JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Welke lessen kunnen wij trekken uit Catalonië?

Laten we het zelfbeschikkingsrecht der volkeren eerst al eens in eigen land uitvoeren

Tom Vandendriessche18/2/2021Leestijd 5 minuten
De relevantie van de Catalaanse onafhankelijkheidsgeest anno 2021.

De relevantie van de Catalaanse onafhankelijkheidsgeest anno 2021.

foto © Ivan McClellan (CC BY 2.0)

De uitgangspositie dat het onafhankelijkheidsstreven van het ene volk onlosmakelijk verbonden is met dat van andere volkeren, klopt niet.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Elk volk heeft het recht zijn eigen toekomst te bepalen via een democratisch proces. Dat vormt de basis voor het volksnationalisme. In Vlaams-nationale kringen heeft dat principe diepe wortels. Immers, de emancipatie van Vlaanderen en de democratisering van België zijn gelijklopende en verbonden historische evoluties. Door het zelfbeschikkingsrecht der volkeren voor anderen te verdedigen dachten veel Vlaams-nationalisten meteen ook dat recht voor zichzelf op te eisen. Maar houdt dat eigenlijk wel steek?

Catalaans referendum

Toen op 1 oktober 2017 de Catalanen bij referendum voor de onafhankelijkheid kozen, was het niet verwonderlijk dat dat op brede sympathie in Vlaams-nationale kringen kon rekenen. De Spaanse centrale overheid reageerde met brute machtsmiddelen: de wapenstok, het gerecht, de gevangenis. De helft van de Catalaanse regering leeft ondertussen in ballingschap, de andere helft zit in de cel wegens misbruik van overheidsmiddelen bij de organisatie van het onafhankelijkheidsreferendum. Veel Vlaams-nationalisten reageerden terecht verontwaardigd. De onafhankelijkheid is dan wel geen realiteit geworden, het onafhankelijkheidsstreven leeft als nooit tevoren. Bij de Catalaanse verkiezingen afgelopen zondag vergrootten de partijen die voor onafhankelijkheid gaan, nog hun meerderheid.

Projectienationalisme

Tijdens de Zweedse regering stak de N-VA het hele communautaire programma in de diepvries. Het negeren van elke Vlaamse ambitie werd vervolgens gecompenseerd met overmatige aandacht voor de Catalaanse kwestie. Het projectienationalisme was geboren. De eigen staatkundige ambities die men niet wilde of kon realiseren, werden geprojecteerd op die van een ander. Dat is natuurlijk bijzonder eigenaardig, maar vooral ook heel erg steriel.

Buiten het produceren van hoogdravende retoriek, symboliek en decibels werd voor Catalonië geen enkel concreet verschil gemaakt. ‘Catalaanse onafhankelijkheid is N-VA geen regeringscrisis waard’ lazen we al de dag na het referendum in 2017. Na de Europese verkiezingen trad de Spaans-unionistische rechtse partij Vox zelfs tot dezelfde fractie toe als waar N-VA al lid was. Om de ijlheid van dat projectienationalisme nog eens te illustreren, voegde Vox er bij intrede flegmatiek aan toe dat ze eigenlijk N-VA liever in een andere fractie gezien hadden. Zitten en zwijgen dus.

Onderworpen stilstand

Wat echter erger is, is dat het Vlaams staatsvormend proces de voorbije jaren ernstige schade ondervonden heeft door de tweede poot van de N-VA-strategie: België proberen te doen werken. De communautaire diepvries van N-VA heeft veel Vlamingen ervan overtuigd dat staatshervorming helemaal niet prioritair is. Anders had N-VA dat toch wel gedaan met 33% van de stemmen?

Het projectienationalisme heeft bovendien veel Vlamingen ervan overtuigd dat er ook geen alternatief is voor de Belgische stilstand en de zelf gekozen onderdanige positie van de Vlaamse meerderheid. Enige machtsprojectie door een mogelijke Vlaams-nationale meerderheid in 2024 wordt zelfs afgedaan als een surrealistisch fantasme dat zonder twijfel naar de ondergang leidt. Immers, toont het Catalaanse voorbeeld niet aan dat een emotioneel of revolutionair referendum tot niets leidt en dus een rationeel of evolutionair pad te verkiezen is? Zelfs als dat de stilstand betekent?

Vlaanderen is Catalonië niet

Politiek is een strijd tussen belangen. En die belangen zijn specifiek aan een context en per definitie niet inwisselbaar. Bijgevolg is de politieke strijd niet dezelfde. De fundamentele uitgangspositie dat het onafhankelijkheidsstreven van het ene volk onlosmakelijk verbonden is met dat van andere volkeren, klopt simpelweg niet. De context is verschillend, de belangen zijn verschillend. Vlamingen zijn een meerderheid in België, Catalanen zijn een minderheid in Spanje. Vlaanderen ligt in het centrum van Europa, Catalonië ligt in de periferie. Vlamingen stemmen trouwens niet toevallig rechts en de Catalanen links. Vlaams-nationalisten zijn eurokritisch en willen een soevereine natiestaat, Catalaanse nationalisten zijn eurofiel en willen een provincie van de EU worden. Hetzelfde geldt voor de Schotten, de Corsicanen, de Bretoenen, etc.

