Winnen in de media, verliezen in de stembus
‘Het verschil tussen informatie en opinie is dood’
Als de progressieve elite niet van koers verandert, schuift ze uit beeld. Verder dan goed is voor een stevige democratie.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementNeen, hier is geen plaats voor een zoveelste mening over de VS, van Ronald naar Donald, over de Pietendiscussie. Van ons krijgt moraalfilosoof Patrick Loobuyck (UA) en) het laatste woord: het Pietenpact heeft de indruk gewekt dat er top-down iets is beslist. En fans van Zwarte Piet denken inderdaad dat de weldenkende beeldenstormers hun agenda door de strot van de gewone mens willen duwen. Maar mensen voelen zich verbonden door taal, media en gedeelde ruimte, maar ook door een aantal gemeenschappelijke culturele referenties, feesten, tradities en gebruiken. De negatie hiervan leidde mee tot de brexit, Trump en het succes van nationalisten, populisten en extreemrechts.
Ter linkerzijde lijken sommigen een kleine opening te maken voor debat. Remy Amkreutz van De Morgen gaf toe dat nogal wat linksen een aantal relatief recente ontwikkelingen niet snappen (‘Laat het maar kabbelen’, 17 nov.). ‘Het is daarom tijd voor een omslag… voor het boetekleed.’ Amkreutz zegt en schrijft wat de sp.a-ideoloog Mark Elchardus al een tijd signaleert. Progressieven negeren of beledigen te vaak hun tegenstanders. Een aantal politicologen stelde onlangs vanuit dezelfde twijfel het cordon sanitaire in vraag. Moesten we daarbij nu denken aan varkens of aan mestkevers?
De weerstand tegen Merkel, tegen de ivoren torens van de EU, tegen de republikeinse grondstroom, tegen Oud-België… ter linkerzijde kunnen velen het niet vatten. Stoer bezetten ze een deel van het opinieveld, maar niet de stemlokalen. Ze zijn baas in De Morgen en De Standaard, vervolgens vanaf De Ochtend in de actua- en infotainmentprogramma’s op de radio en ’s avonds op tv. Het verschil tussen informatie en opinie is dood. Het zou al langer duidelijk moeten zijn dat die hele machinerie averechts werkt. Hun politieke invloed is omgekeerd evenredig met de mate waarin ze een deel van het electoraat enerveren.
Verbaast het dan dat veel mensen overstappen naar de sociale media? Of gewoon naar niemandsland? Bij zowat elke peiling of stembusgang krijgt het progressieve establishment een patat op de neus.
Toch blijven voortrekkers als Bert Wagendorp (De Volkskrant) en Bart Eeckhout (De Morgen) afgeven op ‘het geschreeuw van een verongelijkte minderheid’. Een minderheid? Anderen zetten – niet geheel zonder enige overmoed – een aanval in op het kiesstelsel (David Van Reybroeck). Voor Bart Eeckhout van De Morgen worden we misleid door ‘het opgepompte nepnieuws van opiniepeilingen’. We houden ons maar beter niet meer bezig met ‘al die twijfelachtige plussen en minnen’. Ook volgens Karel Verhoeven van De Standaard hebben we ‘een nog groter cool nodig tegenover alles wat beweert te voorspellen’. Kijk, dat is nu eens de kop in het zand blijven steken, zie.
Natuurlijk zijn peilingen ‘maar peilingen’. Ook bij ons. Maar wie ze over de lange termijn volgt, en een inspanning doet om ze correct te interpreteren weet dat ze behoorlijk juist zijn in het aanwijzen van electorale beweging. Voor grote fouten moeten je al ver terug in de tijd. De overschatting van Dedecker en zijn LDD was een laatste misser. De marktonderzoeksbureaus TNS, Ipsos en Dedicated hebben elk hun methodiek, maar leveren degelijk werk. Het probleem zijn niet hun cijfers, wel de interpretatie die sommigen er aan geven. Schieten op de boodschapper? De schutters hebben het nog altijd niet begrepen.
