Winnares Gouden Palm Cannes spaart Macron niet in speech
Justine Triet triomfeert, maar haar speech verdeelde de meningen.
foto © Belga
Een relletje is altijd meegenomen en daar zorgden zowel de openingsfilm als de slotceremonie van dit filmfestival in Cannes weer graag voor.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementZowel de openingsfilm als de slotceremonie van de 76ste editie van het Filmfestival van Cannes zorgden voor een relletje en verdeelden de Franse filmwereld.
Trie(s)t
Er werden al vraagtekens geplaatst bij de keuze van de openingsfilm, het bijzonder matige Jeanne du Barry. Zowel hoofdactrice/filmregisseur Maiwenn als hoofdacteur Johnny Depp zijn geen onbesproken figuren. Depp kreeg in Cannes alvast rehabilitatie. Meer voor zijn aanwezigheid ter plekke dan voor zijn quasi afwezigheid in de film.
Dat de Gouden Palm, de hoofdprijs van deze editie – vrij verrassend toch – ging naar het vrij litteraire Anatomie d’une chute van de Française Justine Triet kon nog wel. Maar dat de filmmaakster tijdens de uitreiking van de Gouden Palm de trieste of drieste neoliberale politiek van president Macron op de korrel nam, zorgde in de zaal al voor applaus en gejoel.
Pensioenleeftijd
Triet laakte de manier waarop Macron het protest tegen het optrekken van de pensioenleeftijd van 62 naar 64 jaar negeerde. En dat – vrij vertaald – de neoliberale culturele politiek het de auteursfilm alsmaar moeilijker maakt. Het eerste was bedoeld voor intern Frans gebruik want het betere werk in Cannes kwam van (bejaarde) cineasten zoals Scorsese, Wenders, Erice, Kaurismaki, Bellocchio en Loach die de pensioengerechtigde leeftijd al heel lang zijn gepasseerd.
In het andere geval is enige waakzaamheid zeker aan de orde. Frankrijk is met een productie van 287 films vorig jaar en een investering van 1,18 miljard euro nog altijd het filmvriendelijkste land van Europa. Mee dankzij een unieke vorm van financiering – een klein percentage op elk bioscoopticket wordt opnieuw geïnvesteerd in de Franse film. En in coproducties met tal van andere landen, uiteraard Afrika maar ook in de Franstalige film in België en zelfs in de onafhankelijke Amerikaanse film.
Tumult
Triets bezorgdheid kreeg via Twitter meteen wederwoord van de Franse minister bevoegd voor cultuur Rima Abdul Malak en veroorzaakte een reeks columns in de Franse pers. Enig tumult komt een filmfestival altijd goed uit. Al dreigde het deze keer de bekroonde film zelf van Triet te overschaduwen. Anatomie d’une chute was aanvankelijk geschreven als tv-serie – dat voel je – maar Triet heeft bij de producenten erop aangedrongen om er een bioscoopfilm van te maken.
Triet schetst een gerechtsdrama. Een man wordt dood gevonden aan zijn chalet. Zelfdood of doodslag? Zijn echtgenote is meteen verdacht want in een van haar boeken heeft zij precies beschreven wat er zou kunnen gebeurd zijn. En van wat vooraf ging aan de dood van de man bestaat een audio-registratie. Een uitstekend geschreven, razend spannende plot maar het is en blijft een praatfilm. Weliswaar met het 11-jarig zoontje van het koppel en de hond des huizes – terecht winnaar van Le palme dog – in bijzondere rollen.
Goed en kwaad
Dan waren de jury’s van twee andere belangrijke filmprijzen beter bij de les.
Vertegenwoordigers van de internationale pers, de Fipresci, kozen The Zone of Interest van Jonathan Glazer als hun film van het festival.
Het sereen gefilmde The Zone of Interest, naar het gelijknamige boek van Martin Amis – de auteur overleed de dag dat zijn film in Cannes in première ging – is het hallucinante verhaal van Rudolf Hoss. Anno 1942 leidt de commandant met zijn gezin een idyllisch leventje vlak bij de muur rond het uitroeiïngskamp van Auschwitz. Niks aan de hand? Alleen op de klankband hoor je af en toe menselijke kreten en een geweerschot en zie je zwarte rook uit de schoorsteen walmen.
De film laat je verbijsterd achter en doet heel erg actueel aan. Russische oligarchen leven vandaag rustig hun luxeleventje voort terwijl het Rusland van Poetin in Oekraïne een absurde vernietigingsoorlog voert. De getalenteerde Britse filmregisseur Glazer stak zijn ontgoocheling niet weg. Hij kreeg de Gouden Palm niet, maar ‘slechts’ de tweede prijs: Le Grand Prix!
Tegenover de banaliteit van het kwaad staat de eenvoud van het schone. In de ogen van de Oecumenische Jury was Perfect Days van Wim Wenders de beste film. Het gegeven is even simpel als puur. Hirayama – de acteur kreeg de prijs voor beste acteerprestatie – maakt elke dag consciëntieus de openbare toiletten in Tokyo schoon. Hij is een man van weinig woorden maar hij leeft op wanneer hij in zijn busje zijn cassettes afspeelt met sixties hits (van The House of the Rising Sun tot Perfect Day van Lou Reed), een klein plantje aan zijn collectie thuis toevoegt en met een oud toestel zwart-witfoto’s maakt van het zonlicht dat door het gebladerte van de bomen priemt.
