‘Het is de plicht, die uit de vrijheid groeit’, zo parafraseerde Christian Drosten, Duitslands toonaangevende viroloog in de strijd tegen covid-19, de beroemde woorden van Friedrich Schiller: ‘Es ist die Schönheit, die aus der Freiheit wächst’. Dit jaar was het de beurt aan de directeur van het ‘Institut für Virologie’ van het Universitair Ziekenhuis Charité in Berlijn om een redevoering te houden naar aanleiding van de geboortedag van Schiller (°10 november 1759). Vorig jaar had de groene politicus Cem Özdemir…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
‘Het is de plicht, die uit de vrijheid groeit’, zo parafraseerde Christian Drosten, Duitslands toonaangevende viroloog in de strijd tegen covid-19, de beroemde woorden van Friedrich Schiller: ‘Es ist die Schönheit, die aus der Freiheit wächst’. Dit jaar was het de beurt aan de directeur van het ‘Institut für Virologie’ van het Universitair Ziekenhuis Charité in Berlijn om een redevoering te houden naar aanleiding van de geboortedag van Schiller (°10 november 1759). Vorig jaar had de groene politicus Cem Özdemir het over ‘vrijheid en democratie in het spoor van Schiller’ (zie artikel Doorbraak). Drosten, een van de ontdekkers van het SARS-coronavirus, spitste zich in zijn online redevoering — daar zat corona uiteraard voor tussen — toe op vrijheid en verantwoordelijkheid als kernbegrippen in het denken van Schiller.
Niemands dienaar
Drosten begon — zoals het betaamt voor wie de prestigieuze ‘Schillerrede’ houdt — over datgene wat hij met de grote dichter uit Marbach (Baden-Württemberg) gemeen heeft: de studie van de geneeskunde. Maar geen van beiden, zo Drosten, hebben we geneeskunde praktisch uitgeoefend: ‘Hem (Schiller, nvdr) trok de literatuur aan, mij het medisch onderzoek’.
Als dichter streed Schiller voor de vrijheid. Denken we maar even aan de woorden die hij markies Posa in zijn Don Carlos laat richten aan de Spaanse koning: ‘Sire, geben Sie Gedankenfreiheit!’. Schiller zag zichzelf als een ‘Weltbürger, der keinem Fürsten dient‘, een wereldburger die geen enkele vorst dient.
Als een vrije en onafhankelijke vorser voelt Drosten zich in dit opzicht vertrouwd met Schiller. Ook de onderzoeker, de wetenschapper, is immers in de geest van de dichter ‘eine Art Weltbürger (…), der keinem Fürsten, sondern der Erkenntnis dient’, een wereldburger die in dienst staat van het vergaren van kennis. Vrijheid omvat voor Drosten drie dimensies. 1) De vrijheid van de wetenschap zelf. Hij heeft er zelf voor gekozen wat hij wil onderzoeken. Niemand schrijft hem daarin iets voor. 2) De methode, waarbij hij zich enkel van zijn eigen verstand bedient — hoe Kantiaans klinkt dit niet! — en enkel de feiten verantwoording verschuldigd is. 3) Het verstaanbaar en transparant communiceren van de onderzoeksresultaten ten bate van de maatschappij.
‘Pandemische imperatief’
De pandemie, zegt Drosten, is ‘kein unabwendbares Schicksal’, geen onafwendbaar lot. Hoe we haar in de greep krijgen, hangt af van ons persoonlijke gedrag. En daarvoor hebben we betrouwbare informatie nodig. En zo komt de bekende viroloog bij het tweede kernbegrip uit, dat van de verantwoordelijkheid. Hij herinnert eraan dat vrijheid voor Schiller niet losgekoppeld kon worden van de maatschappij. Daaruit leidt hij af dat de vrijheid slechts behouden kan worden wanneer ‘de mensen voor elkaar instaan en verantwoordelijk zijn voor elkaar’. Kort en bondig: ‘Hoe beter dat lukt, des te minder hebben we ingrepen van boven nodig.’
