JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Wim Van Beeck: ‘De tijdsgeest verandert op alle vlakken’

Interview met Wim Van beeck

Wout Patyn12/7/2018Leestijd 5 minuten
Wim Van Beeck en Jürgen Constandt

Wim Van Beeck en Jürgen Constandt

foto © VNZ

Heeft de Vlaamse Beweging nog zin? Wim Van Beeck, voorzitter van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds, geeft zijn visie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Omtrent 11 juli praat Doorbraak met diverse spelers uit de Vlaamse Beweging. Vandaag Wim Van Beeck van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds.

Voor velen is Wim Van Beeck als voorzitter van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds (VNZ) een grote onbekende. Nochtans heeft hij al een indrukwekkend parcours afgelegd in de sociale sector, onder meer als topman van de Controledienst voor de Ziekenfondsen. Ook de politiek is hem niet vreemd, al heeft die microbe hem al wat losgelaten. En ondanks de dikwijls professionele spanningen omwille van zijn Vlaamsgezinde overtuiging, blijft hij zich met vol vertrouwen inzetten voor de Vlaamse Beweging en dat tot op de dag van vandaag.

Doorbraak: Wat betekent de Vlaamse Feestdag voor u?

Wim Van Beeck: ‘Als trotse Vlaming vier ik 11 juli vanzelfsprekend uitbundig. Mijn Vlaamse vlag ligt al klaar om uit te  hangen. En hoewel de Vlaamse feestdag voor mij veel betekent, merk ik op dat het niet gemakkelijk is om dit mee te geven aan mijn kleinkinderen. Uiteraard moeten die hun eigen mening vormen, maar het ligt me toch wel nauw aan het hart om die symboliek mee te geven.’

Kan ik dan veronderstellen dat u zich stoort aan de duivelsgekte door het Wereldkampioenschap Voetbal?

‘Ja en nee. Als Vlaams nationalist is het uiteraard niet fijn om te pas en te onpas Belgische vlaggen te zien opduiken in het straatbeeld, maar ik probeer me daarin niet op te jagen. Ik merk dat mijn kleinkinderen supporteren voor de Rode Duivels en ik probeer me dan ook wel in te houden. Een genuanceerde houding is hierbij het beste.’

U zegt dat het niet gemakkelijk is om de Vlaamse zaak nog door te geven aan uw kleinkinderen, maar ook in het algemeen aan de jongeren van vandaag. Heeft de Vlaamse beweging dan nog wel zin?

‘Absoluut. Zolang er nog mensen zijn die zich kunnen vinden in een onafhankelijk of zelfstandig Vlaanderen, of zelfs een confederaal België dan heeft de Vlaamse beweging nog zin. Voor mij is die beweging een samenspel van allerlei Vlaamse organisaties. Ik bekijk het dus iets abstracter. Ook het VNZ hoort hierbij en neemt de plaats in van bijvoorbeeld het Davidsfonds. Wat wel opvalt is dat de tijdsgeest op alle vlakken verandert. Zo is de verwijzing naar de kerk verdwenen en het verenigingsleven sterk verwaterd. Maar ook de ontvoogdingsstrijd heeft een ander karakter gekregen. De tijd van betogen is voorbij en de sociale media hebben die plaats deels ingenomen, al is het verschrikkelijk voor het niveau van het debat.’

‘Maar wat minstens even beduidend is, is dat de Vlaamse beweging ook een Nederlandse taalbeweging moet worden. Denken we maar onder meer aan de verdere verengelsing van het (hoger) onderwijs. Suggestie is misschien eens over de grens kijken naar Nederland waar nu het besef groeit dat de slinger te ver is doorgeslagen.’

Vaak wordt gezegd dat de N-VA als een stofzuiger door de Vlaamse beweging is gegaan. Kan u zich vinden in deze beeldspraak?

‘Persoonlijk vind ik die associatie niet kloppen. De N-VA is wel wat een duiventil geworden, maar dat is ongetwijfeld toe te schrijven aan haar sterke en snelle groei. Ik ben trouwens blij dat wij met het VNZ de partijpolitiek kunnen overstijgen.’

