Wil het echte Vlaams Belang nu opstaan?
Tom Van Grieken heeft het moeilijk om racistische en andere onfatsoenlijke uitspattingen binnen zijn partij ondubbelzinnig te veroordelen. Dat kost hem geloofwaardigheid bij zijn fatsoeneringsmissie.
Tom Van Grieken, voorzitter van het Vlaams Belang.
foto © Reporters / QUINET
Tom Van Grieken poogt het Vlaams Belang in de etalage te zetten als een frisse bruid, maar het stinkend verleden (?) kan hem zuur opbreken
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe heruitgave van Zwarte Zondag had ik niet zien aankomen. De tweeverdienende, stedelijke en fietsende bubbel waarin ik mijn leven uitbouw is duidelijk geen goede habitat voor het Vlaams Belang, ik ken in elk geval weinig mensen die op het Vlaams Belang gestemd hebben. Het vaak gehoorde verwijt dat ‘mijn’ bubbel alle voeling verloren heeft met wie te maken krijgt met de echte problemen voelde op verkiezingszondag zowaar terecht aan: ik woon niet in een moeilijke wijk, ik ben niet rijk maar kan comfortabel leven, ik heb een aangename job, ik heb een leuk sociaal leven,…
Op de verkiezingsavond begon ik mijn door de jaren heen onwrikbare overtuiging dat het cordon sanitaire zinvol is te testen. Bij wijze van een door de nieuwe feiten uitgelokt gedachte-experiment stelde ik me de ‘wat als’-vraag: wat als het Vlaams Belang effectief zijn ranzige Filip Dewinter-verleden achter zich gelaten heeft en een min of meer fatsoenlijke rechts-conservatieve partij geworden is? Mijn stem zullen ze er niet mee winnen, maar moet de partij dan van de macht uitgesloten blijven? Ik weet niet in welke mate de persoon Tom Van Grieken mij zover gekregen heeft, maar de niet-provocerende en keurige houding die hij die zondagavond en eigenlijk tijdens de ganse kiescampagne aangenomen had, vond ik een verademing.
Racisme in de praktijk
De day after beheerste de verkiezingsuitslag uiteraard ook de gesprekken op de werkvloer. In een gesprek met een collega bij de koffieautomaat vertelde ik over mijn Tom Van Grieken-erlebnis van de avond voordien. Ons gesprek confronteerde me eens te meer met de onvermijdelijke beperktheid van mijn eigen standpunt. Dit evenwel op een manier die ook de criticasters van de bubbel van de zogenaamde gütmenschen eens aan het denken zou moeten zetten.
Ik duid even dat gesprek. Mijn van origine Vlaamse collega woont met haar Noord-Afrikaanse echtgenoot en vier kinderen in de Antwerpse Kempen. Hij heeft een vaste job, de kinderen zijn zo Vlaams als lintbebouwing, maar… ze hebben een donkere huidskleur. Ze vertelde me een handvol verhalen (is er een tegengesteld woord voor bloemlezing?) over hoe haar gekleurde man en kinderen aangesproken en behandeld worden door stadsgenoten, klasgenoten, de eigen familie in al haar onhandigheid, … Ze vreest, heel begrijpelijk, dat haar kinderen niet dezelfde kansen zullen krijgen als hun melkwitte leeftijdsgenoten. ‘Kan de leider van een partij die zich niet met zijn volle gewicht distantieert van de racistische vleugel binnen de partij wel fatsoenlijk genoemd worden?’, luidde haar retorische vraag.
Nieuwe oude partij
Haar vraag intrigeerde me. Zat mijn perceptie over die Van Grieken en zijn nieuwe oude partij dan zo fout?
Het verkiezingsprogramma 2019 van het Vlaams Belang lijkt me ethisch conservatief te zijn, op migratievlak is het heel rechts en op sociaal vlak steekt het hier en daar de linkse partijen naar de kroon. Op papier is dit programma geen vreemde eend meer in de woelige Europese vijver in 2019. Wanneer in Denemarken zelfs een sociaal-democratische partij met flink rechtse standpunten rond migratie uitpakt (en de verkiezingen wint), dan weet je het wel. In het vooralsnog hypothetische geval van een doorbraak van het cordon sanitaire valt met daaruit geplukte elementen wel een regeerakkoord te smeden dat verdedigd kan worden als niet-racistisch en niet-discriminerend. De zet van Tom Van Grieken om op zijn persconferentie de dag na de verkiezingen geen enkel breekpunt naar voren te schuiven, is een sterke strategische zet geweest. Het Vlaams Belang afserveren op dag één werd zo politiek gezien onmogelijk.
