JavaScript is required for this website to work.
Media

Vrije mening of stilzwijgende zelfcensuur?

Ivan Van de Cloot15/5/2018Leestijd 3 minuten
Orwell – Essays – Everyman’s Library

Orwell – Essays – Everyman’s Library

Inzichten en mechanismen waarvan wij misschien denken dat ze eigen zijn aan onze tijd, werden door George Orwell met grote precisie beschreven.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Geregeld stelt een cynicus dat er geen probleem is met de vrijheid van meningsuiting omdat er niemand meer opgesloten wordt wegens het gebruik van dat recht. Wel inderdaad niet, of toch niet in dit land. De diepere vraag is of er echte diversiteit van opinie is, en indien niet wat daar dan de redenen voor zijn. Indien sommige meningen moeilijker geuit kunnen worden dan anderen, moeten we de zaken toch eens van dichterbij bekijken.

Je wordt in dit land niet zomaar fysiek belemmerd te zeggen wat je wil, maar wie een ongewenste waarheid uitspreekt ziet de effectiviteit van wat hij doet toch vaak sterk afnemen. Als je te open spreekt over dossiers die slecht vallen bij mensen met macht, dan wordt het snel problematisch. Experts weten wel wat ze best verzwijgen, en uiteraard is zelfcensuur soms zelfs gepast. Bedrijfsgevoelige informatie moet niet aan de grote klok wanneer ze grote maatschappelijke schade kan berokkenen als ze verkeerd begrepen wordt.
Te vaak echter worden man en paard bewust niet genoemd, terwijl meer transparantie wel degelijk in het algemeen belang zou zijn. In de Eurocrisis waren er regelmatig momenten waarop je zag dat sommige media ervoor terugdeinsden om het hele verhaal te brengen. Het gemakkelijkste is dan enkel die experten aan bod te laten komen waarvan men weet dat ze zich eerder bij de officiële versie zullen houden.

Zo was er het moment toen de Europese leiders hun big bazooka bekendmaakten en de indruk wekten dat ze daarmee de finale oplossing van de crisis hadden aangereikt. Zelf stelde ik toen dat er van een duurzame oplossing geen sprake was.* Het ging over virtueel geld, waarbij landen die onder de schuldenlast kreunden mee zichzelf waarborgden. Ik kreeg een storm van verontwaardiging over me heen en ving ook op dat de media die me aan bod brachten gecontacteerd werden. Blijkbaar voelden sommigen in de machtscirkels zich geroepen om aan te dringen op het enkel aan bod brengen van visies die meer aansloten bij de versie van de officiële instellingen. Dit terwijl in internationale media de propaganda ook al doorprikt werd, en het daarom ook maar een kwestie van tijd was dat dit ook dichter bij huis het geval zou zijn.

Geloof het of niet, maar als het over de Europese Unie gaat dan blijken de tenen nogal eens langer dan bijvoorbeeld over communautaire zaken. De Europese Unie is bij ons met taboes beladen. Wie in België ook maar een beetje kritisch is over wat gebeurt in de EU, wordt meteen afgeschilderd als onverantwoord. Terwijl een kritische houding in een democratie op elk bevoegdheidsniveau  alleen maar gezond is.

Man en paard

Directe interventie door een officiële instantie is nog zelden de reden voor het verzwijgen van maatschappelijk relevante zaken. Maar George Orwell stelde: ‘If publishers and editors exert themselves to keep certain topics out of print, it is not because they are frightened of prosecution but because they are frightened of public opinion.’** Hij sprak over ‘a general tacit agreement that it wouldn’t do‘ om bepaalde dingen luidop te zeggen.

Niet zelden wordt er een grotere vorm van zelfcensuur beoefend wanneer het gaat over kritiek op hen met macht. Orwell argumenteerde dat diverse publicatievormen met verschillende obstakels gepaard gaan en dat het daarom essentieel is dat deze elkaar kunnen complementeren. De dagbladen, boeken, film, radio, theater… we hebben ze allemaal nodig om te vermijden dat te veel zaken ‘not done’ zijn om te bespreken. Grote waakzaamheid omtrent de kracht van de vigerende orthodoxie om iemand het zwijgen op te leggen is steeds geboden. Als Orwell stelde dat ‘a genuinely unfashionable opinion is almost never given a fair hearing’, dan zou het hoogmoedig zijn om te stellen dat daar vandaag geen sprake meer van is.

Orwell probeert ons ook te behoeden voor de denkfout dat de intelligentsia sneller in de bres zal springen voor de vrijheid van opinie. Volgens hem was het eerder ‘de man in de straat’ die de houding aannam dat ‘everyone’s got a right to their own opinion’ terwijl diegenen die verwacht worden de bewakers van de vrijheid te zijn, als het erop aankomt (zoals in de oorlogsjaren waar Orwell over schreef) het nogal eens laten afweten.

Ook dit onderwerp moeten we proberen aan te snijden met de ratio, en zonder in onnodige overdrijving te vervallen. Zelf koester ik de reflex om me regelmatig de vraag te stellen waarrond vandaag taboes bestaan, wat niet mag uitgesproken worden. Vaak gebeurt dit laatste vanuit een misplaatst gevoel bij een deel van de elite, dat sommige dingen beter niet gezegd worden ‘omdat het onwenselijke gevolgen zou hebben’. Het is een beetje zoals Jack Nicholson uitroept in A few good man: ‘you can’t handle the truth’.

___________

* Knack 27 october 2011.
** George Orwell, The freedom of the press, London, 17-8-1945

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties