JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Vooruit, heeft dat nog zin?

Karl Drabbe26/8/2017Leestijd 3 minuten

foto © D66

De nieuwe partij Vooruit wil een bovenlokale dorpspartijenpartij worden. Wie zit daar op te wachten?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op het moment dat CD&V Kortrijk op zoek moet naar een nieuwe kopman, wordt in diezelfde Zuid-West-Vlaamse stad een nieuwe partij boven de doopvont gehouden. Vooruit heet ze, naar het En Marche van Emmanuel Macron?

Alsof er niet al voldoende partijen zijn in dit land, gaan enkele oud-N-VA-leden in Kortrijk van start met wat ze een ‘platform’ noemen om lokale, onafhankelijke lijsten – genre Dorpspartij en Gemeentebelangen – te overkoepelen en te ondersteunen. Een heuse partij, naast de bestaande kleurpartijen, wil men niet worden. Maar het heeft er alle schijn van dat alsnog zou gebeuren. De lokale situatie in vele gemeenten leent er zich trouwens toe; in 2012 was de tweede grootste ‘partij’ in Vlaanderen immers al de optelsom van lokale stads- en dorpspartijen.

V&W

Vanop een afstand waren ook Hendrik Vuye en Veerle Wouters betrokken. Wat meteen doet denken aan een lokale ondersteuning van hun V&W-fractie in de Kamer. Zover komt het echter niet. Vuye erkent de initiatiefnemers van Vooruit wat advies te hebben gegeven. Maar voor hem en zijn sparring partner Wouters is het nog te vroeg om al beslissingen te nemen. De professor-politicus is duidelijk. ‘Wij hebben geen formele banden met Vooruit’. Hij is even formeel als het over de gemeenteraadsverkiezingen gaat: ‘Wij doen niets in 2018.’

Leefbaar Nederland

Vooruit neemt Nederland als model. Het initiatief doet op het eerste gezicht denken aan wat Leefbaar Nederland in het begin van deze eeuw betrachtte. De ‘koepelpartij’ Leefbaar Nederland was van onderuit opgebouwd, op basis van lokale Leefbaar-lijsten. Die hadden naargelang de gemeente en provincie een andere kleur en tonaliteit. Leefbaar Rotterdam was van in het begin behoorlijk rechts, Leefbaar Utrecht zat aan de andere kant van het politieke spectrum. En oud-PvdA’er Jan Nagel was er de nationale gangmaker van.

Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2002 poogde de koepel ook nationaal door te breken. Wat ook zou lukken met lijsttrekker Pim Fortuyn, al drong hij de partij een ideologisch programma op dat hem de koppositie kostte en hem uiteindelijk met zijn eigen Lijst Pim Fortuyn (LPF) naar de kiezer deed stappen. In 2007 ging de overkoepeling uiteindelijk aan interne verscheurdheid en financiële malversaties ten onder.

Bottom-up

Eigen aan lokale partijen zijn de vanonderop-stijl en -standpunten. Onafhankelijke lijsten lijken haast op burgercomités die gebeurlijk aan verkiezingen deelnemen. Al nemen vaak ook politici deel die zich al dan niet uit onvrede afscheurden van hun voormalige kleurpartij. Het zijn partijen die gemiddeld meer luisteren naar de inwoners, door de organisatie van tal van overleginitiatieven, en wars van ideologie en partijpolitieke belangen beleid voeren of oppositie voeren. In het belang van de burger zeg maar, een hoger is er immers niet voor die lijsten.

Peter Reekmans

Een groot voorstander van lokale partijen op lokaal niveau is wel Peter Reekmans. De ondervoorzitter van LDD en gewezen Vlaams Parlementslid voor diezelfde partij is burgemeester in Glabbeek voor de Dorpspartij. Hij schreef er vorig jaar een boek over: Dorpstraat-Wetstraat. Hij stelt in zijn analyse onder meer vast dat gemeenten (mede) bestuurd onafhankelijke lijsten financieel het gezondst zijn. Kiezers tonen overigens meer appreciatie voor het beleid van dit soort partijen. Volgens het gemeenterapport  van Het Nieuwsblad zijn de vijf Vlaamse gemeenten waar mensen het liefst wonen, eveneens gemeenten geleid door neutrale partijen.

Naar aanleiding van de boekvoorstelling van Dorpstraat-Wetstraat vorig jaar in september, nodigde Reekmans onafhankelijke burgemeesters uit. Zijn bedoeling was toen om te komen tot een kruisbestuiving van ideeën. Maar veel verder ging het niet.

Slagveld

Zelf heeft Reekmans geen banden met het nieuwe Vooruit-platform, al had hij wel een gesprek met de Kortrijkzanen. Hij gelooft er echter niet in. ‘Een goedbedoeld initiatief van lokale mensen, maar zij zullen zich eerst lokaal moeten bewijzen alvorens een nationaal platform uit te werken.’ Zoals het nu wordt voorgesteld lijkt het Reekmans alsof eerst een nationale structuur wordt opgezet, ‘maar dan kopieer je het model van de traditionele partijen.’

Of Vooruit nationaal potten kan breken en lokale partijen samenbrengen, is uiteraard koffiedik kijken. Vele gedupeerde en ontevreden N-VA-gemeenteraadsleden zouden er wel een alternatief in kunnen zien. ‘Maar wil je daarmee naar het slagveld,’ vraagt Reekmans zich af?

Avonturiers en malcontenten

Elke onafhankelijke Dorpspartij en Gemeentebelangen heeft een structuur, cultuur en beleidsvisie eigen aan het specifieke karakter van de gemeente waar ze opkomt, oppositie voert of het beleid uitmaakt.

Al die diverse groepen – de ene al wat groener, de andere al wat ondernemingsvriendelijker – samenkrijgen onder één koepel klinkt nobel maar lijkt niet realistisch. Een koepel uitbouwen die niet spontaan van onderuit groeit, en op diverse plekken met dezelfde naam wil opkomen – weten die afdelingen in pakweg Tienen en Kortrijk van elkaar? – lijkt al helemaal onbegonnen werk. Avonturiers en malcontenten zullen komen aankloppen om met de steun van het platform lokaal ook ‘iets’ te doen. Maar zoals Reekmans terecht stelt: trek je daarmee naar de verkiezingen?

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties