Vrije Universiteit van Amsterdam schrapt opleiding Nederlands
Inzicht in onze cultuur en geschiedenis verdwijnt
foto © Davidsfonds Zottegem
De Vrije Universiteit van Amsterdam kondigde aan de bacheloropleiding Nederlands (Literatuur en Samenleving) te schrappen. Volgens het universiteitsbestuur was de opleiding niet meer ‘rendabel’.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEen aantal weken terug kondigde de Vrije Universiteit van Amsterdam aan de bacheloropleiding Nederlands (Literatuur en Samenleving) te schrappen. Volgens het universiteitsbestuur was de opleiding niet meer ‘rendabel’. Slechts vijf bachelorstudenten hadden zich dit jaar ingeschreven waardoor het financieel niet meer interessant werd om de opleiding in leven te houden.
Het nieuws veroorzaakte heel wat ophef in Nederland. Toch kwam het voor hoogleraar Nederlands Lotte Jensen (Radboud Universiteit Nijmegen) niet zomaar uit de lucht gevallen: ‘Voor mij komt dat niet als een verrassing. Wij zijn ons als neerlandici al langer bewust van het probleem. Ik ben blij dat de publieke opinie van links tot rechts nu in beweging lijkt te komen en dat het besef doordringt dat er iets ernstigs aan de hand is.’
Het aantal studenten Nederlands is al langer tanende in Nederland. Maar niet alleen het aantal studenten vermindert, ook de interesse en de waarde die Nederlanders hechten aan hun Nederlandse moedertaal, cultuur en geschiedenis verdwijnt. ‘Met de geringschatting voor de literatuur waren we al vertrouwd, de minachting voor de taal en geschiedenis komt daar nu nog bij,’ schrijft schrijver Tommy Wieringa die zich ergert aan de onverschilligheid voor de eigen taal. In Vlaanderen zien we trouwens een gelijkaardige trend, al wordt die wat tegengegaan doordat studenten steeds twee talen moeten kiezen bij hun studiekeuze. Hoewel het mensen uit het vakgebied al langer alarmeerde, kaartten op het politiek terrein enkel de partijen Forum voor Democratie (FvD) en Partij Voor de Vrijheid (PVV) dit aan. Andere politieke strekkingen meden het onderwerp omdat het kadert binnen het identitair-nationalistisch debat. Maar sinds de bekendmaking van de beslissing de opleiding te schrappen, reageerde de politiek van links tot rechts verontwaardigd.
Verengelsing
‘Een optelsom van factoren’ benoemt Jensen het probleem. Op acht jaar tijd is het aantal studenten dat Nederlands gaat studeren gehalveerd (slechts 201 in 2018). Een teken aan de wand. De grote waarde die universiteiten aan het Engels hechten is slechts een van de factoren. Ook Vlaanderen ontsnapt niet aan de verengelsing, al zet die zich minder drastisch door dan bij onze noorderburen. Zo zijn in Nederland de meeste masteropleidingen Engelstalig. Dit creëert het beeld dat studies in het Engels meer waard zijn. Een perceptie die universiteitsbesturen mee uitdragen.
Zelfs in de opleiding Nederlands worden sommige vakken in het Engels gedoceerd. De wereld op zijn kop. Maar ook aan de Vlaamse universiteiten breidt het aantal opleidingen die in het Engels gegeven worden systematisch uit, al wordt dit aan banden gelegd (zo mag slechts 6 procent van de bacheloropleidingen in het Engels gegeven worden). Engels heeft een imago van moreel prestige en geleerdheid en verdringt zo het Nederlands als tweederangstaal. ‘Dit is heel ernstig. Het is een probleem van nationaal belang. Het kan niet zo zijn dat je de Nederlandse taak en cultuur niet op het hoogste niveau kunt beoefenen,’ beklemtoont Jensen.
Internationalisering
De verengelsing is sterk verweven met de internationalisering die universiteiten nastreven. Een gegeven dat doorgaans wordt voorgesteld als positief. Josse De Voogd, planoloog aan de Tilburg University, ziet eerder de nadelen en stelt het debat op scherp: ‘Ze is de morele imperatief van een kosmopolitische elite uit de Randstad. Wie tegen is, heeft iets uit te leggen.’ Dit zien we ook in verschillende reacties. Freddy Weima, directeur van Nuffic (de Nederlandse organisatie voor internationalisering in onderwijs) zegt: ‘Het is niet goed voor ons imago als we internationale studenten weigeren.’ Ook D66-Kamerlid Paul van Meenen waarschuwde voor ‘eigen-volk-eerst’. Het christendemocratische CDA wil beperkingen opleggen aan die internationaliseringstendens. Internationale studenten aantrekken brengt namelijk geld op.
Ook in Vlaanderen leeft deze internationaliseringsdiscussie. Peter Lievens, vicerector internationaal beleid aan de KU Leuven, is voorstander om het mogelijk te maken meer opleidingen in het Engels aan te bieden (afschaffing van de zes-procent-regel). ‘We zien veel talent vertrekken, zoals naar Maastricht, waar alle opleidingen in het Engels zijn,’ vertelt hij. Maar bij het Vermeylenfonds is een andere stem te horen. Die progressieve cultuurvereniging pleit ervoor om het Engels als enige internationaliseringstaal los te laten en uit te gaan van de aantrekkingskracht van ons eigen Nederlandstalig onderwijs. ‘Internationaliseren kan perfect in het Nederlands zelf en in andere vreemde talen dan het Engels,’ klinkt het. ‘Hier ligt voor ons hoger onderwijs nog een gat in de internationale markt.’