Omgekeerd: ‘Hoe meer onbedacht en egoïstisch ik handel, des te eerder moet de staat mijn vrijheid inperken om de samenleving evenals het welzijn van de andere mensen werkzaam te beschermen.’ Weer gaat Drosten over tot een parafrase, deze keer van de filosoof Immanuel Kant. Die had de universele plicht zo in zijn beroemde ‘Kategorischer Imperativ’ gegoten: ‘Handle nur nach derjenigen Maxime, durch die du zugleich wollen kannst, dass sie ein allgemeines Gesetz [wet] werde.’ Drosten vraagt zich af of we in de strijd tegen het coronavirus misschien niet een ‘Pandemischer Imperativ‘ kunnen gebruiken. In de zin van ‘Handele in einer Pandemie stets so, als seist du selbst positiv getestet, und dein Gegenüber gehörte einer Risikogruppe an’ (‘handel in een pandemie altijd zo als was je zelf positief getest en jouw medemens zou tot een risicogroep behoren’)?
Hard debat
Drosten ziet het als wetenschapper als zijn taak om mensen te helpen om een antwoord op deze vraag te vinden. Hij moet de methoden van zijn vakgebied verklaren, feiten van fictie onderscheiden en onzin bij naam noemen. Daarbij stelt hij vast dat de bijdragen van de wetenschapper ook ‘deel van een ongemeend hard gevoerd debat’ gaan uitmaken. Dat ze ‘met betrekking tot hun politieke, sociale en persoonlijke uitwerkingen bediscussieerd en met hoge emotionaliteit geëvalueerd’ worden. In zijn communicatie krijgt de onderzoeker te maken met twee probleemgebieden: dat van de ‘bijzonderheden van de actuele ontwikkeling van de pandemie’ en dat van het ‘begrensde begrip van de publieke opinie voor het proces van het wetenschappelijke vergaren van kennis’.
Koerscorrecties
Mensen zijn zich er wat het eerste betreft niet van bewust, aldus Drosten, dat virussen het potentieel hebben om zich ‘exponentieel te vermenigvuldigen’. Vandaar dat ze maatregelen om dit ‘groeipotentieel’ te verhinderen vaak als ‘overdreven’ brandmerken. Veel mensen zouden dus sceptisch staan tegenover ‘verdere beperkende maatregelen’. En ze hebben het er nog moeilijker mee om terugblikkend ‘preventieve maatregelen’ te waarderen. Dus om te erkennen dat iets niet gebeurd is ‘omdat het met krachtinspanningen vermeden werd.’
Wat het tweede probleemveld aangaat, merkt Drosten op dat het politieke handelen een heel andere logica dan het wetenschappelijk onderzoek volgt. Politici willen immers langdurige kadervoorwaarden scheppen, bang als ze zijn dat koerscorrecties als ‘teken van mislukking’ worden afgebrand. Maar die koerscorrecties zijn wel degelijk nodig waar het onderzoek nieuwe inzichten over het virus aan het licht brengt: ‘Gibt es etwas Neues, muss man seine Bewertung auch daran anpassen. So geht Wissenschaft nun einmal.’ (‘Is er iets nieuws, dan moet je je evaluatie daaraan ook aanpassen. Zo werkt wetenschap nu eenmaal’).
Schiller met masker
Drosten besluit zijn rede dan ook met het credo dat vrijheid, verantwoordelijkheid en communicatie samenvoegt ten dienste van de maatschappij: ‘Für die freie Wissenschaft ergibt sich also eine verantwortungsvolle Kommunikation als eine gesellschaftliche Verpflichtung.’ En daarom meent hij te weten wat Schiller zou doen, mocht hij vandaag leven: ‘Auch Friedrich Schiller würde Maske tragen.’