Voor u maakt het VNZ ook deel uit van de brede Vlaamse beweging. Wat doen jullie precies als organisatie binnen die context?

‘Wij zijn in de eerste plaats een wettelijke ziekteverzeker. Dit is en blijft onze hoofdopdracht. Daarnaast bieden wij ook enkele facultatieve luiken aan zoals onze hospitalisatieverzekering en organiseren we een hulpmiddelenwinkel ‘ComfoPlus’. Wij mogen dan wel een Vlaamse reflex hebben met onze pijler ‘Vlaams’ en de rol van Vlaams maatschappelijk voorbeeld vervullen als de mutualistische schakel in de Vlaamse beweging, het neutrale of ongebonden, wars van vakbonden en zorgverstrekkers zoals ziekenhuizen, poliklinieken en apotheken, is minstens even belangrijk. Parlementsleden van gelijk welke strekking zijn bij ons aangesloten. Het VNZ is een organisatie voor iedereen. Het VNZ is dan ook een ledenvereniging. Dit is een cruciaal onderdeel van onze werking en wij schenken er ook veel aandacht aan. Eigenlijk zijn wij een Vlaamse KMO binnen de Vlaamse beweging. We werken mee aan een beter en sterker Vlaanderen. Zo zetten wij druk, sensibiliseren mee de opinie …’

Hoe verloopt de relatie met de andere ziekenfondsen?

‘Als voorzitter is het niet mijn rol om die contacten te onderhouden. Daarvoor hebben we Jürgen Constandt als algemeen directeur die trouwens uitstekend werk levert. Als voorzitter zie ik mezelf eerder als strategisch manager. Het operationele blijft beperkt in mijn takenpakket. Maar ik kan wel zeggen dat wij goede partners met de andere Onafhankelijke en Neutrale ziekenfondsen zijn.’

Welke strategie heeft u dan voor ogen met het VNZ?

‘Groeien, groeien en blijven groeien, en financieel gezond blijven in een besparende maatschappelijke context. En we slagen aardig in die groei. Dagelijks hebben we circa 25 nieuwe leden, waarvan minstens een tiental omwille van Vlaamsgezinde redenen. 25% van onze leden zijn zelfs jonger dan 20 jaar! We hebben de ambitie om zo snel mogelijk 100.000 titularissen te halen, of circa 140.000 leden. Hopelijk kunnen we zo bijdragen aan de politieke roep om de Belgische sociale zekerheid te splitsen. Dit is ook ons adagium: “Splits zelf de sociale zekerheid door lid te worden van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds”’

Vandaag de dag is er een algemene terugval van het verenigingsleven. Hoe gaan jullie als VNZ daarmee om?

‘Die terugval is te wijten aan allerlei redenen, maar ik denk toch hoofdzakelijk aan de verregaande individualisering van de maatschappij die zich vandaag de dag volstrekt. Gezinnen zijn tweeverdieners dikwijls gestuurd door een consumptiedrang. Dit heeft uiteraard zijn weerslag op het verenigingsleven. Het VNZ als sociale organisatie verzet zich hier enigszins wel tegen.

Tijden zijn veranderd. Alles is wat minder mobiliserend, maar we kunnen niet anders dan stellen dat andere soorten van massamanifestaties wel hoog scoren en mobiliseren. Denk maar aan sport. De Ronde van Vlaanderen is fantastisch bezig! Maar ook de Rode Duivels nu, of festivals. En heel wat steden en gemeenten organiseren feesten ter ere van 11 juli. Het enige waar ik me soms aan stoor is dat alles super ‘plezant’ moet zijn en eerlijk gezegd kan dat wel eens ontaarden.’

Welke kansen en bedreigingen ziet u voor uw organisatie in de toekomst?

‘Er zullen altijd toevallige opportuniteiten opduiken en tegenslagen zijn. Maar we zijn op de goede weg. Wie de verschillende ziekenfondsen met elkaar vergelijkt, komt het voordeligst uit bij het VNZ. Maar momenteel zijn wij nog maar slechts 2% van het marktaandeel. 98% moeten we nog veroveren. Er is nog werk aan de winkel!

Er zijn zeker ook een aantal omstandigheden die een negatieve bijdrage kunnen leveren aan dit doel. Met als grootste bedreiging de inzichten van de politieke overheden met daarachter schuilend de ‘geëngageerde’ adviseurs die een bepaalde vooringenomen politieke stempel hebben. Dit kan ons het leven zuur maken. Ook besparingen, zoals op administratiekosten, kunnen ons de das omdoen. Gelukkig kunnen we dit  opvangen door onze sterke en constante groei.’

Welke positieve eigenschappen heeft het VNZ als organisatie?

‘Puur organisatiegebonden is ons aanvullend pakket (dus zowel de verplicht aanvullende als de facultatieve diensten) een van onze sterktes. Spontaan denk ik aan enkele originele diensten zoals ons tandvoordeel, tussenkomsten voor brillen en preventieve onderzoeken. Onze hospitalisatieverzekering, HospiPlus & AmbuPlus, is door Test-Aankoop in het laatste nummer van Budget & Recht zelfs uitgeroepen als beste koop voor een éénpersoonskamer in Vlaanderen. Ook ons MaxiPlan, een combinatieverzekering van remgelden en voor tandzorgen, hoorapparaten en orthodontie, mag er zijn. En misschien ietwat conservatiever, maar ons voorhuwelijkssparen is nog steeds met gewaarborgde interesten van 7,5% per jaar. Waar vind je dat nog elders? Nergens.’

En tegenovergesteld: welke zwaktes merkt u op in het VNZ als voorzitter?

‘Wij hebben als ziekenfonds nog op te weinig plekken een kantoor. Dit nadeel valt dan wel enigszins weg door de digitalisering, maar ook hierop moeten we sterker inzetten. We moeten meer mensen op ons online loket krijgen. Het wordt ook ruimschoots gecompenseerd door persoonlijk contact bij de mensen thuis door huisbezoeken te doen. Maar er kan gezegd worden dat het VNZ naamsbekendheid mist en de traditie nog steeds een rol speelt. De klassieke ziekenfondsen hebben op dat vlak veel meer slagkracht.’

Wat is de verhouding van het VNZ ten opzicht van de partijpolitiek?

‘Zoals al eerder aangehaald zijn wij partijneutraal. Al kan ik niet ontkennen dat Vlaams-nationale partijen aan het stuur gunstiger zijn voor ons. De relatie met de politiek is dubbelzinnig. Zo zijn er al enkele besparingsrondes geweest die ons moeilijk lagen. Maar besparen kan ook heel nuttig zijn, op voorwaarde dat het doordacht gebeurt. En dan is er ook het feit dat de huidige beleidsploeg, met onder meer Vlaams-nationalisten, heel wat overheidsdiensten vereenvoudigd of gefusioneerd heeft. Wij blijven echter een sociale organisatie, dus passen voor een afbraakpolitiek en Amerikaanse toestanden waar alles privé is en vaak onbetaalbaar.’

Hoe ziet u zichzelf groeien?

‘Persoonlijk? Als ik in de sector blijf, kan ik alleen nog groeien door voorzitter van de Landsbond te worden. De bovenbouw dus. Maar graag zou ik van het VNZ een sterk ziekenfonds maken met een groot marktaandeel. Dat ik kan meewerken aan de transitie van het VNZ van een kleine, neutrale ziekenbond tot een krachtige organisatie met intussen bijna 140 medewerkers en 115.000 leden doet me veel deugd.’

Wout Patyn is historicus en werkt als parlementair medewerker van Sander Loones voor de N-VA-fractie in de Kamer. In zijn thuisstad Harelbeke zetelt Wout in de gemeenteraad. Naast het politieke luik is Wout sterk begaan met het Vlaamse onderwijs. Later in het onderwijs stappen behoort zeker tot de toekomstplannen.

Commentaren en reacties