JavaScript is required for this website to work.
post

‘Vrijheid van meningsuiting is weerloos tegen linkse activisten’

Geen ideeënstrijd, maar een sociaaleconomisch vraagstuk

Sid Lukkassen22/7/2020Leestijd 5 minuten
Er is geen vrijheid van meningsuiting zolang u niet de eigenaar van het medium
bent maar slechts de gebruiker: dan is er slechts sprake van toegestane
meningsuiting.

Er is geen vrijheid van meningsuiting zolang u niet de eigenaar van het medium bent maar slechts de gebruiker: dan is er slechts sprake van toegestane meningsuiting.

foto © Public Domain Vectors

We moeten het bewustzijn kweken dat een institutioneel gecultiveerde intolerantie een gecoördineerd sociaaleconomisch tegen-netwerk vergt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Johan Sanctorum — zonder twijfel de beste publicist van Vlaanderen en misschien wel van Groot-Nederland — publiceerde een open brief om de vrijheid van meningsuiting te redden. ‘In de marge van bepaalde protestbewegingen, hoe legitiem ook, ontwikkelen zich vormen van intolerantie die neigen naar claims op morele suprematie, bekend als “wokeness“. Er tekent zich een cultuur af van de uitzuivering die mensen en groepen stigmatiseert of uitsluit.’ Ondergetekende werd door Sanctorum eervol gevraagd om mede te tekenen. De auteur ging akkoord en kondigde aan dat de inhoudelijke kanttekeningen achteraf wel zouden volgen.

Vrijheid van toegestane meningsuiting

In 2015 voorzag ondergetekende deze ontwikkeling reeds in Avondland en Identiteit. ‘Of het nu gaat om klimaatverandering, vrouwenstudies, kunst en cultuur, immigratiebeleid of ontwikkelingsstudies: hoewel het woordgebruik wijzigt keert de tegenstelling dader-slachtoffer steeds terug. De bepleiters van de goede zaak tegenover de kapitalistische klasse, inmiddels opgerekt tot de Westerling in het algemeen en in het bijzonder de blanke Europese man. Via diverse sectoren wordt zo toegewerkt naar een nieuwe morele orde waarin je niet meer kunt zeggen wat je denkt. Vrijheid van meningsuiting wordt vrijheid van toegestane meningsuiting.’ (blz. 26)

In de jaren die volgden op de publicatie is deze situatie uitsluitend verslechterd. De enige oplossing van dit probleem is het uitbouwen van een Nieuwe Zuil. De grondslagen en doelstelling daarvan definiëren we als volgt:

‘Realistische waarheidszoekers moeten zich in een politiek-correct tijdgewricht staande kunnen houden tegen deugers — dat kan alleen door het vrijdenken te ondersteunen met een sociaal-economische onderbouwing, wat wil zeggen standvastige samenhang en gemeenschapszin die beschermen tegen maatschappelijke uitsluiting en een zakelijk netwerk dat beschermt tegen broodroof.’

De zwakheid van mainstream rechts

Hierom worden de Doorbraak-lezers — en lezers in het algemeen — met uitnodigende warmte en nadrukkelijke klem aangespoord om mijn eerdere discussie hierover met Johan Sanctorum terug te lezen, evenals de analyse die uitlegt hoe Black Lives Matter de bestaande polarisatie en cultuuroorlog in een stroomversnelling brengt. Zolang de patriotten, nationalisten, realisten en conservatieven geen solidair samenhangend economisch netwerk vormen, zal er weinig veranderen. Behalve misschien een incidenteel schouderklopje op sociale media en off you go.

Eén voorbeeld is de katholieke leraar Timothy J. Gordon die werd ontslagen omdat hij kritiek gaf op BLM. Zelfs al was hij kostwinner en onderhield hij van zijn salaris zes kinderen. Inclusief een jonge dochter die herstellende was van een hersenoperatie. Gordon werkte nota bene op een katholiek instituut. Naderhand publiceerde Gordon over de zwakheid van mainstream rechts, over hun toegeeflijkheid en gebrek aan ruggengraat.

Rechts lijkt te denken dat er een soort ‘oorlog van ideeën’ woedt waarin alle argumenten worden gehoord. En dat dan de morele winnaar vanzelf wel naar voren komt. De realiteit is echter dat mensen hun mond houden vanwege hun sociale netwerk en zakelijke belangen qua connecties en status op het werk. ‘Als mijn baas mij kritisch hoort spreken over BLM dan zal hij mij niet meer uitnodigen op zijn barbecue omdat dan de kans bestaat dat zijn subsidieverstrekkers en zakenpartners ook dit standpunt horen en dit kan hem geld kosten — en ik heb die barbecue nodig voor mijn eigen loopbaanbevordering.’ Sowieso is er geen ‘Herrschaftsfreie Dialog’ omdat er aan alle kanten wordt gerommeld met algoritmes om het bereik van bepaalde berichten te versterken en andere kanalen juist dicht te knijpen.