Afkalvende populariteit
Niet alleen de verengelsing drumt het Nederlands in een hoekje, maar ook de afkalvende populariteit van de studie is een belangrijke factor. Al op de schoolbanken in het middelbaar onderwijs bestaat de perceptie dat een talenstudie niet nuttig is. De focus is er doorheen de jaren verschoven naar wetenschap en techniek (cf. STEM-opleidingen in Vlaanderen: Science, Technology, Engineering, Mathematics). Het utilitaire wordt vandaag de dag hoog in het vaandel gedragen. Vandaar dat ‘het aanleren van vaardigheden’ centraal staat in het vak Nederlands. Vaardigheden die van pas kunnen komen in andere vakgebieden. De vroegere toewijding aan de eigen inhoud en voor cultuur, literatuur, taal en identiteit zijn naar de achtergrond verschoven. Maar ook de beroepsperspectieven worden dikwijls vernauwd tot het onderwijs. Precies alsof het uitsluitend een fabriek is voor toekomstige leerkrachten Nederlands. Scholieren weten te weinig welke mogelijkheden schuilen in de studie.
Naast de verengelsing en de afnemende populariteit van het vak, moeten universiteiten ook geld opbrengen. Hoe meer studenten, hoe meer centen in het laatje. Daardoor worden opleidingen met te weinig inschrijvingen geschrapt en nivelleert ons onderwijs. Een tendens die ook duidelijk te zien is in de Vlaamse hogescholen. Een opleiding wordt pas rendabel geacht vanaf 25 studenten. Jensen: ‘Van dat denken moeten we af. Het geeft geen zin om met de beschuldigende vinger te wijzen naar de politiek, maar duidelijk is wel dat we het belang van kennis anders moeten gaan wegen.’
Nochtans staat dit in schril contrast met wat de minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven (D66) een tijdje geleden terug zei: ‘Er is bij de hogescholen en universiteiten de afgelopen jaren veel accent gelegd op doelmatigheid en rendement, ervoor zorgen dat studenten zo snel mogelijk hun diploma halen.’ Een klare kritiek op het rendementsdenken en tevens een pleidooi voor de ‘bildungs- en verbindingsopgave van het onderwijs’. Dit pleidooi gewaarwording laten worden in een klimaat waar Nederlands verdwijnt aan de universiteiten zal een moeilijke opgave zijn.
Om het Nederlands terug op te waarderen stelde CDA-Kamerlid Harry Van der Molen voor om de Nederlandstalige bachelors meer geld te geven dan de bachelors die volledig in een andere taal worden aangeboden. Minister Van Engelshoven zou het onderzoeken.
Belang van Nederlands
Het verdringen van het Nederlands aan de universiteiten door het Engels is een probleem voor de academische wereld. Filosoof Ger Groot verwoordt het als volgt: ‘Taal is niet iets neutraals. Met het gebruik van de Engelse taal komt ook een heel wereldbeeld mee, iets wat we in toenemende mate zien in de academische wereld. Neem nu de economie, daar is de dominante visie het Angelsaksische economische model. Dat wordt gepresenteerd als vanzelfsprekend. Stel je iets anders voor, dan heb je iets uit te leggen.”
De kloof tussen de academische wereld en de samenleving daarbuiten wordt daardoor vergroot. Universiteiten willen zich aan de ene kant relevant tonen in de samenleving, maar tegelijk vervreemden ze zichzelf door het Engels zo alomtegenwoordig te maken. Populariseren van wetenschap wordt dus een pak moeilijker. In de samenleving is er vandaag de dag nochtans genoeg aandacht voor taal, cultuur en identiteit. Ook op de arbeidsmarkt blijft Nederlands, ook in internationale context, van belang. Een goede kennis van de moedertaal is namelijk noodzakelijk om andere talen onder de knie te krijgen. Taal is immers een verweven concept. De beheersing van de vaktaal Nederlands blijft dus absoluut een must. Het talenarsenaal uitbreiden met Engels, Frans of Duits zijn eerder waardevolle extra’s.’
Vlaanderen
Enkele maanden terug werd het taaldebat in Vlaanderen ook in Vlaanderen gevoerd. De koepel van het katholieke onderwijsnet besloot om een uur Nederlands te schrappen in het eerste jaar secundair in ruil voor het vak ‘mens en samenleving’. Net zoals in Nederlands bleef de verontwaardiging niet alleen beperkt tot de politieke hoek. Stijn De Paepe, de huisdichter van De Morgen schreef er het volgende over: ‘Neem nu dat fameuze STEM, waarbij een overdreven belang wordt gehecht aan alles wat technisch is. En aan “burgerschap”, “ondernemerschap”, dat soort nieuwlichterij waarvoor uren Nederlands worden opgeofferd, onder het mom “iedereen spreekt Nederlands, dus dat zullen de leerlingen elders wel oppikken”.’
Ondertussen publiceerden hoogleraren, schrijvers en prominente Nederlanders — 180 in totaal — een stevige brandbrief in De Volkskrant, waarin ze de regering oproepen de verengelsing stop te zetten.
Tags |
---|
Wout Patyn is historicus en werkt als parlementair medewerker van Sander Loones voor de N-VA-fractie in de Kamer. In zijn thuisstad Harelbeke zetelt Wout in de gemeenteraad. Naast het politieke luik is Wout sterk begaan met het Vlaamse onderwijs. Later in het onderwijs stappen behoort zeker tot de toekomstplannen.
Een samenhangend klimaatplan is in constitutioneel versnipperd België een illusie. Homogene bevoegdheden voor de deelstaten zijn de oplossing.
Luckas Vander Taelen en Piet Lamberts-Van Assche over Wagner, de Ring en waarom die zo bijzonder zijn.