JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Waarom geen Vlaamse politieke of historische films meer?

Monopolie van het VAF ongezond

Freddy Sartor8/4/2020Leestijd 4 minuten
Stijn Coninx

Stijn Coninx

foto © Reporters

Veel Vlamingen vragen zich af waarom er sinds begin de jaren ’90 bijna geen politieke en historische films meer worden gemaakt in ons land.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Wie de voorbije week op Eén heeft gekeken naar Daens van Stijn Coninx, het meesterlijke historische portret van de sociaal bewogen Aalsterse priester Adolf Daens (met een prachtrol voor Jan Decleir), zal zich hebben afgevraagd waarom er sindsdien —  begin de jaren ’90 — bijna geen politieke en historische films meer zijn gemaakt. Wel nog een tweetal tv-series: de Kongofilm van Vincent Rouffaer en Het verdriet van België van Claude Goretta, naar de bekende roman van Hugo Claus.

Oscarnominatie

Voordien kon dat blijkbaar wel. Denken we maar aan Vrouw tussen hond en wolf (1979) van André Delvaux (over fascisme en politieke collaboratie in WO II), De Proefkonijnen (1980) van Guido Henderickx (over een vergiftiging in een chemisch bedrijf) en Hellegat (1980) van Patrick Lebon (over de teloorgang van de steenbakkerijbedrijfjes in de Rupelstreek). Zowel Henderickx als Lebon stamde uit het geëngageerde Antwerpse collectief Fugitive Cinema met Robbe de Hert als roerganger.

Eigenlijk had De Hert erg graag Daens zelf verfilmd met Frank Aendenboom als priester Daens. Het idee om het boek van Louis Paul Boon te verfilmen kwam trouwens van hem. Daens zorgde voor wat heisa op het filmfestival van Venetië, deed het uitstekend in de Vlaamse (dorps)bioscopen (ruim een miljoen toeschouwers) en haalde onder meer een Oscarnominatie binnen.

Waarom niet?

Waarom kan nu – terwijl er veel meer geld beschikbaar is voor de Vlaamse film – al bijna 30 jaar niet meer wat toen nog wel mogelijk was?

Eerst en vooral was het een huzarenstuk om Daens te maken. Het was een calvarietocht bijvoorbeeld om de financiering rond te krijgen. De dorpsbioscopen die hadden bijgedragen tot het succes van Daens verdwenen even later een na een, te wijten aan de moordende concurrentie van de multiplexen in de grote steden.

Ter vergelijking: in Nederland zijn nog meer dan 100 filmhuizen naast tal van multiplexen. Vlaanderen telt amper een vijftal zogenaamde filmhuizen naast de bekende bioscoopketens.

Vlaams Audiovisueel Fonds

En zo kom je terecht bij het begin deze eeuw gecreëerde Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF), een zelfstandig filmfonds dat jaarlijks een dotatie krijgt van de Vlaamse Gemeenschap. Het VAF subsidieert niet alleen de productie van films maar ook filmfestivals tot en met filmbladen.

Het VAF heeft dus het monopolie — nooit goed — over eventuele steun aan alles wat in Vlaanderen met film te maken heeft. Dat is alvast geen goede zaak gebleken en heeft de deur wagenwijd opengezet voor een ons-kent-ons vriendjespolitiek, het grote euvel trouwens waaronder de hele cultuursector kreunt. Het zou een interessante oefening zijn om even te checken naar wie (producenten en regisseurs) de afgelopen 20 jaren de subsidies zijn gegaan. Wie bij het VAF op sleutelposten zit en wat hun voorgeschiedenis was in de filmsector?

Onafhankelijk?

Zo was het hoofd ‘Publiekswerving’ van het VAF jarenlang betrokken bij de zeer omstreden beoordelingscommissies film (opgeheven na tal van onverkwikkelijke beslissingen ten tijde van Cultuurminister  Schauvlieghe). In de hoedanigheid van werknemer Cinematek en lid en voorzitter van deze beoordelingscommissie heeft hij onder meer het dossier over het Vlaams filmmuseum en -archief Leuven genegeerd en gekelderd! Hij was onder meer werknemer van Cinematek en zetelde in de raad van bestuur van het Wereldfilmfestival Mooov. Deze twee laatste organisaties kunnen nu met hun subsidieaanvraag terecht bij hun ‘vriend’! Ook al wordt de schijn hoog gehouden omdat elke aanvraag door een onafhankelijk (door hem samengestelde) comité wordt beoordeeld. Tja!?

Het zijn ook zogenaamde leescomités die over alle subsidies gaan. Wil men een projectsubsidie ontvangen moet het in een dergelijke leesgroep een (ruime) meerderheid halen. M.a.w. het project van de grootste gemene deler haalt het in 99 % , de projecten met een controversieel onderwerp vallen sowieso door de mazen van het net.

Persona non grata

Daarenboven wordt door nogal wat filmmakers, zowel jong als oud, steen en been geklaagd over het tekort aan expertise en deskundigheid van deze leescomités  En al helemaal niet te verdedigen is dat wie dat publiekelijk durft aan te kaarten persona non grata wordt en zich definitief buitenspel zet. Eerste maar lang niet het enige slachtoffer: Robbe de Hert.

Het resultaat is dat de Vlaamse film bol staat van flauwe, weinig relevante verhalen – als het al geen spinoffs van tv zijn – met te vaak dezelfde acteurs.

Bovendien moet elke maker nadien bij het VAF de (slechte) bezoekcijfers gaan verantwoorden. En dan te weten dat het VAF zich verre houdt van publiciteit voor de Vlaamse film… En dat hoe langer hoe meer Vlaamse films geen distributeur meer vinden. Cijfers — in 2019 gingen 40% minder toeschouwers naar een Vlaamse film — zeggen niet alles maar leggen wel het scheefgegroeide bioscooplandschap in Vlaanderen bloot, alle tax shelters (een belastingvoordeel voor wie in film hier investeert) ten spijt.

Je moet het Hollywood nageven. Daar krijgt elke belangwekkende gebeurtenis of figuur vroeg of laat een bioscoopfilm. En het hoeven heus niet altijd presidenten te zijn.

Gesneuveld?

Nochtans waren er de jongste jaren enkele spraakmakende filmprojecten onderweg. Zoals een satire rond de koningskwestie in een regie van Harry Kümel! Met Jean-Claude Carrière, de Franse scenarist par excellence als script doctor.

Wat is er geworden van de door Mark de Geest te regisseren film over de sabotage van een jodentransport in april 1943? Hij heeft het filmscenario dan maar neergeschreven in het boek: Transport XX, bestemming Auschwitz.

En voor wanneer is de verfilming van Wilhelmstrasse 119, Berlin het levensverhaal van Staf Knop, opgepakt in 1942 in Brussel, gedwongen tewerkgesteld in Berlijn, ontsnapt en zowel bij het verzet in Duitsland als dat in België verzeild? Stijn Coninx zou het regisseren.

Wordt het niet de hoogste tijd dat het VAF opnieuw kiest voor bioscoopfilms van maatschappelijk belang?

Freddy Sartor (1952) is beroepsjournalist, oud-hoofdredacteur van de filmtijdschriften Cinemagie (ex-MediaFilm) en het maandblad Filmmagie, tot 2006 bekend als Film & Televisie. Hij heeft een hart voor de Europese film en wereldcinema.

Commentaren en reacties