhaeren & Sint-Amands in het Emile Verhaeren Museum
‘Prille Liefdes’ van Verhaeren, geïllustreerd door Léon Spilliaert
In een expo in het Emile Verhaeren Museum in Sint-Amands worden de diverse linken tussen de schrijver, Sint-Amands en de streek van Klein-Brabant toegelicht.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet Emile Verhaeren Museum in de Antwerpse gemeente Puurs-Sint-Amands blijft consequent uitpakken met uitstekende expo’s over diverse facetten van het leven en werk van de schrijver-dichter Emile Verhaeren (1855-1916). De jongste loot aan de tak is een tentoonstelling over de dichter en zijn geboortedorp. Voor de gelegenheid vertaalde dichter Stefaan van den Bremt, die zelf ruim twintig dichtbundels op zijn naam heeft staan, Verhaerens bundel Les Tendresses premières (1904) integraal in het Nederlands onder de titel Prille liefdes. Van den Bremt is daarmee niet aan zijn proefstuk toe: hij vertaalde al eerder bundels van Verhaeren, zoals Les Campagnes hallucinées (1893), Les Villages illusoires (1895) en Les Villes tentaculaires (1895). In Les Tendresses premières evoceert ‘de terugblikkende dichter’ in vijftien overwegend paginalange gedichten, gesteld in vrije versvorm, ‘de huizen en hun bewoners, de bomen, de wonderlijke hemelen en eindeloze vlakten rondom dat kleine dorp, neergehurkt aan de Schelde’.
Mercure de France
Enigszins verwonderlijk – of net niet? – schreef Verhaeren deze autobiografisch getinte oden aan het dorp van zijn jeugd toen hij resideerde in Saint-Cloud, ‘een voorname buitenwijk van Parijs’. Hij heeft trouwens maar tien jaar in Sint-Amands gewoond. Toen moest hij van zijn ouders op kostschool in het Franstalige Saint-Louiscollege in Brussel. De jonge knaap maakte het daar echter zo bont dat zijn vader hem naar het Sint-Barbaracollege in Gent verwees. Eén van zijn klasgenoten aldaar was de latere schrijver-dichter Georges Rodenbach, een briljante leerling die wellicht aan de basis lag van Verhaerens ontluikende belangstelling voor kunst en literatuur.
Van Gent ging het naar Leuven, waar Verhaeren met tegenzin rechten studeerde. Vandaar verkaste hij naar Brussel, waar hij stage liep bij de eminente strafpleiter en literator Edmond Picard. Die stelde hem voor aan zijn schilderende vrienden van de ‘Groupe des XX’, onder wie James Ensor, Félicien Rops en Théo Van Rysselberghe.
Eind 1889 leerde Verhaeren de Luikse schilderes Marthe Massin (1860-1931) kennen, die een atelier had in Brussel. Ze huwden in 1891 en vestigden zich aldaar. In 1898 verhuisde het echtpaar naar Saint-Cloud. De reden van hun vertrek uit België was dat Verhaeren, die van zijn pen leefde, daar veel meer publicatiekansen had en die ook wist te benutten: uitgever Alfred Vallette van uitgeverij Mercure de France nam nieuw werk van hem op in zijn fonds, zoals Philippe II: tragédie en 3 actes (1901), Les Forces tumultueuses (1902) en La Multiple splendeur (1906).
Toute la Flandre
Eerder al, dit is toen Verhaeren nog in België woonde, bracht Mercure de France enkele verzamelbundels met poëzie van hem uit: Poèmes (1895) en Poèmes. Nouvelle série (1896). In 1899 volgde nog een derde deel: Poèmes. Troisième série. Bij Mercure de France bevond de Frans schrijvende Vlaming zich in goed gezelschap, aan de zijde van toekomstige groten als André Gide, Paul Claudel, Colette en Guillaume Apollinaire, die toen nog aan het begin van hun literaire carrière stonden. Tussen al de uitgaven bij zijn Franse uitgever door, publiceerde Verhaeren ook nog bij zijn Brusselse uitgever Edmond Deman.
In Parijs ook raakte Verhaeren bevriend met onder anderen Auguste Rodin, Rainer Maria Rilke en Stefan Zweig. Vooral die laatste vereerde hem zowat als een afgod en zou in 1910 de eerste biografie over hem publiceren. Terwijl Verhaeren literaire tournees ondernam in Europa, vergaarde hij steeds meer literaire roem. Gaandeweg ontwikkelde hij zich tot de belichaming van de Europese cultuur. Dat belette hem nochtans niet om Toute la Flandre te schrijven, een reeks van vijf dichtbundels gewijd aan Vlaanderen, waarvan Les Tendresses premières het eerste deel is. De vier andere verschenen respectievelijk in 1907 (La Guirlande des dunes), 1908 (Les Héros), 1910 (Les Villes à poignons) en 1911 (Les Plaines). In een brief aan Camille Lemonnier schreef Verhaeren: ‘U kunt niet geloven hoezeer ik, ver verwijderd van mijn geboortegrond, er nog inniger aan gehecht ben geraakt. ’s Avonds, als de lamp nog niet is aangestoken en ik in een donker hoekje zit te dromen, zie ik alles terug.’