Recht op deelname aan maatschappelijke communicatie

In de zojuist omschreven maatschappelijke situatie moeten we de vrijheid van meningsuiting afwijzen als uitgangspunt. Want de onevenwichtige representatie van standpunten — die men wel de links-liberale monocultuur noemt — is een institutioneel probleem. De taak om die eenzijdigheid aan te pakken ligt bij instituties. Het zijn zelfbevestigende bastions die vooral geluiden verwelkomen die het eigen gelijk bevestigen. Individuen kunnen onmogelijk opboksen tegen de macht van die ingegraven instituties. Toch legt het uitgangspunt ‘vrijheid van meningsuiting’ het probleem van de institutionele monocultuur bij individuen neer. In theorie heb je de vrijheid om een afwijkend standpunt uit te dragen — in de praktijk eindigt dan je loopbaan. Het uitgangspunt ‘recht op deelname aan maatschappelijke communicatie’ is een veel beter uitgangspunt. Dat is namelijk gericht op het praktisch realiseren van diversiteit in uitgedragen standpunten. Niet op het postuleren van een theoretisch recht.

Er is geen vrijheid van meningsuiting zolang u niet de eigenaar van het medium bent, maar slechts de gebruiker. Dan is er slechts sprake van toegestane meningsuiting. De eigenaar bepaalt via algoritmes en zoeksuggesties het zendbereik van de gebruiker. Daarom moet de discussie gaan over toegang tot gebruik van mediakapitaal, niet over vrijheid van meningsuiting.

Guilt by association

Ook in Nederland is er een open brief gepubliceerd zoals die van Johan Sanctorum. Onder meer Ayaan Hirsi Ali, Paul Cliteur en Eva Vlaardingerbroek ondertekenden hem. Interessant was de reactie van Chris Aalberts, die omschreef hoe iets hem tegenhield om mede te ondertekenen. ‘Dit manifest is vooral ondertekend door FvD’ers, een paar PVV’ers, wat scribenten van Opiniez en anderen uit de rechtse hoek. Hoewel dit manifest is ontsproten aan het brein van Leidse wetenschappers, houdt een grote meerderheid van het Leidse wetenschappelijk personeel afstand. Hoe zou dit toch komen?’

Wie dit goed leest herkent hierin dat vrijheid van meningsuiting alleen nog interessant is voor rechts. Dit omdat ‘guilt by association’ (en dus wat uw handtekening mogelijk betekent voor uw netwerk) belangrijker is dan de inhoudelijke zaak.

Cancel culture

Voordat ik afsluit met de conclusies moet ik daarom nog één voorbeeld bespreken, namelijk mijn ervaringen met een VVD-Kamerlid. Een klein jaar geleden was uw auteur haar genodigde. We bespraken toen de cancel culture evenals de invloed daarvan op het onderwijs en het academische landschap. Toen het proefschrift dan ter sprake kwam — en alle pogingen tot censuur die daarop gepleegd zijn — herhaalde zij steeds maar weer: ‘Maar ík zou nooit een werk van mijn hand laten censureren. Omdat het dan niet meer als mijn werk voelt. Het zou niet authentiek aanvoelen. Dan maar geen publicatie.’

Steeds bracht het Kamerlid het probleem terug van een institutioneel probleem — welke krachten zitten hier aan de knoppen, wie verdeelt het geld en de baantjes? Welke geluiden worden versterkt en welke mechanismen zijn hier werkzaam? — naar een individueel probleem. ‘Hoe voel je je erover dat dit jou overkomt?’ Later vernam de top van de partijscouting dit verhaal. Hij verklaarde het volgende: ‘Het is bekend dat zij in haar vorige baan ook steeds door de bocht moest om het management te behagen, het is erg gemakkelijk van haar om dit te zeggen.’

Nieuwe Zuil

Hierom onderstreep ik met klem dat ‘een recht hebben’ op vrijheid van meningsuiting weerloos is tegen het activisme van linkse activisten die feitelijk — op zowel individuele als georganiseerde wijze via sociale media — je werkgever onder druk zetten totdat je bent ontslagen. Of anders uw klanten wegpesten.

Ik verwerp de naïeve gedachte dat het claimen van vrijheid en een beroep op de spontane ruimdenkendheid van mensen ook maar een druppel zal veranderen. Juist moeten we het bewustzijn kweken dat een institutioneel gecultiveerde ongelijkheid een institutionele gecoördineerde respons vergt. Als dat bewustzijn ontbreekt zijn, helaas maar waar, open brieven leeg en zinloos.

Wat er nog over is van de middenklasse moet hierom een inwendig economisch netwerk vormen. Het moet zich losmaken van linkse overheidsubsidiestromen en woke grootkapitaal. Dit is kortom een Nieuwe Zuil: de enige, en uitsluitend de enige, manier om ons immuun te maken voor de cancel culture. Al het andere is wat we in Duiven noemen ‘zeik op de greep’.

Sid Lukkassen (1987) studeerde geschiedenis en filosofie. Hij is onafhankelijk denker, vrijwillig bestuurslid van de Vlaamse Club Brussel en inspirator van De Nieuwe Zuil. Hij schreef onder andere 'Avondland en identiteit' en 'Levenslust en Doodsdrift'. Hij promoveerde op 'De Democratie en haar Media'.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

Mathijs Schiffers beschrijft in ‘Brexit, Brussel, Brabant’ op een verstaanbare manier het reilen en zeilen van de Europese Unie. Het werk is ons boek van de week, verkrijgbaar tegen een voordeelprijs.