JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Vlaamse omzendbrieven faciliteitengemeenten plots ‘onrechtmatig’

Bart Laeremans28/6/2014Leestijd 5 minuten

Op 20 juni viel het langverwachte verdict van de Raad van State over de faciliteitenburgemeesters en meteen ook over de fameuze Vlaamse omzendbrieven. Het werd een ‘compromis à la Belge’, dat zoals steeds erg nadelig is voor Vlaanderen. Een opinie van Bart Laeremans.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Tot voor kort behoorden alle geschillen inzake de Vlaamse faciliteitengemeenten terecht tot de exclusieve bevoegdheid van de Nederlandstalige magistraten bij de Raad van State, net zoals de geschillen inzake de Franstalige faciliteitengemeenten zoals Komen en Edingen tot de bevoegdheid behoorden van Franstalige magistraten. Dat laatste is nog altijd het geval.

Sinds de BHV-hervorming is (enkel) voor de betwistingen uit de zes Vlaamse randgemeenten rond Brussel (en dus niet voor de faciliteitengemeenten in Wallonië) de tweetalige ‘Algemene Vergadering’ van de Raad van State bevoegd geworden. Deze is paritair samengesteld en wordt voor de helft van de tijd geleid door een Franstalige voorzitter, waardoor de Franstalige visie op de faciliteiten op dat moment bepalend is. Bij staking van stemmen heeft de voorzitter immers een doorslaggevende stem.

Eigenlijk is deze regeling intrinsiek onrechtvaardig: de interpretatie van de taalwetgeving in Vlaamse gemeenten wordt in belangrijke mate overgelaten aan de wil van – politiek benoemde – Franstalige magistraten.

De Vlaamse magistraten hadden zich in het verleden consequent akkoord verklaard met een beperkte en dus correcte interpretatie van de faciliteitenwetgeving. De faciliteiten waren destijds immers bedoeld als een beperkte uitzondering op het eentalig karakter van de betrokken gemeenten. Het ging om individuele tegemoetkomingen met de bedoeling het integratieproces te vergemakkelijken. Uit de parlementaire voorbereiding van deze wetgeving bleek ten overvloede dat het allerminst de bedoeling was om van faciliteitengemeenten tweetalige gemeenten te maken of nieuwe ‘minderheden’ te laten ontstaan.

Om die reden schaarde de Vlaamse kamer van de Raad van State zich achter de fameuze omzendbrieven van de Vlaamse regering, die oplegden dat de inwoners telkens opnieuw een vertaling naar het Frans moesten aanvragen. Het was dus niet toegelaten om registers aan te leggen van Franstalige inwoners die dan systematisch in het Frans konden aangeschreven worden, bijvoorbeeld (maar niet uitsluitend) naar aanleiding van verkiezingen.  

De ‘Algemene Vergadering’ heeft aan deze rechtspraak nu een einde gesteld. Het toeval wou dat er tegelijkertijd twee dossiers hangende waren: enerzijds het dossier van de niet-benoeming van Damien Thiéry uit Linkebeek (nu MR, vroeger FDF), anderzijds dat van Véronique Caprasse (FDF) uit Kraainem. Het dossier van Thiéry werd door de Raad van State behandeld onder het voorzitterschap van de Vlaming Roger Stevens, dat van Caprasse onder voorzitterschap van de Franstalige Eerste Voorzitter Yves Kreins.

Nieuwe interpretatie

In beide arresten komt de Raad van State nu tot een nieuwe interpretatie van de faciliteitenwetgeving. Daarin wordt de Franstalige interpretatie dat een eenmalige wens om in het Frans te worden bediend, zou volstaan om levenslang alle documenten het Frans te krijgen, bestempeld als ‘niet verenigbaar met de voorrangsstatus van het Nederlands’. Maar anderzijds wordt de visie van de Vlaamse regering (telkens welbepaalde stappen ondernemen als men Franstalige documenten wenst) voorgesteld als een ‘onevenredige inperking’ van de taalwetgeving. De omzendbrieven van de Vlaamse regering zijn hierdoor plots ‘onrechtmatig’ en het aanleggen van taalregisters wordt plots evident.

De Raad van State wordt zelfs heel concreet: wie op een systematische wijze in het Frans wil worden aangeschreven, kan dit per gewone brief aanvragen. Die aanvraag geldt voor vier jaar en kan telkens voor vier jaar hernieuwd worden. Er valt te verwachten dat de Franstalige meerderheidspartijen in de betrokken gemeenten nu aan alle inwoners en aan alle nieuwkomers zo’n standaardbrief zullen voorleggen, zodat met de aanleg van de registers kan gestart worden. Tot voor kort werden dergelijke registers door diezelfde Raad van State nog als illegaal en strijdig met de privacy bestempeld. Van het principe van faciliteiten als hulpmiddel tot integratie wordt dus voorgoed afgestapt.