Drie weken later blijven Bart De Wever en Tom Van Grieken elkaar besnuffelen. Tot nu toe slaagt Tom Van Grieken er blijkbaar nog altijd in om het Vlaams Belang aan te prijzen als een gefatsoeneerde bruid, toch wanneer hij de regie zelf in handen heeft.
Goede oude tijd
Helaas heeft Tom Van Grieken niet altijd de regie zelf in handen. Tal van Vlaams Belang-coryfeeën en mindere goden achtten de laatste weken hun moment gekomen om eens lekker ouderwets te dwepen met nazistische symbolen, om Marokkanen heerlijk ludiek met ET te vergelijken, om voor (inderdaad ongepaste en irritante) trouwstoeten een speelse verbanning naar Turkije of Marokko te bepleiten, om alle schurft-, malaria- en tbc-migranten een Go Back-bus naar hun land van oorsprong toe te wensen met een brede glimlach, om als gevormde vrouw holebi’s die willen trouwen en kinderen krijgen ‘een brug te ver’ te noemen en om nog tal van andere dwaasheden de wereld in de spuwen, in tegenwoordige en ongetwijfeld ook in toekomende tijd.
Een keer zette Tom Van Grieken de hakken in het zand, toen die gevormde vrouw uit het zelfverklaarde boerengat Zedelgem verzoop in haar communicatie over de holebirechten. Niet het partijstandpunt, zo klonk het. Daar verdient hij krediet voor. Zeker omdat zijn inzichten in het onderwerp sinds 2011 grondig voortgeschreden zijn, getuige daarvan zijn toenmalige homofobe tweet over het nieuws dat Elio di Rupo premier zou worden (of de voorgaande vier zinnen ironisch moeten opgevat worden, zal de toekomst nog moeten uitwijzen). Zijn reactie op racistische of daarnaar stinkende uitlatingen is veel minder fors, als er al een reactie komt. Het gaat heel vaak in de trant van ‘niet mijn stijl (van humor)’, zonder uitdrukkelijk afstand te nemen van de inhoud van het bericht. Hoeveel zulke stijlfouten mag een partij maken vooraleer men kan spreken over een fundamenteel probleem, een probleem met het DNA van de partij? U leest het goed: het DNA van de partij, niet van al haar kiezers of van de Vlamingen als volk.
Daad en woord
Een politieke partij moet niet enkel beoordeeld worden op zijn partij- en verkiezingsprogramma. Ze moet dat programma ook uitdragen in daad en woord. Zeker voor het Vlaams Belang, dat decennia garen gesponnen heeft met de provocerende vechtjas Filip Dewinter, kan zo’n transitie niet zonder blutsen en builen gebeuren. De uitschuivers van mandatarissen en leden moeten dan wel kordaat door de partijleiding veroordeeld worden.
Zelfs als het Vlaams Belang het honderd procent zou menen met zijn fatsoeneringsmissie, dan nog laat het huidige patroon van halfslachtige reacties op die uitschuivers veel ruimte voor twijfel bestaan. Was die missie trouwens niet gedoemd om te falen van zodra Dries Van Langenhove lijsttrekker werd van de federale Vlaams Belang-lijst in Vlaams-Brabant?
Verantwoordelijkheid opnemen
Indien het Vlaams Belang racisme en discriminatie binnen zijn rangen niet scherp veroordeelt, dan zal een deel van zijn kiezers dit beschouwen als een legitimering ervan. Bart De Wever en zijn onderhandelingsteam houden daar best rekening mee bij de vorming van een nieuwe Vlaamse regering. Racisme en discriminatie staan immers haaks op de maatschappijvisie van de N-VA, met name het inclusieve nationalisme.
Achter het gegoochel met concepten en termen zitten echte mensen, mijn collega en haar gezin bijvoorbeeld. Laat ons hopen dat zij niet moeten leven in een Vlaanderen waar racisme en discriminatie de wind weer in de zeilen krijgen. Als Tom Van Grieken bijna als een staatsman exclameert dat het Vlaams Belang zijn verantwoordelijkheid wil opnemen, dan ligt die precies in het racisme- en discriminatievrij houden van zijn discours, in daad en woord. En in het op sleeptouw nemen van zijn talrijke medestanders om dat ook te doen. Als dat gebeurt, dan hebben we echt met een nieuwe partij te maken.
Personen |
---|
Steven Vandenborre (°1979) is jurist van opleiding. Toch streeft ook hij naar een rechtvaardige en leefbare wereld. Als voormalig voetballer bewondert hij spelers die zowel links als rechts uit de voeten kunnen. Hij gaat al lang niet meer naar heilige huisjes, hij ziet ze ook liever niet opduiken in discussies.
Welk facet van de kolonisatie van Congo ook belicht wordt: België draagt een verpletterende verantwoordelijkheid.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.