Wim Wenders bij de uitreiking: ‘We wilden echt een spirituele film maken. Voor het hoofdpersonage zijn planten, bomen en licht de bakens in zijn leven.’
Palmares
De vorige editie van Cannes was een grand cru, al was dat niet van het palmares af te lezen. Dit jaar was de kwaliteit van de 21 films in competitie veel minder sterk maar stelde de jury wel een evenwichtig palmares samen. Met de Prix du Jury voor Fallen Leaves van de Fin Aki Kaurismaki, zelf een fervent drankorgel. Elke zorgvuldig uitgelichte en ingekleurde scène van aantrekken en afstoten in deze nostalgische love story tussen twee ‘verworpenen der aarde’ straalt een nauwelijks te peilen melancholie uit.
Verrassend op het palmares – Prijs voor de beste regie – want door de filmpers maar matig geapprecieerd was La passion de Dodin bouffant van de Franse-Vietnamese filmer Tran Anh Hung. De liefde van de man gaat door de maag zegt het spreekwoord. Dat is nu net het thema van het even smaakvolle als smakelijke Le pot-au-feu (stoofpotje) die anno 1885 door Eugenie wordt geserveerd. Terwijl de gastheer – een fijnproever net zoals het gezelschap vrienden/genodigden – met groot ongeduld wacht tot de deur van de slaapkamer van Eugenie ‘s avonds eens op een kier komt te staan. Een van de notabelen die komt genieten van Eugenie’s kookkunst wordt gespeeld door de enige Vlaamse acteur in een competitiefilm, Jan Hamlenecker. Hij is het die tijdens dat eetfestijn de gevleugelde woorden spreekt: “God schiep het water, de mens de wijn.”
België
Augure (Omen) van de in Gent residerende Baloji kreeg in Cannes in de nevensecties Un Certain Regard de Prijs van “een nieuwe stem”.
In Augure reist Koffi terug naar zijn geboortestreek in Congo in gezelschap van zijn witte echtgenote die zwanger is van een tweeling. Door zijn moeder noch zijn vader wordt het koppel evenwel met open armen ontvangen. Integendeel. Hun zoon is in hun ogen nog altijd drager van het teken van zabolo, de duivel. Baloji dropt zijn hoofdpersonages genadeloos in een fantasierijke, woelige magische wereld van eeuwenoude tradities, maskerades, bijgeloof en jeugdbendes die de realiteit ver overstijgt.
Augure – nochtans met een Vlaamse insteek – kwam tot stand zonder steun van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF). Een gemiste kans.? Het Nederlandse Filmfonds deed wel mee.
Virginie Efira, de Belgische actrice, ongemeen populair in Frankrijk, was tot tweemaal toe te zien in de rol van een moeder die het hard te verduren krijgt. In L’ Amour et Les forets van Valerie Donzelli (**, normaal volgende week in de bioscoop), naar de gelijknamige roman van Eric Reinhardt, wordt zij, Blanche, halsoverkop verliefd op een kerel met de naam Lamoureux die haar beetje bij beetje begint af te sluiten van de buitenwereld. Liefde wordt een ijdel begrip. Virginie Efira geeft doorgaans de voorkeur aan sterke, zelfstandige vrouwenrollen maar in deze naturalistische gezinskroniek over huiselijk geweld dreigt zij het onderspit te delven.
Ook in Rien a perdre van Delphine Deloget weigert Efira in een slachtofferrol te kruipen. Na een banaal akkefietje wil gezinshulp de jongste zoon bij haar weghalen om hem bij een pleeggezin onder te brengen. Hartverscheurend om zien hoe de moeder tegen beter weten in vecht en blijft vechten voor een thuis – haar woonst – voor haar twee zonen.
Jane Fonda
Een andere sterke persoonlijkheid en filmster maakte haar opwachting in Cannes waar zij voor een overwegend jong publiek onder meer kwijt wou hoe zij de activiste is geworden die ze vandaag is.
Jane Fonda: ‘In 1970 ben ik militant geworden door de oorlog in Vietnam. Ik had pas in Barbarella gespeeld en woonde met regisseur Vadim in Parijs. Daar ontmoette ik Amerikaanse soldaten die waren gedeserteerd. Toen zij vertelden wat er echt aan de hand was in Vietnam, kon ik mijn oren niet geloven. Een van hen gaf me The Village of Ben Suc van Jonathan Schell te lezen. Dat boek heeft me veranderd. Ik moest terug naar de VS, ik wou geen pacifiste zijn en tegen de oorlog van de VS in Vietnam vanuit Frankrijk. Drie jaar lang heb ik (ex-)soldaten en hun echtgenotes geïnterviewd. En met dat materiaal hebben wij, regisseur Hal Ashby en ik als hoofdactrice en producente Coming Home (1978) gemaakt.’
Freddy Sartor (1952) is beroepsjournalist, oud-hoofdredacteur van de filmtijdschriften Cinemagie (ex-MediaFilm) en het maandblad Filmmagie, tot 2006 bekend als Film & Televisie. Hij heeft een hart voor de Europese film en wereldcinema.
Het psychologisch drama ‘Milano’ schetst de problematische relatie van een afwezige, alleenstaande vader met zijn dove puberzoon.
‘Moslimhater valt kerstmarkt aan’: het leek voor vele media een haast verfrissend discours. Maar heel wat vragen blijven onbeantwoord.