‘De grijze Schelde’
In 1899 kochten de Verhaerens een ‘buitenverblijf’ in het Henegouwse Roisin, in de buurt van Le Caillou-qui-Bique, ‘een eigenaardig natuurfenomeen’. Tot aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog in 1914 zouden ze er jaarlijks vele weken verblijven en er prominente gasten ontvangen. Het was daar dat Toute la Flandre, ‘een vijfdelig encyclopedisch loflied op het nog onverkavelde’, gestalte kreeg.
Tot de bekendste gedichten uit Les Tendresses premières/Prille liefdes behoort ‘Mon village/Mijn dorp’, met de volgende, eenvoudige maar treffende beginregels:
‘Une place minime et quelques rues,
Avec un Christ au carrefour;
Et l’Escaut gris et puis la tour
Qui se mire, parmi les eaux bourrues;’
In de Nederlandse vertaling van Stefaan van den Bremt klinken die regels zo:
‘Een klein dorpsplein, een paar straten
Met Christus op het kruispunt;
De grijze Schelde die de toren uitdunt
En spiegelt in het norse water;’
Andere thema’s die in de bundel aan bod komen, zijn onder meer: de angst voor de dood (‘Ardeurs naïves’), het herstel van een ernstige ziekte (‘Convalescence’), huiselijke taferelen (‘Les fruits’, ‘Le grenier’, ‘Le jardin’), ambachtslui (‘L’horloger’), rituelen (‘Le comte de la Mi-Carême’, ‘Les Pâques’), kindervreugde (‘L’envolée’, ‘Le bain’) en de adolescentie (‘Seize, dix-sept et dix-huit ans’).
Tekenend is dat de dichter de bundel opdroeg aan zijn zus Maria. Zij maakte immers deel uit van zijn jeugdherinneringen!
Droombeeld van zijn Vlaamse streek
In zijn Woord vooraf noteert vertaler Stefaan van den Bremt dat Les Tendresses premières/Prille liefdes ‘het product is van een nostalgisch terugblikkende Verhaeren die vanuit zijn woonplaats in de Parijse voorstad Saint-Cloud zijn jeugd in Sint-Amands, als een Adam die verbannen is uit ‘le vert paradis des amours enfantines’ (Baudelaire), aan zijn geestesoog opnieuw voorbij laat trekken’. Volgens de Franstalige Belgische academicus Jacques Marx, auteur van de monumentale biografie Verhaeren, biographie d’une oeuvre (1996), heeft Verhaeren met Les Tendresses premières nochtans ‘op de eerste plaats een droombeeld van zijn geboortestreek, van Vlaanderen in ’t algemeen willen ophangen’.
Als uitgever voor zijn nieuwe dichtbundel koos Verhaeren opnieuw voor Edmond Deman. Beeldend kunstenaar Theo Van Rysselberghe nam de omslag, het titelblad en de ornamenten voor zijn rekening. In het documentaire gedeelte van de expo in het Verhaeren Museum is het originele manuscript te bezichtigen en ook een uniek, door Léon Spilliaert met de hand geïllustreerd exemplaar van Les Tendresses premières. Alleen al voor deze objecten is een bezoek aan de tentoonstelling, waarin de diverse linken tussen de schrijver, Sint-Amands en de streek van Klein-Brabant worden toegelicht, de moeite waard.
Dichter & dieper in Sint-Amands
Maar daar blijft het niet bij. Komen eveneens aan bod in het documentaire luik: het gezin Verhaeren-Bock, brieven tussen Verhaeren en zijn moeder, zijn eerste verzen en de publicatie van zijn debuutbundel Les Flamandes (1883).
Sint-Amands en de Schelde worden geëvoceerd aan de hand van een reeks originele foto’s uit 1899, gemaakt door de Sint-Amandse dorpsfotograaf Alphonse Vercauteren. Waar mogelijk worden deze foto’s gecombineerd met uittreksels uit de gedichten van Verhaeren. Tot slot ook een klein luik over de vroegste Verhaeren-herdenkingen in Sint-Amands: de inhuldiging van de gedenkplaat in 1922 en de inhuldiging van het grafmonument van Verhaeren in 1927.
Voorts een foto van de begrafenis van Verhaeren in Adinkerke in 1916 (uit veiligheidsoverwegingen werd zijn stoffelijk overschot eind 1917 overgebracht naar het kerkhof van Wulveringem. Pas in 1927 kreeg Verhaeren zijn monumentale grafmonument in een bocht aan de Schelde te Sint-Amands), een brief van schrijfster Marie Gevers, een brief van Maurice Maeterlinck aan Verhaeren uit 1904, en foto’s van Verhaeren in zijn Henegouwse buitenverblijf en in zijn appartement in Saint-Cloud.