Compromis
Enig voortschrijdend inzicht is er bij Elchardus en Amkreutz, en voor hen bij wat politicologen, bij de Gravensteengroep e.a. Interessant. Ze hebben gelijk als ze aanstippen dat er een sfeertje ontstaat waarin ‘almaar meer het totalitarisme wordt gekweekt’. Journalisten moeten meer nuanceren, minder moraalridder zijn, zegt Elchardus nog. En in het debat moeten beide kanten hun taalgebruik ontsmetten. ‘Het is tijd voor een nieuwe taal.’ Mooie hoop.
Hij heeft bijna gelijk. Maar in een democratisch opinieveld schrijft men wat men wil, zoals prof. Eric Defoort ooit zei: van extreem rechts, tot extreem links. De Vlaming is niet gek en wikt en weegt dan wel.
Er is één uitzondering: een openbare zender is het medium van ons allen. Dat progressieven de redactielokalen van de ‘kwaliteitskranten’ vullen, tot daar, maar ze sturen ook de informatie en duiding op de openbare omroep. Ze voeden de volgzamen in het maatschappelijke middenveld, in sociale bewegingen, in onderwijskoepels en leraarskamers, in de cultuursector, milieubeweging enzovoort En omgekeerd.
Onderzoek
Zijn journalisten links? Dat is zo, leren alle recente journalistenenquêtes. Het Center for Journalism Studies (UGent)onderzoekt om de vijf jaar het profiel van de Vlaamse beroepsjournalist (‘Journalisten: profiel van een beroepsgroep’). Laatst gebeurde dat einde 2012. De resultaten zijn helder, maar krijgen zelden aandacht. Zo’n 56 procent van de Belgische journalisten situeert zichzelf links van het centrum, amper 17 procent plaatst zich rechts van het centrum, 27 procent noemt zich centrum.
‘Als minister moet je niets te zeggen willen hebben over de nieuwsdienst’, zegt Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz. Hij vergist zich. Voor de openbare omroep, die door iedereen wordt gefinancierd, is dat vragen om wantrouwen in politiek en media. Vragen om oorlog met het volk.
Om die reden ook dreigt links hier in Vlaanderen almaar minder in het politieke spel te zullen voorkomen. En ook dat is statistisch aan te tonen.
Zijn het vandaag nog altijd de sociaaleconomische, ecologische of levensbeschouwelijke vraagstukken die het politieke debat overheersen? Wellicht niet, want de karavaan trekt wel verder op een pad tussen socialisme en liberalisme. Het zijn de problemen van hypermigratie, van moderniteit versus traditie, van postmodernisme zonder grenzen, van identiteit en geborgenheid, van wankelende veiligheid die veel mensen bekommeren.
Als progressieven vasthouden aan hun illusie van macht zullen ze de komende jaren nog meer mogen genieten van de reactie van het volk. Op 15 maart 2017 weten hoe de Nederlanders hierover denken, een goeie maand later (23 april en 7 mei) de Fransen, en nog later op het jaar de Duitsers. Vooraf zullen ook de Oostenrijkers en de Italianen een lamp doen branden. En iets later zijn wij aan de beurt.
Als de linkse elite het eigen gelijk niet relativeert, schuift ze uit beeld. Verder dan goed is voor een evenwichtige democratie. En rolt ze de zwarte loper uit. Wie zit daar op te wachten?
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Jan Van de Casteele is historicus. Hij was journalist bij Het Nieuwsblad (1989-1999), werd stafmedewerker van de VVB (vanaf 1999) en hoofdredacteur van Doorbraak van 2003 tot 2012. Sindsdien is hij zelfstandig journalist.
De peiling van VTM/HLN zal weinig partijen deugd hebben gedaan. Maar vergeleken met 2014 wijst ze op interessante structurele veranderingen.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.