JavaScript is required for this website to work.
post

Vrijheid van onderwijs sleutel tot meer onderwijskwaliteit

Jonah Penninck en Thomas Buys 19/7/2021Leestijd 4 minuten

foto © Reporters / GYS

Eindtermen leiden tot administratieve rompslomp. Minimumdoelen worden als maximum gehanteerd. Zo organiseert de overheid kwaliteitsdaling.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Eerstdaags moet het Grondwettelijk Hof uitspraak doen over de al of niet gedeeltelijke vernietiging van het decreet voor de eindtermen. Jonah Penninck en Thomas Buys, respectievelijk nationaal voorzitter en secretaris-generaal van CDS (Christendemocratische studenten), pleiten voor meer vrijheid van onderwijs en minder regelneverij van de overheid.

Sinds het vastleggen van de eindtermen is er heel wat ophef ontstaan in het brede onderwijsveld. De topman van het katholiek onderwijs Lieven Boeve beschouwt de nieuwe eindtermen als ‘een aanslag op het DNA van het katholiek onderwijs’. Hij stapte daarvoor met meer dan honderd schoolbesturen zelfs naar het Grondwettelijk Hof. Er woedt zowaar een nieuwe schoolstrijd.

Wij willen het vrij onderwijs graag bijtreden in haar strijd. Vrijheid van onderwijs is een absoluut grondrecht dat enorm heeft bijgedragen en nog steeds bijdraagt aan de kwaliteit van ons onderwijs, maar waarin de overheid in steeds toenemende mate een verstorende rol speelt. Het grote probleem van de dalende kwaliteit in ons onderwijs: regelneverij.

Eindtermen als symptoom van wantrouwen

Deze overdreven organisatiedrift van overheidswege kadert in brede maatschappelijke en politiek culturele tendensen. Politici stellen zich niet meer terughoudend op bij het maken van nieuwe regels en wetten. Het draait tegenwoordig zelfs om zoveel mogelijk wetgevend werk te verrichten. Politici gedragen zich steeds meer imperialistisch ten aanzien van de vrije samenleving en haar – van onderuit organisch gegroeide – organisaties.

Subsidiariteit is voor ons als christendemocraten een leidend principe. De overheid mag niet interveniëren in een eenheid die zichzelf kan besturen. In het onderwijs heeft de overheid dat de laatste twee decennia in toenemende mate gedaan, waardoor ze steeds meer verstorend is gaan werken. Dalende kwaliteit is het pijnlijke gevolg. Men spreekt altijd over het gebrek aan vertrouwen van de burger in de politiek, maar omgekeerd is het evenzeer waar: de politiek vertrouwt de burger niet meer, en in het bijzonder hier het vrij onderwijs en de leerkrachten. De leerkrachten raken steeds meer vervreemd van hun beroep, omdat regelneverij hen steeds meer creativiteit ontneemt.

Afschaffen eindtermen

Een tijd geleden pleitte zelfs onderwijsexpert Dirk Van Damme voor het afschaffen van de eindtermen. In se werden de eindtermen opgevat als een positief project om gelijke kansen te verbeteren. Dat was toentertijd het grote werkpunt. We kunnen echter concluderen dat het niet heeft gewerkt. We kunnen er niet omheen dat net sinds de invoering van de eindtermen ons onderwijs aan kwaliteit heeft ingeboet. Het katholiek onderwijs heeft hier het zwaarst onder geleden. Zoals dat steeds gaat in de Vlaamse en Belgische politiek blijft men – bij gebrek aan creativiteit – beleidsinstrumenten hanteren die hebben bewezen dat ze niet werken. De discussie moet dan ook fundamenteel worden gevoerd. Wij pleiten alvast voor het afschaffen van de eindtermen.

Administratieve rompslomp

Leerkrachten zijn doorgaans sterk gekant tegen het concept van eindtermen. Het grote probleem is de waslijst aan administratieve rompslomp die komt kijken bij het bewijzen van het al dan niet behalen van de overheidsdoelstellingen. Er moet een diepgaand onderzoek komen naar de impact van de regels van de overheid op de kwaliteit van ons onderwijs. En meer bepaald op het gebrek aan tijd voor leerkrachten om nog te focussen op hun kerntaak: het lesgeven.

De voorbereiding van lessen en het tot stand brengen van dynamiek in die lessen, vraagt de nodige tijd van leerkrachten. Wanneer deze kostbare tijd opgaat aan het invullen van allerlei lijstjes, dan is het niet moeilijk dat de onderwijskwaliteit daalt. Willen we dat leerkrachten opnieuw toekomen aan hun kerntaak, dan moet de huidige planlast zonder taboes via onderzoek in kaart worden gebracht. De wetten die daarvoor verantwoordelijk zijn, moeten worden aangepast of op de schop. Echt werken aan de kwaliteit van ons onderwijs moet gericht zijn op het bijscholen en professionaliseren van de leerkrachten.

Minimum doelen als het maximum haalbare?

Verder zijn wij de eersten om toe te juichen dat men streeft naar meer onderwijskwaliteit. De lat mag hoger. Op het eerste gezicht zou dat kunnen door het omhoogtrekken van de minimumstandaarden via het instrument van de eindtermen. Dat was immers een probleem bij die eindtermen, die werden gezien als de minimum(!)standaarden die men máár moest behalen. Het is de inspectie die scholen op de vingers tikt wanneer ze “meer” dan de eindtermen durven te vragen. Wat minimumdoelen hadden moeten zijn, werd zo steeds meer gezien als maximumdoelen.

De overheid organiseert zo tweemaal de niveaudaling. De politiek maakt steeds dezelfde fout. Het zijn de neveneffecten van nog meer regels die stijgende kwaliteit onmogelijk maken. Hogere standaarden en minder kwaliteit, hoe kan dat? Onderwijskundige Orhan Agirdag (KUL) haalde al aan dat veel eindtermen in het ASO en TSO dezelfde zijn. Meer algemene vorming leidt tot minder specifieke vorming en aldus zullen heel wat leerlingen in het TSO de hogere kwaliteitsnormen niet halen.

Vrijheid en verantwoordelijkheid leiden tot kwaliteit

Dit sluit dan ook naadloos aan bij het volgende punt dat we wensen te maken: algemene doelstellingen maken maatwerk en de diversiteit van het pedagogisch project onmogelijk. Het opleggen van dergelijke doelstellingen door de overheid werkt verstorend in de onderwijsmarkt. Wij geloven er sterk in dat vrijheid en verantwoordelijkheid leiden tot kwaliteit. Het is net de eenheidsworst die onze onderwijskwaliteit achteruit doet boeren. Inclusiviteit en het – eerder ingevoerde – uitstel van de keuze via een brede eerste graad voorkomt het nodige maatwerk en de kwaliteit die daaruit voortvloeit.

Laat de diversiteit aan scholen de ruimte om zelf een pedagogisch project op te stellen, waarin ze sterk geloven. Enthousiasme en expertise van scholen en leerkrachten is essentieel in het kunnen overbrengen van kennis én vaardigheden op de leerlingen. Eenheid in verscheidenheid dient (opnieuw?) het motto te worden van een vernieuwde onderwijsmarkt. Met bv. scholen die zich focussen op de intellectueel sterke leerlingen of scholen die inzetten op inclusief onderwijs. Ouders en/of leerlingen kunnen de school kiezen die het best aansluit bij de noden van hun kind. Dit is enkel mogelijk door een overheid die zich terughoudend opstelt en de scholen de ruimte laat het eigen project uit te werken. Een overheid kan nooit het maatwerk voorzien dat kleinere actoren wel kunnen leveren. Beknot niet langer de vrijheid van onderwijs, maar omarm haar en herwaardeer haar. U zult zien, wij willen het u zelfs verzekeren, dat onze kwaliteit opnieuw in stijgende lijn zal gaan.

De auteurs zijn respectievelijk nationaal voorzitter en secretaris generaal van CDS (Christendemocratische studenten) sten

Commentaren en reacties