Eigenlijk gaat dit allemaal bijzonder ver. De faciliteitengemeenten worden hierdoor in belangrijke mate tweetalig en zullen qua regime nauwelijks nog verschillen van Brussel. Heel straf is dat de Raad van State op eigen houtje een gedetailleerde regeling uitwerkt die normaal enkel tot het domein van de wetgever behoort. Helaas kan niemand dit verhinderen vermits er tegen zo’n arrest geen beroepsmogelijkheden bestaan. De tweetalige Algemene Vergadering van de Raad van State heeft zich ontpopt tot een regelrechte ‘Gouvernement des Juges’, die in de plaats mag treden van de wetgever en van de Vlaamse regering, en die een stuk van Vlaanderen ongehinderd mag verBrusselen.

Zoenoffer

Daarnaast wordt FDF’ster Véronique Caprasse in bescherming genomen: zij kan wel degelijk burgemeester van Kraainem worden, hoewel ze tegenover de gouverneur van Vlaams-Brabant duidelijk te kennen had gegeven dat zij de richtlijnen van de Vlaamse regering (inzake de oproepingsbrieven voor de verkiezingen) niet zou naleven. Volgens de Raad van State gaat het hier slechts om ‘mogelijke intenties, zonder dat haar enige concrete, feitelijke tekortkomingen ten laste worden gelegd’.

Tijdens de procedure had de Vlaamse regering nochtans opgeworpen dat bij de jongste verkiezingen van 25 mei het gemeentebestuur (geleid door ‘aangewezen burgemeester’ Caprasse) de instructies van de Vlaamse regering flagrant overtreden had met tweetalige oproepingsbrieven in alle brievenbussen. Maar de Raad van State (die in dit dossier dus werd voorgezeten door de Franstalige voorzitter Kreyns) doet hierover bijzonder huichelachtig: ‘Uit het verslag van de gemeenteraad blijkt dat niet geweten is wie de oproepingsbrieven bij de drukker heeft opgehaald en verspreid, en dat er weliswaar vermoedens bestaan, maar dat ze niet kunnen worden bewezen.’ Misschien werden de Franstalige oproepingsbrieven dus verspreid door de kabouters.

De Linkebeekse kandidaat-burgemeester Thiéry had reeds vaker Franstalige oproepingsbrieven verzonden en de Vlaamse regering hierbij openlijk geprovoceerd. Zijn niet-benoeming werd bevestigd, wellicht door toedoen van de Vlaamse voorzitter in deze procedure. Hij werd het zoenoffer waarmee de pil voor de Vlamingen wat verguld kon worden.

Nota De Wever

We herinneren er aan dat de beslissing van de Raad van State niet helemaal uit de lucht komt gevallen. In zijn onderhandelingsnota van oktober 2010 had toenmalig ‘koninklijk verduidelijker’ Bart de Wever reeds voorgesteld om met taalregisters te werken, waarbij de keuze voor Franstalige communicatie om de drie jaar moest worden bevestigd. Nadien werd dit in nota’s van Di Rupo en Beke uitgebreid naar zes jaar.

In het finale BHV-akkoord werd deze regeling niet gehandhaafd, maar werd beslist dat de tweetalige Algemene Vergadering van de Raad van State bevoegd zou worden voor deze zes Vlaamse gemeenten. Met het gekende resultaat. De Franstaligen hebben nu dus in heel grote mate hun zin gekregen.

In zijn analyse van beide arresten (verschenen op de webstek van Doorbraak op 23 juni) schrijft Mark Deweerdt dat de omzendbrief-Peeters niet het voorwerp uitmaakte van de procedure bij de Raad van State en dat deze dus niet vernietigd werd. Bijgevolg zou deze omzendbrief (en de latere versies ervan) onverkort van kracht blijven. Dat is enkel juist in theorie. De Raad van State heeft de visie die achter de omzendbrief verscholen ligt, uitdrukkelijk bestempeld als ‘onrechtmatig’. In de praktijk zal de Vlaamse regering de toepassing ervan niet meer kunnen afdwingen en zeker niet kunnen verhinderen dat er taalregisters worden aangelegd. De minste poging daartoe zal door de Franstaligen worden beantwoord met nieuwe gerechtelijke stappen, waarvan de uitkomst bij voorbaat vast ligt. De Algemene Vergadering van de Raad van State heeft de Vlaamse omzendbrieven wel degelijk onschadelijk gemaakt, ook al behoorde dit niet tot haar opdracht. Suggesties voor een doordacht Vlaams antwoord zijn meer dan welkom.

Foto © Reporters

Bart Laeremans Oud-senator voor het Vlaams Belang

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties