De val van Umberto Bossi
Umberto Bossi, stichter en gewezen partijleider van Lega Nord beschuldigd van datgene waar hij half Italië van beschuldigde.
foto ©
Het doek is gevallen over Umberto Bossi, stichter van de Italiaanse Lega Nord, beschuldigd van corruptie, fraude, witwassen …
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVandaag werd Umberto Bossi, de stichter van de partij Lega Nord, door het Italiaanse gerecht tot twee jaar en drie maanden effectieve celstraf veroordeeld wegens fraude met partijfinanciering. Er werd ook beslag gelegd op 48 miljoen euro aan bezittingen van de partij. Er zouden tussen 2008 en 2010 diverse valse verklaringen zijn voorgelegd aan het Italiaanse parlement waardoor er meer partijfinanciering werd toegekend dan waar de partij recht op had. Dit geld werd daarna hoofdzakelijk gebruikt voor persoonlijke uitgaven van Umberto Bossi en zijn familie. Het onderzoek werd dan ook ironisch ‘The Family’ genoemd door de onderzoeksrechters.
Dit schandaal betekende in 2012 bijna het einde van de Lega Nord. Verschillende topmedewerkers, waaronder partijsecretaris Belsito, werden toen beschuldigd van fraude en het witwassen van geld, tot in Tanzania toe. Verschillende kopstukken, waaronder Rosi Mauro, Roberto Caldiroli en Francesco Speroni kwamen toen in nauwe schoentjes. Ook de zoon van Bossi, Renzo Bossi, werd gedwongen om ontslag te nemen uit het regionale parlement van Lombardije wegens betrokkenheid bij de fraude. Hij bleek onder andere een universitair diploma in Albanië te hebben gekocht.
Francesco Belsito
Maar de centrale figuur in dit fraudeproces, naast de familie Bossi, is de voormalige nationale penningmeester Francesco Belsito. Hij is geboren in Genua, maar getogen in een migrantenfamilie afkomstig uit zuiderse Calabrië. Belsito is niet echt iemand die men bij de Lega Nord zou verwachten. De afkeer van de partij voor alles voor wat ten zuiden van de Noord-Italiaanse Po-vlakte ligt, is legendarisch. Slogans als ‘Roma Ladrona’ (‘Rome Dief’) en ‘Terroni Fuori’ (‘Zuid-Italianen buiten’) waren tot eind de jaren 90 en later, schering en inslag op partijbijeenkomsten. De naam ‘terroni’ komt van ‘terra’, wat ‘aarde’ betekent; terroni betekent ‘zij die het land bewerken’ of ‘boeren’ – zoals men in Brussel over de Vlamingen dacht. De ‘terroni’ van toen zijn vandaag ingeruild voor migranten uit het Midden-Oosten (moslims) en Oost-Europa (vooral dan Roma-zigeuners). Ze werken in het Europees Parlement samen met partijen die in dezelfde vijver vissen zoals het Front National en het Vlaams Belang.
Francesco Belsito, vandaag veroordeeld tot vier jaar en tien maanden, stapte in 2002 van Forza Italia van Berlusconi over naar de Lega Nord. Hij maakte een blitzcarriere binnen de rechts-populistische partij in de Noord-Italiaanse regio Liguria en schopte het in 2010 uiteindelijk tot nationaal penningmeester. Datzelfde jaar werd hij ook ondervoorzitter van Fincantieri, de grootste scheepsbouwer ter wereld, en staatssecretaris voor Administriatieve Vereenvoudiging in de regering-Berlusconi IV. Niet slecht voor een zoon van migranten uit Calabrië met twee valse diploma’s.
In maart 2012 werd hij samen met partijleider Umberto Bossi en enkele nauwe medewerkers beschuldigd van fraude, diefstal, witwassen en valse facturen. Ze zouden samen meer dan 50 miljoen euro hebben verduisterd. Enkele weken later nam hij ontslag uit al zijn functies en vloog hij, samen met enkele kleine vissen, uit de partij. Umberto Bossi mocht blijven, maar werd gedwongen om ontslag te nemen als voorzitter. Het werd het pijnlijkste moment uit heel zijn politieke carriere: De man die in 1992 op de ruïnes van ‘mani puliti’, het grootste politieke corruptieschandaal uit de Italiaanse politiek, zijn eerste grote politieke succes behaalde, viel nu zelf van zijn voetstuk. Van ‘Roma Ladrona’ naar ‘Lega Ladrona’ in nog geen 20 jaar. En tot groot jolijt van Zuid-Italië ten val gebracht door een nakomeling van de ‘terroni’. Kan het nog dramatischer?
Lega Nord na Bossi
Onder leiding van de nieuwe voorzitter Roberto Maroni, minister-president van Lombardije, werd de partij in 2012 wel grotendeels ‘gezuiverd’ van Bossiani (aanhangers van Bossi). Hij liet in 2013 symbolisch de naam ‘BOSSI’ van het verkiezingslogo vervangen door het bekende ‘PADANIA’. Het mocht niet baten, want bij de verkiezingen in 2013 haalde de Lega Nord nog slechts 4% van de stemmen. De partij was op sterven na dood. Roberto Maroni werd in 2013 opgevolgd door zijn poulain Matteo Salvini, die tot vandaag de touwtjes stevig in handen heeft. Bij de vorige verkiezingen stond er dan ook niet voor niets ‘SALVINI’ op het verkiezingsdrukwerk.
Onder zijn leiding sloeg de partij heel duidelijk weer de weg in van het xenofobe nationalisme. Al wordt de onafhankelijkheid van Padania niet meer zo openlijk beleden, toch is het nog steeds artikel 1 van het partijprogramma. Uit electorale redenen wordt er de laatste jaren echter weinig aandacht aan besteed. Begin dit jaar werd op het congres in Parma zelfs de slogan ‘Prima il Nord’ (‘Het Noorden eerst’) vervangen door ‘Prima gli Italiani’ (‘Italianen eerst’). De migrantencrisis, de ontevredenheid door de economische malaise en de vele slachtoffers van de Italiaanse bankencrisis, leggen de Lega Nord geen windeieren: bij de laatste peilingen scoorden ze maar liefst 14%. De partij wordt zeker een factor van belang bij de volgende verkiezingen.
Personen |
---|
Philip Roose (1979) studeerde geschiedenis in Leuven en Granada en marketing en management in Parma. Hij woont in Catania (Sicilië) en exporteert Italiaanse wijnen. Samen met Joost Houtman schreef hij het boek 'Bella Figura: Waarom de Italianen zo Italiaans zijn?' (Uitgeverij Vrijdag; verschijnt 31 mei 2018).
Woorden scheppen de realiteit, of toch de perceptie ervan. Philip Roose over de instrumentalisering van taal.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.