Met zicht op de Schelde
Een kunstluik maakt de tentoonstelling compleet. Sommige van de tentoongestelde werken waren nooit eerder te zien in Sint-Amands. Zo bijvoorbeeld de aquarel op papier Zicht op de Schelde en het eiland nabij Mariekerke (1932) van Léon Spilliaert. Andere werken die van de expo een geslaagd geheel maken: het monumentale, ongedateerde olieverfschilderij Zicht op de Scheldebocht en het graf van Verhaeren van Tony Van Os, Zicht op de kaai van Sint-Amands (1890) van Henri Permeke, de etsen De klokkenluider en De veerman van Henri Ramah, de potloodtekening Sint-Amandus (1918) van Fernand Khnopff, een potloodtekening van Verhaeren uit 1914 door zijn boezemvriend Constant Montald, diverse werken van Romain Steppe en ook een werk op papier van Anto Carte. Voor wie thuis is in de Belgische beeldende kunst van die tijd, zijn dit allemaal namen die even luid klinken als de klokken van de Sint-Amanduskerk in Verhaerens geboortedorp.
Prille liefdes op papier
Tot slot rest mij nog de tweetalige dichtbundel Les Tendresses premières/Prille liefdes (2019) aan te prijzen, een uitgave van de Leuvense uitgeverij P. De bundel bevat twee katernen met telkens acht sepiakleurige archieffoto’s uit 1899 van Alphonse Vercauteren. Ze tonen onder meer het veerhuis aan de kaai van Sint-Amands, zeilboten op de Schelde, de Sint-Amanduskerk en diverse straat- en natuurgezichten in het literaire dorp aan de Schelde, waar tweemaal per jaar een tweedehandsboekenmarkt plaatsvindt op de kaai, rond het standbeeld van Verhaeren uit 1985 van beeldhouwer Leopold Van Esbroeck.
Om de lezer te vergasten op een uitgebreider voorproefje van de bundel dan het hierboven overgenomen beginkwatrijn van het gedicht ‘Mijn dorp’, citeer ik hierna de eerste twee strofen van het verrukkelijke, lange gedicht ‘De uurwerkmaker’.
Voor de etalage waar wat ringen
En tal van prullen hingen
Hielden we ’s avonds halt
En staarden naar wat uitgestald
Was door de uurwerkmaker in zijn winkel;
We zagen hoe zijn lichte vingers
Met vliesdunne pincetten
Duizend veertjes waarvan goud af spette
Beroerden op een rek,
Maar plots, zoals een ouwe gek,
Hief hij zijn bleek gezicht naar onze groep,
Met in zijn reuzenoog die loep.
Mijn kameraadjes vluchtten weg: ze waren bang.
En vrees hield ook mij in bedwang,
Maar niettemin bleef ik toch staan,
Stokstijf voor het raam.
Het zwarte uurwerkmakeroog
Zwenkte naar alle kanten uit;
Een glanskatoenen elleboog
Gebaarde honderduit;
Hij floot, wat moe en traag, maar luid,
Een deuntje, welbekend in Vlaamse oren.
En op een keer liep ik naar binnen.
Ik wilde zien, ik wou hem horen:
Hij bracht me buiten zinnen.
Geraadpleegde bronnen:
Benno Barnard: Escaut! Escaut! Naglans van een dode wereld: Franstalige Vlaamse schrijvers rond 1900, Polis, Antwerpen, 2016
Paul Servaes: Emile Verhaeren. Vlaams dichter voor Europa, EPO, Berchem-Antwerpen, 2012
Stefaan van den Bremt: ‘Woord vooraf van de vertaler’, in: Les Tendresses premières/Prille liefdes, Uitgeverij P, Leuven, 2019
Rik Hemmerijckx: ongepubliceerde toespraak boekvoorstelling Prille liefdes, september 2019
Wikipedia
https://www.visitmons.nl/de-caillou-qui-bique-een-eigenaardig-natuurfenomeen-honnelles
http://www.emileverhaeren.be/nl/biografie
Info:
De tentoonstelling ‘Emile Verhaeren & Sint-Amands’ loopt tot zondag 1 december 2019 in het Emile Verhaerenmuseum, Emile Verhaerenstraat 71, 2890 Puurs-Sint-Amands. Tentoonstelling open tijdens weekends en feestdagen (11-18u) of op reservatie.
Voor meer info: www.emileverhaeren.be
Er is geen tentoonstellingscatalogus verkrijgbaar. Wel beschikbaar is de tweetalige dichtbundel Les Tendresses premières/Prille liefdes, Uitgeverij P, Leuven, 2019, 64 p., ISBN 978 94 92339 91 1.
Personen |
---|
Patrick Auwelaert (1965) schrijft recensies, artikels en essays over literatuur, muziek en beeldende kunsten.
In Waasmunster kan je nog tot 17 december kennismaken met een 25-tal vertegenwoordigers van de Dendermondse Schildersschool.
Rik Van Looy had geen talent om vergeten te worden. Glansprestaties waren in zijn geval de regel. Rik Torfs brengt een eerbetoon aan zijn gouwgenoot.