Hoe sympathiek of gerechtvaardigd men hun onafhankelijkheidsstreven ook kan vinden, in de politieke realiteit heeft dat niets te maken met onze Vlaams-nationale ambities. Dat beseffen die andere volkeren trouwens zelf ook. Geen haan kraaide er in Barcelona om toen het Belgische systeem de grootste Vlaams-nationale partij (Vlaams Blok) verbood in 2004. Het was hun zaak immers niet.

Vlaamse Realpolitik

Volkeren die onafhankelijk willen worden, moeten daar zelf de wil toe uiten, maar bovendien door bestaande staten erkend worden. Die staten moeten met andere woorden belang hebben bij de oprichting van een nieuwe staat. Kosovo en Montenegro, bijvoorbeeld, werden onafhankelijk omdat ze dat niet alleen zelf wilden, maar andere landen er belang bij hadden om de Russische invloed op de Balkan terug te dringen en dus Servië op te splitsen.

Andere landen moeten dus belang hebben bij Vlaamse onafhankelijkheid. Die mag dus vooral geen voorbode van interne instabiliteit bij andere landen betekenen. Niet Catalonië, maar Spanje zal een onafhankelijk Vlaanderen moeten erkennen en opnemen in de internationale rechtsorde, of daar door andere bondgenoten daartoe verplicht worden. Of men dat nu graag hoort in of niet, dat is wel de realiteit.

De Vlaamse buitenlandse politiek en diplomatie moet dus daarop gericht zijn, op het promoten van de stabiliteit die ontstaat door de Vlaamse staatwording, eerder dan op het suggereren van instabiliteit in andere landen. Dat doen anderen trouwens ook. De Schotten bijvoorbeeld namen afstand van de organisatie van het Catalaanse referendum omdat de illegaliteit ervan hun wens om een nieuw legaal referendum te organiseren en dus hun eigen onafhankelijkheidsstreven, in het gedrang kon brengen.

België betekent instabiliteit

Omgekeerd, als België een bedreiging vormt voor de stabiliteit van andere landen, heeft men in het buitenland belang bij het uiteenvallen van België. Iedereen weet dat België een artificiële constructie is die gedoemd is te verdwijnen. Men is vooral verwonderd waarom het zo lang duurt. Talleyrand verklaarde in 1832 al: ‘Les Belges? Ils ne dureront pas. Ce n’est pas une nation. Cette Belgique ne sera jamais un pays, cela ne peut tenir’.

Tijdens de bankencrisis (2008) bevond België zich tegelijkertijd in een communautaire crisis. De Belgische instabiliteit bracht onzekerheid. Dat besmette andere landen. Dat bracht de hele eurozone in gevaar. Het buitenland heeft geen belang bij België, wel bij de stabiliteit in het hart van de Europese economie. Het Belgische systeem kreeg de duidelijke boodschap: los het op, of splits het land.

De CD&V blies vervolgens het kartel met N-VA op en pleegde electorale harakiri om België te redden. Niet verwonderlijk, dat is immers de reden van bestaan van zo’n traditionele partij. Het leert ons tot hoever die traditionele partijen willen gaan. Maar het leert ons ook hoezeer België kwetsbaar is eenmaal het een factor van instabiliteit blijkt te zijn. Een Vlaamse regering die assertief zijn eigen sociale, fiscale en begrotingskoers vaart, kan België onmiddellijk in de problemen brengen door de Europese begrotingsregels. De coronageldkraan, waarmee de Vivaldisten nu hun onderlinge vrede kunnen afkopen, zal ook niet blijven openstaan. Waar zijn we bang voor?

Vlaams front

Ondertussen zijn die traditionele partijen zodanig klein geworden dat ze de kloof binnen België niet meer kunnen overbruggen, zelfs al zouden ze dat willen. Er bestaat een reële mogelijkheid dat in 2024 Vlaanderen een Vlaams-nationale meerderheid krijgt die de traditionele staatsdragende partijen naar de oppositie kan verwijzen.

Laten we het volksnationale principe van het zelfbeschikkingsrecht der volkeren vooral eens eerst in eigen land uitvoeren. Dat veronderstelt een samenwerking tussen alle Vlaams-nationale krachten met respect voor de verschillen. Dat betekent niet dat men hetzelfde wordt, maar wel eenzelfde doel dient.

In Catalonië tonen de partijen alvast aan dat ze ondanks een nog grotere parlementaire meerderheid voor onafhankelijkheid ondertussen geen stap dichter gekomen zijn bij dat doel. Door het krampachtig vasthouden aan gefaalde strategieën uit het verleden en het door links opgedrongen cordon sanitaire kiest De Wever er bij ons schijnbaar voor om goede Vlaamse stemmen te gebruiken om de traditionele partijen opnieuw aan de macht te houden. Verdienen wij Vlamingen werkelijk niet beter?

Tom Vandendriessche is Europees Parlementslid voor het Vlaams Belang.

Commentaren en reacties